Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] , wonend in [woonplaats 2] ,
[gedaagde 2], wonend in [woonplaats 3] ,
1.Samenvatting
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.De vorderingen
- voor recht te verklaren dat [gedaagden] door het pad over zijn perceel af te sluiten (primair) misbruik van zijn eigendomsrecht maakt, althans (subsidiair) onrechtmatig handelt;
- [gedaagden] te gebieden om de blokkade van het pad op te heffen en om [eiseres] en genodigde bezoekers onbelemmerde toegang tot haar recreatiewoning te verlenen over het pad, en [gedaagden] te verbieden om het pad opnieuw te blokkeren, een en ander op straffe van een dwangsom;
- [gedaagden] te gebieden de brievenbus terug te plaatsen en [eiseres] toegang tot de brievenbus te verlenen, op straffe van een dwangsom;
- (primair) voor recht te verklaren dat op grond van bevrijdende verjaring een recht van overpad is ontstaan ten behoeve van het perceel van [eiseres] en ten laste van het perceel van [gedaagden] ; althans (subsidiair) om het pad over het perceel van [gedaagden] aan te wijzen als noodweg ten dienste van het perceel van [eiseres] , dan wel een andere noodweg aan te wijzen, en om een plek aan de noodweg aan te wijzen waar de brievenbus voor de recreatiewoning van [eiseres] moet worden geplaatst.