Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.Inleiding
2.De procedure
- de aanvullende producties van [eiser],
- de mondelinge behandeling van 12 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een geschil tussen voormalige echtelieden over de splitsing van een pand en de doorhaling van een hypotheek. De vrouw, eiser, heeft een bedrijfspand met bovenwoning in eigendom en vordert de medewerking van de man, gedaagde, aan de splitsing van het pand, zodat zij het bedrijfsgedeelte kan verkopen. De man heeft een recht van tweede hypotheek op het pand en is bezorgd dat hij onvoldoende zekerheid overhoudt na de splitsing.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vrouw een spoedeisend belang heeft, aangezien zij voor 1 januari 2024 een financiering van haar horecazaak moet inlossen. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de vrouw toewijsbaar zijn, omdat de waarde van de bovenwoning de restantschuld aan de Rabobank en de man overstijgt. De man heeft niet kunnen onderbouwen dat de splitsing van het pand zijn zekerheid in gevaar brengt.
De voorzieningenrechter heeft de man veroordeeld om binnen een dag na betekening van het vonnis zijn toestemming te verlenen voor de splitsing van het pand en om medewerking te verlenen aan het opstellen van een royementsverklaring. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 15 december 2023.