ECLI:NL:RBOVE:2023:4921

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
10503206 \ CV EXPL 23-1870
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto, ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding

In deze zaak heeft eiser, na de aankoop van een tweedehands Audi A6 van gedaagde, geconstateerd dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst. Eiser kocht de auto op 5 november 2022 voor € 7.000,00, maar ontdekte al snel defecten, waaronder een defecte kettingspanner en een defecte zesde cilinder. Ondanks pogingen om gedaagde te bereiken voor reparatie, ontving eiser geen adequate respons. Eiser heeft uiteindelijk een ingebrekestelling gestuurd, maar gedaagde reageerde niet. Eiser vorderde ontbinding van de overeenkomst, terugbetaling van de koopsom, en schadevergoeding voor gemaakte kosten. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde tekortgeschoten was in haar verplichtingen, aangezien de auto niet voldeed aan de verwachtingen van eiser. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding toegewezen en gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding voor de gemaakte kosten. Daarnaast werd gedaagde verplicht om de auto op te halen, met een dwangsom bij niet-naleving. De proceskosten werden ook aan gedaagde opgelegd, aangezien zij grotendeels ongelijk kreeg in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10503206 \ CV EXPL 23-1870
Vonnis van 28 november 2023
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. H. Yuce,
toevoeging onder nummer [nummer] ,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
zonder gemachtigde procederend.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 augustus 2023,
- de akte eiswijziging met producties,
- de mondelinge behandeling van 11 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
[eiser] heeft een tweedehands auto van [gedaagde] gekocht. Deze zaak gaat over de vraag of die auto aan de overeenkomst beantwoordt (non-conformiteit) en, zo niet, of [eiser] daarom recht heeft op onder andere (terug)betaling van het aankoopbedrag plus een schadevergoeding.
2.2.
De kantonrechter wijst de vordering voor een deel toe. Hij zal hierna uitleggen hoe hij tot dit oordeel is gekomen.

3.De feiten

3.1.
Op 5 november 2022 koopt [eiser] een tweedehands Audi A6, met het kenteken
[kenteken] , van [gedaagde] voor € 7.000,00.
3.2.
Op 6 november 2022 haalt [eiser] de auto bij [gedaagde] op. Onderweg naar huis hoort hij een tikkend geluid. [eiser] laat de auto nakijken bij een garage in Tiel. Daar blijkt dat de kettingspanner van de motor defect is vanwege een uitgerekte distributieketting.
3.3.
Op 7 november 2022 belt [eiser] met [naam] , de eigenaar van [gedaagde] , over het defect. [naam] biedt aan om de auto op zijn kosten te laten maken bij zijn vaste garage of, onder de voorwaarde van een voorafgaande prijsopgave, bij een garage in de buurt van [eiser] .
3.4.
Op 9 november 2022 belt [eiser] met [naam] met de mededeling dat hij langs een garage is geweest en dat de kosten tussen de € 3.000,00 en € 5.000,00 zullen uitvallen. [naam] reageert daarop dat hij bij zijn eigen garage zal informeren naar de reparatiekosten.
3.5.
In de periode daarna probeert [eiser] diverse keren [naam] te bereiken, maar tevergeefs. Hij besluit daarop de auto te laten maken bij zijn eigen garage. De reparatiekosten zijn € 3.136,75. Het tikkende geluid blijkt niet te zijn verholpen. Tijdens de reparatie wordt ontdekt dat de oorzaak daarvan een defecte zesde cilinder is, wat betekent dat de hele motor onbruikbaar is. Omdat de reparatiekosten daarvan hoger zijn dan de auto zelf, ziet [eiser] van verdere reparatie af.
3.6.
[eiser] stuurt [gedaagde] op 4 januari 2023 een ingebrekestelling, maar ontvangt geen reactie.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert, samengevat, dat de kantonrechter de overeenkomst met [gedaagde] ontbindt dan wel vernietigt en dat [gedaagde] hem de aankoopsom van € 7.000,00 terugbetaalt. Ook vordert [eiser] dat [gedaagde] de auto moet ophalen en dat zij een dwangsom moet betalen als zij dat niet doet. [eiser] vordert verder een schadevergoeding van € 3.136,75 aan onderzoeks- en herstelkosten, € 279,00 aan wegenbelasting en € 314,85 aan verzekeringspremies. Tot slot vordert [eiser] dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld.
4.2.
[eiser] legt primair aan zijn vordering ten grondslag dat [gedaagde] een auto heeft geleverd die door de geconstateerde gebreken niet aan de overeenkomst beantwoordt. Subsidiair zou sprake zijn van dwaling.
4.3.
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat de auto nog geen tikkend geluid maakte op de dag van aankoop. Ook voert [gedaagde] aan dat [eiser] haar niet in de gelegenheid heeft gesteld de reparaties zelf uit te (laten) voeren. Bovendien zat er geen garantie op de auto, aldus [gedaagde] . Verder merkt [gedaagde] op dat de reparatiekosten nodeloos zijn gemaakt, omdat toen al had moeten blijken dat de motor defect zou zijn.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

(Non-)conformiteit
5.1.
Partijen zijn het er over eens dat het hier gaat om een consumentenkoop zoals bedoeld in artikel 7:5 lid 1 BW. De vraag die voorligt is of er aan de zijde van [gedaagde] sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. Voor de beantwoording van deze vraag moet vastgesteld worden of de afgeleverde zaak (de auto) al dan niet beantwoordt aan de koopovereenkomst, oftewel: of sprake is van (non)-conformiteit in de zin van artikel 7:17 lid 1 BW.
5.2.
Op grond van artikel 7:17 BW geldt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van die overeenkomst mocht verwachten. Een koper mag in elk geval van een auto verwachten dat die de eigenschappen bezit die nodig zijn voor normaal gebruik van de auto: veilig deelnemen aan het verkeer.
5.3.
Op grond van artikel 7:18a lid 2 BW geldt als hoofdregel dat bij consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord indien het gebrek zich binnen één jaar na aflevering openbaart. Gedurende dit eerste jaar is het de verantwoordelijkheid van de verkoper om het tegendeel te bewijzen.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat het gebrek, het tikkende geluid in de motor, zich één dag na de aankoop heeft geopenbaard. Vervolgens is de auto direct nagekeken en bleek dat sprake was van een defect aan de kettingspanner vanwege een uitgerekte distributieriem. Maar na de reparatie was het tikkende geluid nog steeds aanwezig. Toen kwam aan het licht dat de zesde cilinder defect was en dat de hele motor vervangen zou moeten worden. De kantonrechter is van oordeel dat deze gebreken ertoe leiden dat de auto niet de eigenschappen bezit die nodig zijn voor normaal gebruik van de auto, namelijk veilig deelnemen aan het verkeer. Daarnaast hebben deze gebreken zich binnen een termijn van één jaar geopenbaard en dus wordt vermoed dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Dat brengt mee dat het aan [gedaagde] is om het tegendeel daarvan te bewijzen. Naar het oordeel van de kantonrechter is [gedaagde] daar niet in geslaagd. Zij heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat de auto bij aflevering wel aan de overeenkomst beantwoordde. De kantonrechter komt hierdoor tot de conclusie dat de auto bij aflevering niet de eigenschappen bezat die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dat betekent dat vaststaat dat de auto niet aan de overeenkomst voldoet en dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen.
5.5.
Als een afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, is de koper op grond van artikel 7:22 lid 1 sub a BW bevoegd om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van wat er is overeengekomen de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Uit het tweede lid van dit artikel volgt dat deze bevoegdheid pas ontstaat wanneer de verkoper is tekortgeschoten in haar verplichting tot herstel of vervanging van de auto binnen een redelijke termijn.
5.6.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] , hoewel minimaal, die herstelgelegenheid aan [gedaagde] heeft geboden. Hij heeft [gedaagde] vrijwel direct op de hoogte gesteld van het gebrek en de begrote reparatiekosten. [gedaagde] zou daarop navraag doen bij haar eigen garage, maar is daar nooit op terug gekomen. Bovendien staat vast dat [eiser] daarna nog meerdere keren contact heeft proberen te krijgen met [gedaagde] , maar dat dat niet is gelukt. [eiser] heeft [gedaagde] ten slotte in gebreke gesteld, maar ook daar is [gedaagde] niet op ingegaan. Dat brengt de kantonrechter tot het oordeel dat [gedaagde] is tekortgeschoten in haar verplichting tot herstel of vervanging van de auto binnen een redelijke termijn. Dat leidt ertoe dat [eiser] bevoegd is de overeenkomst te ontbinden.
5.7.
Tot slot merkt de kantonrechter op dat [gedaagde] zich er niet achter kan verschuilen dat partijen geen garantie zijn overeengekomen. Op grond van artikel 7:6 BW kan van de bepalingen die betrekking hebben op de non-conformiteit namelijk niet ten nadele van de consument-koper worden afgeweken. Ook kunnen de rechten en vorderingen die de wet aan de consument-koper ter zake van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van de verkoper toekent niet worden beperkt of uitgesloten.
5.8.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering tot ontbinding zal toewijzen. Bij ontbinding zijn partijen verplicht om de reeds ontvangen prestaties ongedaan te maken. [gedaagde] zal dan ook worden veroordeeld om de koopsom van € 7.000,00 terug te betalen. De gevorderde terugname van de auto, door deze binnen een week na de gewijzigde tenaamstelling op te halen, zal ook worden toegewezen. De kantonrechter zal bepalen dat [gedaagde] € 1.000,00 per dag moet betalen per dag dat zij dit nalaat, tot een maximum van
€ 10.000,00, omdat deze bedragen passend zijn en daartegen ook geen verweer is gevoerd.
Schadevergoeding
5.9.
Artikel 7:24 lid 1 BW bepaalt dat als de verkoper een non-conforme zaak aflevert de consumentkoper recht heeft op schadevergoeding als bedoeld in boek 6 van het BW. [eiser] vordert in dit geval vergoeding van de door hem betaalde:
- onderzoeks- en herstelkosten € 3.136,75
- wegenbelasting € 279,00
- verzekeringspremies
€ 314,85+
- totaal € 3.730,60
5.10.
Er is sprake van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] die haar gelet op de feiten en omstandigheden van dit geval naar het oordeel van de kantonrechter ook toerekenbaar is. Dit brengt mee dat [gedaagde] de schade die [eiser] als gevolg van de tekortkoming heeft geleden moet vergoeden. Wat de onderzoeks- en herstelkosten betreft geldt dat deze schadepost rechtstreeks in verband staat met het gebrek waarvoor [gedaagde] aansprakelijk is. [eiser] heeft, in een poging de auto te laten herstellen, opdracht gegeven tot het maken van deze kosten. Tijdens de herstelpoging bleek de auto echter niet met nadere gebreken te kampen, waardoor herstel achteraf niet mogelijk bleek. Op het moment van het maken van deze kosten bestond daartoe in verband met de tekortkoming van [gedaagde] goede aanleiding, al blijken zij achteraf niet tot (volledig) herstel van de gebreken aan de auto te hebben kunnen leiden. Deze kosten dienen dan ook aan [eiser] te worden vergoed en zullen worden toegewezen. Anders dan [gedaagde] betoogt, is de kantonrechter gelet op het voorgaande van oordeel dat deze kosten niet nodeloos zijn gemaakt. Daarnaast valt, als dat wel het geval zou zijn geweest, niet in te zien waarom dat aan [eiser] moet worden toegerekend en niet aan [gedaagde] , wiens verantwoordelijkheid het in de eerste plaats was om de auto te herstellen.
5.11.
Ten aanzien van de wegenbelasting en verzekering is de kantonrechter van oordeel dat deze kosten onnodig zijn gemaakt. De reden daarvan is dat de verzekeringsplicht voor wettelijke aansprakelijkheid en de houderschapsbelasting voor een auto vervallen als het kenteken wordt geschorst. Daarmee zijn wegenbelasting en verzekeringspremie in beginsel vermijdbaar. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling op de vraag van de kantonrechter waarom het kenteken niet eerder is geschorst geantwoord dat hij daar geen reden voor heeft gehad en dat het gewoon is blijven liggen. Daarmee voldoet [eiser] niet aan de op hem rustende schadebeperkingsplicht en daarom hoeft deze schade niet door [gedaagde] te worden vergoed.
Conclusie
5.12.
De conclusie is dat de overeenkomst tussen partijen wordt ontbonden. [gedaagde] moet daarom de koopsom van de auto van € 7.000,00 aan [eiser] terugbetalen en de auto ophalen. Als [gedaagde] de auto niet binnen één week na de overschrijving van het kentekenbewijs op haar naam ophaalt, zal zij een dwangsom van € 1.000,00 per dag moeten betalen, met een maximum van € 10.000,00. Daarnaast zal [gedaagde] de onderzoeks- en herstelkosten van
€ 3.136,75 aan [eiser] moeten vergoeden.
Proceskosten
5.13.
[gedaagde] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. [eiser] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging. Eisende partijen met een toevoeging betalen een lager griffierecht. Verder worden in dat geval de kosten van de deurwaarder voor het uitbrengen van het exploot en/of advertentiekosten van rijkswege vergoed. Die kosten zijn dus niet voor rekening van [eiser] . Deze partij heeft aan de deurwaarder slechts de in het exploot opgenomen kosten voor verschotten hoeven voldoen (artikel 40 lid 1 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000). Gelet op het voorgaande wordt [gedaagde] slechts veroordeeld tot betaling van het lagere griffierecht, de verschotten en ten slotte tot vergoeding van het hierna vast te stellen salaris van de gemachtigde. Deze vergoeding voor het salaris moet door de gemachtigde worden verrekend met de op grond van de Wet op de rechtsbijstand aan de gemachtigde toegekende vergoeding.
5.14.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
86,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,00 punten × € 396,00)
Totaal
878,00
5.15.
De kantonrechter zal ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten toewijzen.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
ontbindt de overeenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] betreffende de (ver)koop van de Audi A6 met het kenteken [kenteken] ,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 7.000,00 aan koopsom,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om [eiser] in de gelegenheid te stellen de auto met kenteken
[kenteken] in eigendom over te dragen aan [gedaagde] en dat [gedaagde] daartoe alle noodzakelijke medewerking verleent en de auto vervolgens binnen één week na de wijziging van de tenaamstelling bij [eiser] ophaalt, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat zij dit nalaat, tot een maximum van € 10.000,00,
6.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 3.136,75 aan schadevergoeding,
6.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 878,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
6.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op
28 november 2023. (ED)