4.3.1Inleiding
De rechtbank stelt vast dat er in totaal negen aangiftes liggen van oplichtingen gepleegd in slechts drie dagen tijd van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021. Alle aangevers zijn hoogbejaard. In bijna alle zaken werden de aangevers thuis opgebeld door een man die zich voordeed als medewerker van een bank. Er was een probleem met de bankrekening dat direct verholpen moest worden. De man vertelde dat een collega bankmedewerker aan de deur zou komen om hun bankpas op te halen. Aangevers hebben verklaard dat er inderdaad een andere man aan de deur kwam. Aangeefster [aangever 1] is niet eerst opgebeld. Zij kreeg direct een man aan de deur die zich voordeed als bankmedewerker. Alle aangevers hebben hun bankpas en pincode afgegeven.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van alle negen aangevers kan worden vastgesteld dat zij het slachtoffer zijn geworden van bankpasfraude. Aangevers zijn aldus door [aangever 8] van een valse hoedanigheid, een valse naam, een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen bewogen hun bankpas en pincode af te geven. Er is op geraffineerde wijze een onjuiste voorstelling van zaken geschetst. Vastgesteld kan ook worden dat telkens is gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling. De rechtbank stelt vast dat alle aangevers zijn opgelicht. Het opnemen van geldbedragen c.q. het betalen met de bankpassen en pincodes van aangevers levert telkens diefstal door [aangever 8] van een valse sleutel op. Verder stelt de rechtbank vast dat bij deze bankpasfraude telkens sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Immers, het opbellen van aangevers, het aan de deur komen bij aangevers om de bankpassen en pincodes op te halen en het pinnen / betalen met die bankpassen en pincodes zijn handelingen die zeer nauw met elkaar in verband staan en die telkens in een kort tijdsbestek hebben plaatsgevonden. Het bellen, ophalen en pinnen hadden één doel, namelijk het verkrijgen / kunnen beschikken over zoveel mogelijk geld, afkomstig van de rekeningen van aangevers.
Betrokkenheid van verdachte
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij zich in de periode van 1 maart 2021 tot en met
3 maart 2021 bezig hield met bankpasoplichting en diefstal in heel Nederland. Verdachte maakte samen met zijn mededaders onderdeel uit van een organisatie. Er was iemand die contact opnam met de aangevers, iemand die reed, iemand die de woning van de aangevers binnen ging en iemand die pinde. Verdachte heeft verklaard dat er sprake was van een vaste werkwijze. Hij zat samen met twee mededaders in een auto. In de auto lag een vaste werkoutfit, bestaande uit een zwarte jas, zwarte pet, zwarte schoenen, mondkapjes, etc. Verdachte heeft verklaard dat hij voornamelijk degene is geweest die heeft gepind met de gestolen pinpassen. Verdachte kreeg 15% van het gepinde bedrag.
De rechtbank zal de betrokkenheid van verdachte per aangifte - samengevat - bespreken.
Zaaksdossier 2; aangifte [aangever 1] , pleegdatum 1 maart 2021, pleegplaats Holten
Aangeefster heeft verklaard dat omstreeks 12.30 uur een jongeman aan de deur stond. Het ging om een Nederlandse jongen, 20-25 jaar, 1.80 lang, zwarte Canadian Goose jas, spijkerbroek, Nike Air Max, zwart petje en een blauw mondkapje. Aangeefster heeft de jongen haar bankpassen en pincode gegeven. De jongen is in een grijze Volkswagen Golf gestapt. Getuig [getuige 1] heeft het signalement van de jongen bevestigd. Zij zag onder andere ook dat de jongen alleen in zijn rechteroor een airpod droeg. Zij zag ook dat de jongen als bijrijder in een grijze Volkswagen Golf stapte. [getuige 1] heeft opnames gemaakt van de jongen. Aan de hand van de camerabeelden en tijdstippen is het kenteken achterhaald en onderzoek gedaan naar de route van de Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] . Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] zijn auto is, die [naam 2] op naam heeft gezet. Vervolgens is met de pinpas van aangeefster geprobeerd te pinnen bij een automaat van de ABN AMRO bank. Er is daadwerkelijk
€ 1.000,-- gepind met de pas van aangeefster bij een Coop. De tijdstippen van de pintransacties zijn 13.13 uur, 13.14 uur, 13.15 uur, 13.16 uur en 13.17 uur. Op de beelden van de ABN AMRO automaat is te zien dat een persoon naar de Coop loopt. De verbalisant relateert dat de persoon op de beelden van de ABN AMRO automaat dezelfde persoon is als de persoon op de opname die [getuige 1] heeft gemaakt. De persoon op de beelden van de ABN AMRO en de Coop past in het signalement (Canadian Goose jas, oordopje in rechteroor, zwarte spijkerbroek en zwarte schoenen) zoals genoemd door aangeefster en [getuige 1] . Verdachte is door verbalisant [verbalisant 1] herkend op de beelden. De herkenning is gebaseerd op kenmerken van het gezicht/lichaam, de kleding en/of het loopje. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij zich herkent op de getoonde beelden.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader de bankpassen en pincode heeft opgehaald bij aangeefster [aangever 1] en verdachte vervolgens € 1.000,-- heeft gepind.
Zaaksdossier 4; aangifte [aangever 3] , pleegdatum 1 maart 2021, pleegplaats Haaksbergen
Aangeefster heeft verklaard dat zij omstreeks 16.00 uur een telefoontje kreeg van iemand die zich voordeed als medewerker van de Rabobank. De medewerker vertelde dat een crimineel uit Roemenië had geprobeerd om geld van de rekening te schrijven en dat daarom de bankpas vernieuwd moest worden. Vlak daarna kwam er een man aan de deur om haar bankpas en haar Rabo Scanner op te halen. De man zag er als volgt uit: lang, blank, mager, 30-35 jaar, mondkapje, zwarte handschoenen, pet, zwarte spijkerbroek en een zwarte jas met embleem op de mouw. Omstreeks 16.13 uur is in Haaksbergen € 1.150,-- gepind met de pas van aangeefster. De persoon op de beelden is onder andere als volgt beschreven; blanke man tussen 25-30 jaar, 1.80 -1.85 meter lang, blauw mondkapje, donkerblond haar, zwarte handschoenen, zwarte jas met embleem Canadian Goose op de linkermouw, zwarte spijkerbroek en schoenen.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft verdachte herkend op de beelden. Hij heeft de herkenning gebaseerd op het postuur, het haar, de inhammen, de vorm van het gezicht en de specifieke jas.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij verbalisant [verbalisant 2] al geruime tijd kent. Ook heeft hij verklaard dat hij denkt dat hij de persoon op de beelden is.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 3] is geweest om haar bankpas, pincode en Rabo Scanner op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 1.150,-- heeft gepind.
Zaaksdossier 6; aangifte [naam 1] namens zijn schoonmoeder [aangever 4] , pleegdatum
1 maart 2021, pleegplaats Deventer
Uit de aangifte volgt dat [aangever 4] werd gebeld door een man die zich voordeed als medewerker van een bank. Hij meldde dat er een groot bedrag werd gestort door een familielid uit Rotterdam en bood haar aan dat een medewerker van de bank zou langskomen om te kijken of alles nog in orde was. De man die haar pinpas kwam ophalen was een Nederlandse jongen van eind 20 - begin 30. Hij droeg een zwarte pet, een zwarte jas, een zwarte broek, groene trui en zwarte handschoenen. Er is gepind met de pas van [aangever 4] om 11.33 uur € 750,--, om 11.34 uur € 500,-- en om 11.39 uur € 527,50. De transactie van 11.39 uur betrof een betaling bij de Albert Heijn te Deventer. Albert Heijn medewerkster [getuige 2] heeft verklaard dat een jongeman opvallend veel sigaretten wilde kopen aan de balie bij de Albert Heijn. De jongeman kocht tientallen pakjes voor ruim € 500,--. De beelden van deze transactie zijn opgevraagd en verbalisant [verbalisant 2] heeft verdachte herkend op de beelden van de Albert Heijn. [verbalisant 2] noemt de specifieke jas, pet, schoenen, de witte oordop, de vorm van het gezicht en de blik in het gezicht. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij verbalisant [verbalisant 2] al geruime tijd kent. Ook heeft hij verklaard dat hij denkt dat hij de persoon op de beelden is.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 4] is geweest om haar bankpas en pincode op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 1.250,-- heeft gepind en € 527,50 heeft betaald.
Zaaksdossier 7; aangifte [aangever 5] , pleegdatum 2 maart 2021, pleegplaats Hengelo
Aangeefster heeft verklaard dat zij werd gebeld door een man die zich voordeed als een medewerker van de bank. De man vertelde dat er een geldbedrag van haar rekening was ontvreemd en om het op te lossen had de man de pincode nodig en zou er een medewerker langs komen om haar bankpas op te halen. De man die bij haar aan de deur kwam, trok blauwe handschoentjes aan. Hij was blank, slank, ongeveer 185-190 centimeter, zwarte jas, zwarte schoenen, zwarte broek, geen gezichtsbeharing en sprak accentloos Nederlands. Getuige [getuige 3] zag dat de man blauwe handschoenen aan deed. Hij omschrijft de man als tussen de 23 en 25 jaar, blank, ongeveer 1.85- 1.90, donkerblauwe jas met gele accenten, zwarte broek en schoenen, zwart petje met grijs embleem en sprak Nederlands zonder accent. Hij zag dat de man als passagier in een grijze Volkswagen Golf stapte. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een grijze Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] heeft die op naam stond van [naam 2] . Er is gepind met de bankpas van aangeefster [aangever 5] om 12.40.02 uur € 2.000,--, om 12.40.40 uur € 2.000,-- en om 12.41.38 uur € 900,--. Verdachte is ter zitting een still getoond van de man die aan het pinnen is en hij heeft verklaard dat hij denkt dat hij de persoon op de beelden is.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 5] is geweest om haar bankpas en pincode op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 4.900,-- heeft gepind.
Zaaksdossier 8; aangifte [aangever 6] , pleegdatum 2 maart 2021, pleegplaats Enschede
Aangeefster [aangever 6] heeft verklaard dat zij werd gebeld door een man die zich uitgaf als medewerker van de Rabobank. De man vertelde haar dat er een virus in haar computer zat en dat hij iemand langs zou sturen om te helpen. Er kwam een blanke man aan de deur, ongeveer 22-23 jaar. Hij had een dun en slungelig postuur. Donkerblond haar en droeg blauwe plastic handschoenen en casual kleding. De man vroeg haar in te loggen op het internetbankieren. Aangeefster moest vervolgens haar bankpas en identifier aan de man overhandigen. De man heeft vervolgens haar bankpas door midden geknipt en meegenomen. Er is twee keer een bedrag van haar spaarrekening overgeboekt naar haar lopende rekening. In totaal is er met de pas van aangeefster € 5.500,-- gepind. Er is geld opgenomen bij een geldmaat van de Rabobank en er zijn goederen betaald bij de Albert Heijn in Enschede.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft verdachte herkend op de beelden van de Rabobank. Hij heeft de herkenning gebaseerd op het totaalbeeld van de kenmerken: de gezichtscontouren, de leeftijd, de huidskleur, de kleding en houding. Verdachte is ter zitting een still getoond van de man die aan het pinnen is en hij heeft verklaard dat hij zich herkent in de rechterfoto.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 6] is geweest om haar bankpas op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 4.900,-- heeft gepind en € 600,-- heeft betaald.
Zaaksdossier 11; aangifte [aangever 9] , pleegdatum 3 maart 2021, pleegplaats Oldenzaal
Aangever heeft verklaard dat hij omstreeks 11.00 uur werd gebeld door een man die zich voordeed als bankmedewerker. De man vertelde dat er een transactie was onderschept van iemand uit Rotterdam om geld over te maken naar Roemenië. De man vertelde aangever dat er iemand van de bank bij hem thuis zou komen. Zo’n tien minuten later kwam er een man aan de deur, die de bankpassen kwam ophalen. De man was circa 1.90 meter. Hij had een normaal postuur. Hij droeg een donkere jas met geel embleem aan de linkerkant. Hij droeg plastic handschoenen. De man was blank en 25 - 30 jaar. Er is € 6.000,-- overgeboekt van de spaarrekening van aangever naar zijn betaalrekening. Met de pinpas van aangever is geld opgenomen bij de geldautomaat van de Rabobank om 11.46 uur € 2.000,--, 11.47 uur
€ 2.000,--, 11.48 uur € 900,--, 11.48 uur € 50,-- en om 11.49 uur € 1.200,-- euro. Er zijn beelden opgevraagd bij de Rabobank. De man op de beelden is blank en slank. Hij draagt een zwarte pet, een zwarte winterjas met capuchon, een blauw mondkapje, een blauwe spijkerbroek en zwarte schoenen.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 4] hebben verdachte herkend op de beelden. Verbalisanten hebben verdachte herkend aan het totaalbeeld van leeftijd, huidskleur, postuur, kleding, schoenen, pet en gezichtskenmerken.
Verdachte is ter zitting een still getoond van de man die aan het pinnen is en heeft verklaard dat hij de persoon op de linker foto kan zijn.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededaders bij [aangever 9] is geweest om zijn bankpas met pincode op te halen en verdachte vervolgens met zijn bankpas € 6.150,-- heeft gepind.
De rechtbank is van oordeel dat in de zaaksdossier 3 ( [aangever 2] ), 9 ( [aangever 7] ) en 10 ( [aangever 8] ) de werkwijze veel overeenkomsten vertoont met de andere aangiftes, maar in deze dossiers bevindt zich geen herkenning van verdachte. De rechtbank spreekt verdachte in zoverre
- partieel - vrij van het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
De rechtbank acht de feiten 1 en 2 – medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd en diefstal door twee of meer verenigde personen door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd – wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken ten aanzien van de gedachtestreepjes die zien op aangevers [aangever 2] , [aangever 8] en [aangever 7] .