Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
AVILA VASTGOED B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Rijssen,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
Ik heb [gedaagde] gesproken. Hij betaalt per maand € 1.225,00 inclusief servicekosten. Dus exclusief € 1.150,00. (…) Ik zal een huurovereenkomst voor hem opstellen.”
Bijgaand tref je de huurovereenkomst. Graag ontvangen wij deze getekend retour.”
Ten eerste: waarom een kortdurend contract aangezien ik (met [naam 2] afgesproken) een contract voor onbepaalde tijd zou krijgen?
3.Het geschil
€ 644,33
4.De beoordeling
€ 132,00
Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, of diens belang bij zekerheidstelling, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling in de ten uitvoer te leggen uitspraak heeft verkregen, bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan of bij deze uitvoerbaarheid zonder dat daaraan de voorwaarde van zekerheidstelling wordt verbonden.” In gelijke zin overwoog de Hoge Raad in de uitspraak van 20 december 2019 in rechtsoverweging 5.3.6., ECLI:NL:HR:2019:2026.