ECLI:NL:RBOVE:2023:5282

• Datum uitspraak: 19 december 2023
• Publicatiedatum: 21 december 2023
• Zaaknummer: 10552748 \ CV EXPL 23-2302
• Instantie: Rechtbank Overijssel
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Verstek
• Rechters: R.F. van Aalst
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake betaling van zorgpremie en bijkomende kosten

In deze zaak heeft de kantonrechter op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een particuliere partij, hierna te noemen [partij]. Het geschil betreft de vraag of [partij] de bijkomende kosten moet betalen die voortvloeien uit een eerder verstekvonnis van 21 maart 2023, waarin hij was veroordeeld tot betaling van een onbetaalde zorgpremie voor december 2022. Zilveren Kruis heeft [partij] meerdere keren aangemaand tot betaling, maar [partij] heeft verstek laten gaan en de zaak is uiteindelijk voor de kantonrechter gekomen.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Zilveren Kruis [partij] voldoende op de hoogte heeft gebracht van de openstaande premie en dat het niet aan Zilveren Kruis is om te controleren of de automatische incasso is gelukt. [partij] had na ontvangst van de aanmaningen en de e-mail van 9 januari 2023 moeten begrijpen dat er nog een openstaand bedrag was. De kantonrechter oordeelt dat de bijkomende kosten voor rekening van [partij] komen, ondanks dat deze hoog zijn in verhouding tot de hoofdsom. Het verzet van [partij] wordt ongegrond verklaard, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van de verzetsprocedure.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de schuldenaar als de incassant in het geval van niet-betaling en de noodzaak voor de schuldenaar om zijn administratie op orde te houden. De kantonrechter bekrachtigt het eerdere verstekvonnis en legt de kosten van de procedure bij [partij].

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

Zaaknummer : 10552748 \ CV EXPL 23-2302

Vonnis van 19 december 2023 na verzet

in de zaak van

de naamloze vennootschap

ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V. ,

gevestigd te Leiden,

hierna te noemen Zilveren Kruis,

oorspronkelijk eiseres,
gedaagde in het verzet,
gemachtigde: de heer D.M. Boes,

tegen

[partij] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen [partij] ,

oorspronkelijk gedaagde,
eiser in het verzet,
procederend in persoon.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het door de kantonrechter op 21 maart 2023 tussen Zilveren Kruis en [partij] bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer 10393024 CV EXPL 23-1055

- de verzetdagvaarding

- de conclusie van antwoord in oppositie

- de conclusie van repliek in oppositie

- de brief van 9 november 2023 van de heer Boes met producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De beoordeling

Waar hebben partijen een geschil over?

2.1.

In het kort gaat het geschil over de vraag of [partij] de bijkomende kosten, waartoe hij is veroordeeld in het verstekvonnis, moet betalen.

De achtergrond.

2.2.

[partij] heeft een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis en moet op grond hiervan maandelijks premie betalen voor hemzelf en zijn twee kinderen. De premie voor de maand december 2022 is onbetaald gebleven en Zilveren Kruis heeft [partij] tot betaling aangemaand en toen betaling uitbleef heeft zij [partij] gedagvaard. [partij] heeft verstek laten gaan en op 21 maart 2023 is er een verstekvonnis gewezen. [partij] is in dit vonnis veroordeeld tot betaling van de premie en bijkomende kosten. Hij heeft hiertegen verzet aangetekend.

Wat vindt Zilveren Kruis?

2.3.

Zilveren Kruis is van mening dat zij [partij] voldoende op de hoogte heeft gebracht op het feit dat de premie voor december 2022 nog niet was betaald. Volgens haar heeft zij op 23 december 2022 en op 9 januari 2023 een e-mail gestuurd en op 19 januari 2023 een brief, waarin zij [partij] heeft aangemaand tot betaling van deze openstaande premie. Bij de afzonderlijke aanmaningen, maar ook bij de dagvaarding, zat telkens een specificatie van de vordering gevoegd. [partij] heeft dus voldoende de mogelijkheid gehad om te betalen, maar heeft dit niet gedaan. Daarom heeft Zilveren Kruis deze zaak voorgelegd aan de kantonrechter en moeten de kosten voor rekening van [partij] komen. Verder heeft Zilveren Kruis aangevoerd dat het de verantwoordelijkheid van de verzekerde is om de premie tijdig te betalen en diens administratie hiervoor op orde te hebben. Zilveren Kruis ziet geen aanleiding om de bijkomende kosten te matigen.

Wat vindt [partij] ?

2.4.

[partij] vindt dat Zilveren Kruis te voorbarig heeft gehandeld. Zilveren Kruis is te snel gaan dagvaarden en had [partij] een bericht kunnen sturen dat hij de premie voor de maand december 2022 nog niet had betaald. Hij heeft erkend dat hij de e-mail van 9 januari 2023 wel heeft ontvangen, maar dat hij wegens persoonlijke omstandigheden zijn administratie niet op orde had en deze e-mail daarom ook over het hoofd heeft gezien. Het voelt voor [partij] als onrecht dat Zilveren Kruis zo snel een dagvaarding heeft uitgebracht, gezien de enorme kosten, zeker in verhouding tot de hoofdsom, die met de dagvaarding gemoeid zijn. [partij] voert aan dat hij er geen erg in had dat er nog een premiebedrag open stond.

Het oordeel van de kantonrechter.

2.5.

De kantonrechter overweegt het volgende. Het kan iedereen overkomen dat door welke reden dan ook een automatische incasso mislukt en daardoor een betaling niet heeft plaatsvonden. Dan mag van de wederpartij worden verwacht dat die dit laat weten, zodat dit makkelijk en zonder bijkomende kosten kan worden opgelost. Anders dan Zilveren Kruis stelt, is het niet aan de schuldenaar, maar aan de incassant om te controleren of een automatische incasso is gelukt. In deze zaak heeft Zilveren Kruis dat ook gedaan en (in elk geval) met de e-mail van 23 december 22 en 9 januari 2023 aan [partij] laten weten dat de automatische incasso mislukt was. De kantonrechter wil wel aannemen dat [partij] het niet scherp had dat de premie voor de maand december 2023 onbetaald was gebleven, omdat door Zilveren Kruis via dezelfde deurwaarder ook betaling van een eerdere achterstand (namelijk de premie voor de maanden juli en oktober 2022) werd gevorderd, die [partij] op 24 december 2022 heeft betaald. Maar dan had dit voor [partij] in elk geval duidelijk moeten zijn na ontvangst van de e-mail van 9 januari 2023. [partij] had naar aanleiding van deze mail namelijk moeten begrijpen dat Zilveren Kruis klaarblijkelijk van mening was dat nog niet alles was betaald, één en ander moeten uitzoeken of navragen bij Zilveren Kruis en had dan zelf kunnen zien dat de premie van december 2023 nog niet was betaald. Dat hij dit niet heeft gedaan door persoonlijke omstandigheden, kan niet aan Zilveren Kruis worden tegengeworpen en komt daarom voor zijn rekening en risico van [partij] .

2.6.

De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Zilveren Kruis [partij] voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om de vordering buiten rechte te betalen en heeft op goede gronden de procedure gestart, met alle bijkomende kosten van dien. Deze bijkomende kosten komen voor rekening van [partij] . De kantonrechter is met [partij] van oordeel dat ze inderdaad erg hoog zijn in verhouding tot de hoofdsom, maar dat is geen reden om deze kosten te matigen. Het verzet zal dan ook ongegrond worden verklaard.

2.7.

[partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten van deze verzetsprocedure worden belast.

3. De beslissing

De kantonrechter

3.1.

verklaart het verzet ongegrond;

3.2.

bekrachtigt het verstekvonnis van 21 maart 2023 (10393024 CV EXPL 23-1055),

en, onverminderd de veroordeling in het verstekvonnis,

3.3.

veroordeelt [partij] in de kosten van de verzetprocedure aan de kant van Zilveren Kruis, tot heden begroot op € 132,00 (1 punt x € 132,00 volgens het geldende liquidatietarief) aan salaris gemachtigde;

3.4.

verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

3.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2023. (SK)