ECLI:NL:RBOVE:2023:5279

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10634121 \ CV EXPL 23-2940
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak tussen eiser en gedaagde, die een huurovereenkomst hebben voor een winkelruimte, vordert eiser ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Gedaagde heeft een aanzienlijke huurachterstand opgelopen, die per 1 november 2023 is opgelopen tot € 19.189,38. Eiser heeft gedaagde eerder aangeschreven over de huurachterstand, maar na een betaling van € 3.500,00 in juni heeft gedaagde geen verdere betalingen verricht. De kantonrechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming toegewezen, evenals de betaling van de huurachterstand, inclusief buitengerechtelijke incassokosten van € 926,86. Gedaagde heeft verzocht om een termijn van vier weken om zijn financiën op orde te krijgen, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat er al voldoende tijd is verstreken en dat er geen aanleiding is om nog een extra termijn te verlenen. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiser toegewezen, inclusief de proceskosten van € 1.042,50. Het vonnis is uitgesproken op 19 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10634121 \ CV EXPL 23-2940
Vonnis van 19 december 2023
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: Smit en Legebeke,
tegen
[gedaagde], H.O.D.N. [bedrijf],
te [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. J.T.J. van Diepen.
Samenvatting
Tussen partijen bestaat een huurovereenkomst. [eiser] vordert ontbinding van die huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde door [gedaagde], omdat [gedaagde] een aanzienlijke huurachterstand heeft opgelopen. De kantonrechter wijst de ontbinding en ontruiming toe, evenals de gevorderde betaling van de huurachterstand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 oktober 2023
- de nagekomen productie 6 van [eiser],
- de mondelinge behandeling van 17 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar deze zaak over gaat

2.1.
[gedaagde] huurt van [eiser] een winkelruimte met aanhorigheden aan de [adres] (hierna: “de winkelruimte”), tegen een huurprijs van op dit moment € 1.967,33. [gedaagde] exploiteert hierin een winkel in tropische vissen.
2.2.
[gedaagde] heeft een achterstand opgelopen in de betaling van de huur. Nadat hij door (de gemachtigde van ) [eiser] voor de huurachterstand was aangeschreven, heeft [gedaagde] in juni een bedrag van € 3.500,00 aan [eiser] voldaan. Hierna heeft hij niets meer betaald. Op 1 november 2023 bedroeg de huurachterstand acht maanden.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen de winkelruimte te ontruimen en
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 8.764,92, vermeerderd met een zodanig bedrag als vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van ontruiming aan huur zou zijn schuldig geworden, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[eiser] heeft aan de vorderingen ten grondslag gelegd dat [gedaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen die uit de huurovereenkomst voortvloeien. De tekortkoming is volgens [gedaagde] zodanig dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. Daarnaast is [gedaagde] volgens [eiser] gehouden de achterstallige huurtermijnen alsnog te voldoen, vermeerderd met € 926,86 aan buitengerechtelijke incassokosten en minus het in juni betaalde bedrag van € 3.500,00.
3.3.
[gedaagde] erkent de vorderingen. Hij verzoekt de kantonrechter hem een terme de grâce te verlenen van vier weken, dan wel een termijn die de kantonrechter redelijk acht. Binnen die termijn kan hij ervoor zorgen dat de financiën van zijn onderneming op orde komen, zodat hij de huurachterstand alsnog kan voldoen. Volgens [gedaagde] is er een groothandel bereid zijn onderneming over te nemen, maar moeten de voorwaarden waaronder dat gebeurt nog nader bepaald worden.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] erkent de vorderingen, maar vraagt om een terme de grâce. De kantonrechter overweegt dat deze terme de grâce feitelijk al is gegeven. Want in zijn conclusie van antwoord van 26 september 2023 heeft [gedaagde] gevraagd om een terme de grâce van vier weken. En op het moment van de zitting - op 17 november 2023 - waren sindsdien al ruim zeven weken verstreken. Tijdens die zitting heeft (de gemachtigde van) [gedaagde] om nog eens een termijn van twee weken gevraagd. Op de datum van deze uitspraak zijn die twee weken ook al verstreken. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om [gedaagde] nu nog een extra termijn te geven om alsnog aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Gelet op de alsmaar oplopende huurachterstand kan van [eiser] ook niet worden gevergd nog langer aan de huurovereenkomst gebonden te blijven. De gevorderde ontbinding en ontruiming zullen daarom worden toegewezen.
4.2.
[eiser] vordert € 926,86 aan buitengerechtelijke incassokosten. Het
Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is hier van toepassing. De kantonrechter stelt vast dat de eisende partij voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten valt binnen het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.3.
Niet betwist is dat de huurachterstand per 1 november 2023 € 19.189,38 bedroeg. Inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en minus het na aanmaning betaalde bedrag van € 3.500,00 bedraagt de betalingsachterstand per 1 november 2023 € 16.616,24. De gevorderde betalingsachterstand zal daarom tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van deze uitspraak. De vordering tot betaling van de huur vanaf 1 november 2023 tot aan het moment van ontruiming zal worden afgewezen, omdat nu nog niet vaststaat of [gedaagde] nalaat die huur aan [eiser] te voldoen.
4.4.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
138,50
- griffierecht
244,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
1.042,50

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen ten aanzien van de winkelruimte met aanhorigheden staande en gelegen aan de [adres] en veroordeelt [gedaagde] binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis de winkelruimte met aanhorigheden met de zijnen en al het zijne te ontruimen, te verlaten en met overgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eiser] te stellen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 16.616,24, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van deze uitspraak tot aan de dag van algehele betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.042,50,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2023.