ECLI:NL:RBOVE:2023:4814

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
ak_23_134
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag toeristenbelasting door eigenaar van pand voor arbeidsmigranten

In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van Mebuma Hospitality B.V. tegen de aanslag in de toeristenbelasting voor het jaar 2020 beoordeeld. Eiseres, eigenaar van een pand in Markelo waar arbeidsmigranten verblijven, stelt dat zij niet de belastingplichtige is, omdat het pand in de betreffende periode volledig verhuurd was aan een uitzendbureau. De heffingsambtenaar van de gemeente Hof van Twente heeft een aanslag opgelegd van € 10.710,-, die later is verminderd tot € 4.462,50 na gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar van eiseres.

De rechtbank behandelt de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij eiseres stelt dat de huurder op de hoogte was van de mogelijkheid om zich in te schrijven in de Basisregistratie personen. De rechtbank oordeelt dat er geen geschil is over het feit dat er gelegenheid tot verblijf is geboden aan personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven. De kern van het geschil is of eiseres als belastingplichtige kan worden aangemerkt.

De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar terecht heeft geoordeeld dat eiseres belastingplichtig is, omdat zij gelegenheid heeft geboden tot verblijf. De rechtbank wijst erop dat de huurovereenkomst die door eiseres is overgelegd te laat en niet ondertekend is, en dat de huurder niet overeenkomt met de eerder genoemde huurder in het beroepschrift. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft en eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 23/134

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

Mebuma Hospitality B.V., uit Rockanje, eiseres,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hof van Twente, verweerder.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 6 december 2022.
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2020 een aanslag in de toeristenbelasting opgelegd van € 10.710,-.
Verweerder heeft het bezwaar van eiseres deels gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij de aanslag verminderd tot € 4.462,50.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 3 november 2023 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen bij [naam 1] .
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2].

Beoordeling door de rechtbank

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
2. Eiseres is met ingang van 31 juli 2020 eigenaar van het pand gelegen aan de [adres] . In dit pand wordt aan maximaal 30 arbeidsmigranten huisvesting geboden. Verweerder heeft aan [naam 1] , als directeur en enig aandeelhouder van eiseres, een aangifte formulier toeristenbelasting 2020 gezonden. Dit formulier is op 20 mei 2021 retour gezonden, waarbij aangegeven is dat het aantal overnachtingen in het pand niet van toepassing is.
Verweerder heeft een onderzoek laten verrichten door het adviesbureau ANG te Montfoort. Dit adviesbureau heeft in zijn rapport vermeld dat eiseres het pand verhuurt aan een uitzendbureau, maar dat desgevraagd geen lijsten betreffende een verblijfsregistratie van arbeidsmigranten over de jaren 2019 en 2020 overgelegd zijn. In verband hiermee heeft het adviesbureau een schatting gemaakt van het aantal overnachtingen in 2019 en 2020.
Op grond hiervan heeft verweerder eiseres over het belastingjaar 2020 een aanslag toeristenbelasting opgelegd van € 10.710,-, berekend over 10.200 overnachtingen en een tarief van € 1,05 per overnachting.
Omdat eiseres in haar bezwaar heeft aangevoerd dat zij pas sedert 31 juli 2020 eigenaar is van het pand, heeft verweerder in de uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd tot € 4.462,50, berekend over de periode van 1 augustus tot en met 31 december 2020.
3. In geschil is of de aanslag toeristenbelasting terecht aan eiseres is opgelegd.
4. In artikel 224, eerste lid, van de Gemeentewet is opgenomen dat toeristenbelasting kan worden geheven ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven. Het tweede lid van dit artikel biedt de ruimte om deze belasting te heffen van degene die gelegenheid biedt tot verblijf, aangezien in dat lid is opgenomen dat indien ervoor gekozen is om de belasting te heffen van degene die gelegenheid biedt tot verblijf, laatstgenoemde bevoegd is de belasting te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
5. De Verordening toeristenbelasting 2019 van de gemeente Hof van Twente, die ook van toepassing is op belastingjaar 2020, is in lijn met voornoemde bepaling uit de Gemeentewet. In artikel 2 van deze Verordening is immers opgenomen dat het belastbare feit voor de toeristenbelasting wordt gevormd door het, tegen vergoeding, houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente. Met betrekking tot dit belastbare feit wordt in artikel 3 van de Verordening als belastingplichtige aangewezen degene die gelegenheid biedt tot verblijf in voornoemde zin.
6. Eiseres stelt zich primair op het standpunt dat niet zij de belastingplichtige is, omdat in de periode waarover de aanslag is opgelegd het pand volledig verhuurd is geweest aan Prisma Worx uit Stramproy. Daarnaast is eiseres van mening dat de huurder erop is gewezen dat mogelijke bewoners zich kunnen inschrijven in de Basisregistratie personen van de gemeente Hof van Twente.
7. Tussen partijen is niet in geschil dat in het pand, gelegen aan de [adres] tegen vergoeding gelegenheid is geboden tot verblijf door personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen. Dat zich een belastbaar feit heeft voorgedaan is dan ook niet in geschil. Partijen zijn wel verdeeld over de vraag of eiseres degene is die gelegenheid heeft geboden tot verblijf en dus daarmee als belastingplichtige is aan te merken. Zoals het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch bij uitspraak van 29 maart 2019 [1] heeft overwogen, dient in het geval dat sprake is van het niet doen van de vereiste aangifte door eiseres, waardoor sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast (voor eiseres), verweerder eerst aannemelijk te maken dat eiseres belastingplichtig is voor de toeristenbelasting.
8. Verweerder is van mening dat eiseres degene is die gelegenheid biedt tot verblijf. Verweerder heeft in dit verband gewezen op het advies van het adviesbureau ANG. De stelling van eiseres dat zij door het adviesbureau ANG verkeerd voorgelicht zijn is op geen enkele wijze onderbouwd.
9. Van de zijde van eiseres is ter zitting een niet ondertekende huurovereenkomst overgelegd waaruit blijkt dat het pand [adres] per 1 juni 2020 is verhuurd aan GreenStay Netherlands B.V. uit Stramproy. Ter zitting is toegelicht dat GreenStay Netherlands B.V. gelijk is aan Prisma Worx.
10. De rechtbank is van oordeel dat deze huurovereenkomst te laat is overgelegd. Bovendien is deze huurovereenkomst niet ondertekend door de huurder en is sprake van een andere huurder dan door eiseres in het beroepschrift is gesteld.
11. Op grond van vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder op juiste gronden tot het besluit is gekomen om eiseres als belastingplichtige aan te merken. De aanslag toeristenbelasting is dan ook op juiste gronden opgelegd aan eiseres.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de aanslag toeristenbelasting over het jaar 2020 in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.R. Schimmel, rechter, in aanwezigheid van
Y. van Arnhem, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.