In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [partij A] B.V. en [partij B] B.V. over de beëindiging van een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte. [partij A] vorderde dat de huurovereenkomst per 30 september 2026 zou eindigen op grond van dringend eigen gebruik. [partij B] verzet zich hiertegen en vordert een vergoeding van € 221.635,00 voor verhuis- en inrichtingskosten. De rechtbank oordeelt dat [partij A] de bedrijfsruimte nodig heeft voor de uitbreiding van haar supermarkt en dat de huurovereenkomst op 30 september 2026 eindigt. Tevens wordt [partij B] veroordeeld tot ontruiming van de bedrijfsruimte en wordt een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten vastgesteld op € 20.250,00 exclusief btw. De rechtbank overweegt dat de noodzaak van eigen gebruik door [partij A] voldoende is aangetoond en dat de belangenafweging in dit geval niet meer aan de orde is. De kosten van de procedure worden toegewezen aan [partij B].