Uitspraak
1.Korte samenvatting van de zaak
2.De procedure
- de mondelinge behandeling van 8 december 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Rechtbank Overijssel
In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 12 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] B.V. en Inventtech B.V. Inventtech was gedagvaard omdat zij een aantal facturen van [eiser] niet had betaald. In de aanloop naar de zitting heeft Inventtech het openstaande bedrag van de facturen voldaan, waardoor het geschil zich enkel nog richtte op de openstaande rente en de proceskosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Inventtech zowel de openstaande rente van € 40,14 als de proceskosten moet betalen.
De procedure verliep als volgt: na een tussenvonnis op 26 september 2023 en een akte van [eiser] op 18 oktober 2023, vond de mondelinge behandeling plaats op 8 december 2023. Tijdens deze behandeling is Inventtech niet verschenen, wat de kantonrechter ertoe bracht aan te nemen dat Inventtech haar verweer niet langer handhaafde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Inventtech een deel van de facturen had voldaan, maar dat er nog een bedrag van € 4.349,25 aan hoofdsom openstond, dat op 27 augustus 2023 was betaald. De openstaande rente en de proceskosten zijn vervolgens aan de orde gekomen.
De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser] toegewezen, omdat Inventtech geen verweer had gevoerd tegen de gevorderde rente en proceskosten. De proceskosten zijn begroot op € 1.124,44, inclusief de kosten van de dagvaarding, griffierecht en het salaris van de gemachtigde. Daarnaast heeft de kantonrechter de nakosten vastgesteld op € 132,-. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Inventtech verplicht is om de bedragen te betalen, ongeacht een eventuele hoger beroep.