Uitspraak
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit meerdere partijen, een vergoeding van Aldi Vastgoed B.V. voor de huurprijs over de periode van 1 oktober 2022 tot 16 november 2022. Eisers stelden dat Aldi het gehuurde onrechtmatig onder zich had gehouden na de beëindiging van de huurovereenkomst. Aldi had de huur opgezegd per 1 oktober 2022, maar had nog herstelwerkzaamheden aan het pand laten uitvoeren, waarvoor zij de sleutel had behouden. De kantonrechter oordeelde dat Aldi het gehuurde niet onrechtmatig onder zich had gehouden, aangezien er afspraken waren gemaakt over de herstelwerkzaamheden. Het beroep van eisers op artikel 7:225 van het Burgerlijk Wetboek werd afgewezen, omdat er geen sprake was van onrechtmatigheid. Daarnaast werd het beroep op artikel 5.7 van de Algemene Bepalingen als onaanvaardbaar beoordeeld, omdat Aldi en eisers eerder hadden afgesproken dat de herstelwerkzaamheden geen invloed zouden hebben op de huurprijs. De kantonrechter wees de vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die op € 1.090,00 werden vastgesteld. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.