ECLI:NL:RBOVE:2023:554

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
08/166378-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor oplichting en diefstal van oudere slachtoffers door middel van valse hoedanigheid

Op 14 februari 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 30-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden voor oplichting en diefstal. De man, samen met mededaders, heeft zich voorgedaan als bankmedewerker en oudere slachtoffers misleid om hun bankpassen en pincodes af te geven. Dit gebeurde tussen 1 en 3 maart 2021, waarbij de slachtoffers telefonisch benaderd werden met een verhaal over een probleem met hun bankrekening. Na het verkrijgen van de gegevens werden aanzienlijke bedragen van hun rekeningen gepind. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van oplichting en diefstal door middel van valse sleutels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft tijdens de zitting bekend dat hij betrokken was bij de bankpasoplichting en dat hij deel uitmaakte van een organisatie die deze misdrijven pleegde. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers in overweging genomen bij het opleggen van de straf. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat de rechtbank als verzwarend heeft beschouwd. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 1.000,- toegewezen aan een van de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/166378-21 (P)
Datum vonnis: 14 februari 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de P.I. Nieuwegein.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 januari 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.Y. Huang en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M. Jonk, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021 samen met anderen:
feit 1:negen personen heeft opgelicht;
feit 2:geld heeft gestolen door onbevoegd te pinnen met de bankpassen van deze negen personen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op/in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021, te Rijssen-Holten, Hellendoorn, Haaksbergen, Deventer, Hengelo, Enschede en/of Oldenzaal,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende goederen,
- [aangever 1] (zaak 2) tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) met bijbehorende (privé) pincode(s), en/of
- [aangever 2] (zaak 3) tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) met bijbehorende (privé) pincode(s), en/of
- [aangever 3] (zaak 4) tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) met bijbehorende (privé) pincode(s), een Rabo Scanner (randomreader)en/of
- [aangever 4] (zaak 6) tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) met bijbehorende (privé) pincode(s), en/of
- [aangever 5] (zaak 7) tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) met bijbehorende (privé) pincode(s), en/of
- [aangever 6] (zaak 8) tot de afgifte van (privé) inloggegevens van haar bankrekening en/of een bankpas met bijbehorende (privé) pincode en/of een identifier, en/of,
- [aangever 7] (zaak 9) tot de afgifte van (privé) inloggegevens van zijn bankrekening en/of een bankpas met bijbehorende (privé) pincode, en/of
- [aangever 8] (zaak 10) tot de afgifte van een of meerdere bankpas(sen) met bijbehorende (privé) pincode(s), en/of
- [aangever 9] (zaak 11) tot de afgifte van (privé) inloggegevens van zijn bankrekening en/of een of meerdere bankpas(sen) met bijbehorende (privé) pincode(s), in elk geval enig goed,
door, (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- die personen telefonisch en/of thuis te benaderen, en/of
- zich voor te doen als een medewerker van diens bank, en/of
- zich jegens die persoon/personen te presenteren onder een valse naam, en/of
- aan te geven dat genoemde persoon/personen een (spoedeisend) financieel probleem heeft of een probleem/storing bij het tele-of internetbankieren en/of vervolgens hulp aan te bieden bij het oplossen van het probleem met de bankrekening, het internetbankieren en/of de bankpas(sen);
2.
hij op/in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021, te Rijssen-Holten, Hellendoorn, Haaksbergen, Deventer, Hengelo, Enschede en/of Oldenzaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere geldbedrag(en) van in (totaal) (ongeveer)
- € 1000,- ( zaak 2), en/of
- € 2250,- ( zaak 3), en/of
- € 1100,- ( zaak 4), en/of
- € 1777,5 ( zaak 6), en/of
- € 4900,- ( zaak 7), en/of
- € 5500,- ( zaak 8), en/of
- € 9900,- ( zaak 9), en/of
- € 2500,- ( zaak 10), en/of
- € 6150,- (zaak 11),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] , [aangever 2] ,
[aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 7] , [aangever 8] en/of
[aangever 9] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen, onder zijn bereik heeft/hebben gebracht door [aangever 8] van een valse sleutel,
te weten met een (uit misdrijf verkregen) bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of inloggegevens en/of een randomreader, die niet aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorden.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich - in overeenstemming met haar overgelegde schriftelijke requisitoir - op het standpunt gesteld dat de feiten 1 en 2, met uitzondering van de gedachtestreepjes die zien op [aangever 7] (zaak 9) en [aangever 8] (zaak 10) wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van het onder 1 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft zich voor het onder 2 tenlastegelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Inleiding
De rechtbank stelt vast dat er in totaal negen aangiftes liggen van oplichtingen gepleegd in slechts drie dagen tijd van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021. Alle aangevers zijn hoogbejaard. In bijna alle zaken werden de aangevers thuis opgebeld door een man die zich voordeed als medewerker van een bank. Er was een probleem met de bankrekening dat direct verholpen moest worden. De man vertelde dat een collega bankmedewerker aan de deur zou komen om hun bankpas op te halen. Aangevers hebben verklaard dat er inderdaad een andere man aan de deur kwam. Aangeefster [aangever 1] is niet eerst opgebeld. Zij kreeg direct een man aan de deur die zich voordeed als bankmedewerker. Alle aangevers hebben hun bankpas en pincode afgegeven.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van alle negen aangevers kan worden vastgesteld dat zij het slachtoffer zijn geworden van bankpasfraude. Aangevers zijn aldus door [aangever 8] van een valse hoedanigheid, een valse naam, een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen bewogen hun bankpas en pincode af te geven. Er is op geraffineerde wijze een onjuiste voorstelling van zaken geschetst. Vastgesteld kan ook worden dat telkens is gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling. De rechtbank stelt vast dat alle aangevers zijn opgelicht. Het opnemen van geldbedragen c.q. het betalen met de bankpassen en pincodes van aangevers levert telkens diefstal door [aangever 8] van een valse sleutel op. Verder stelt de rechtbank vast dat bij deze bankpasfraude telkens sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Immers, het opbellen van aangevers, het aan de deur komen bij aangevers om de bankpassen en pincodes op te halen en het pinnen / betalen met die bankpassen en pincodes zijn handelingen die zeer nauw met elkaar in verband staan en die telkens in een kort tijdsbestek hebben plaatsgevonden. Het bellen, ophalen en pinnen hadden één doel, namelijk het verkrijgen / kunnen beschikken over zoveel mogelijk geld, afkomstig van de rekeningen van aangevers.
Betrokkenheid van verdachte
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij zich in de periode van 1 maart 2021 tot en met
3 maart 2021 bezig hield met bankpasoplichting en diefstal in heel Nederland. Verdachte maakte samen met zijn mededaders onderdeel uit van een organisatie. Er was iemand die contact opnam met de aangevers, iemand die reed, iemand die de woning van de aangevers binnen ging en iemand die pinde. Verdachte heeft verklaard dat er sprake was van een vaste werkwijze. Hij zat samen met twee mededaders in een auto. In de auto lag een vaste werkoutfit, bestaande uit een zwarte jas, zwarte pet, zwarte schoenen, mondkapjes, etc. Verdachte heeft verklaard dat hij voornamelijk degene is geweest die heeft gepind met de gestolen pinpassen. Verdachte kreeg 15% van het gepinde bedrag.
De rechtbank zal de betrokkenheid van verdachte per aangifte - samengevat - bespreken.
Zaaksdossier 2; aangifte [aangever 1] , pleegdatum 1 maart 2021, pleegplaats Holten
Aangeefster heeft verklaard dat omstreeks 12.30 uur een jongeman aan de deur stond. Het ging om een Nederlandse jongen, 20-25 jaar, 1.80 lang, zwarte Canadian Goose jas, spijkerbroek, Nike Air Max, zwart petje en een blauw mondkapje. Aangeefster heeft de jongen haar bankpassen en pincode gegeven. De jongen is in een grijze Volkswagen Golf gestapt. Getuig [getuige 1] heeft het signalement van de jongen bevestigd. Zij zag onder andere ook dat de jongen alleen in zijn rechteroor een airpod droeg. Zij zag ook dat de jongen als bijrijder in een grijze Volkswagen Golf stapte. [getuige 1] heeft opnames gemaakt van de jongen. Aan de hand van de camerabeelden en tijdstippen is het kenteken achterhaald en onderzoek gedaan naar de route van de Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] . Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] zijn auto is, die [naam 2] op naam heeft gezet. Vervolgens is met de pinpas van aangeefster geprobeerd te pinnen bij een automaat van de ABN AMRO bank. Er is daadwerkelijk
€ 1.000,-- gepind met de pas van aangeefster bij een Coop. De tijdstippen van de pintransacties zijn 13.13 uur, 13.14 uur, 13.15 uur, 13.16 uur en 13.17 uur. Op de beelden van de ABN AMRO automaat is te zien dat een persoon naar de Coop loopt. De verbalisant relateert dat de persoon op de beelden van de ABN AMRO automaat dezelfde persoon is als de persoon op de opname die [getuige 1] heeft gemaakt. De persoon op de beelden van de ABN AMRO en de Coop past in het signalement (Canadian Goose jas, oordopje in rechteroor, zwarte spijkerbroek en zwarte schoenen) zoals genoemd door aangeefster en [getuige 1] . Verdachte is door verbalisant [verbalisant 1] herkend op de beelden. De herkenning is gebaseerd op kenmerken van het gezicht/lichaam, de kleding en/of het loopje. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij zich herkent op de getoonde beelden.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader de bankpassen en pincode heeft opgehaald bij aangeefster [aangever 1] en verdachte vervolgens € 1.000,-- heeft gepind.
Zaaksdossier 4; aangifte [aangever 3] , pleegdatum 1 maart 2021, pleegplaats Haaksbergen
Aangeefster heeft verklaard dat zij omstreeks 16.00 uur een telefoontje kreeg van iemand die zich voordeed als medewerker van de Rabobank. De medewerker vertelde dat een crimineel uit Roemenië had geprobeerd om geld van de rekening te schrijven en dat daarom de bankpas vernieuwd moest worden. Vlak daarna kwam er een man aan de deur om haar bankpas en haar Rabo Scanner op te halen. De man zag er als volgt uit: lang, blank, mager, 30-35 jaar, mondkapje, zwarte handschoenen, pet, zwarte spijkerbroek en een zwarte jas met embleem op de mouw. Omstreeks 16.13 uur is in Haaksbergen € 1.150,-- gepind met de pas van aangeefster. De persoon op de beelden is onder andere als volgt beschreven; blanke man tussen 25-30 jaar, 1.80 -1.85 meter lang, blauw mondkapje, donkerblond haar, zwarte handschoenen, zwarte jas met embleem Canadian Goose op de linkermouw, zwarte spijkerbroek en schoenen.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft verdachte herkend op de beelden. Hij heeft de herkenning gebaseerd op het postuur, het haar, de inhammen, de vorm van het gezicht en de specifieke jas.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij verbalisant [verbalisant 2] al geruime tijd kent. Ook heeft hij verklaard dat hij denkt dat hij de persoon op de beelden is.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 3] is geweest om haar bankpas, pincode en Rabo Scanner op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 1.150,-- heeft gepind.
Zaaksdossier 6; aangifte [naam 1] namens zijn schoonmoeder [aangever 4] , pleegdatum
1 maart 2021, pleegplaats Deventer
Uit de aangifte volgt dat [aangever 4] werd gebeld door een man die zich voordeed als medewerker van een bank. Hij meldde dat er een groot bedrag werd gestort door een familielid uit Rotterdam en bood haar aan dat een medewerker van de bank zou langskomen om te kijken of alles nog in orde was. De man die haar pinpas kwam ophalen was een Nederlandse jongen van eind 20 - begin 30. Hij droeg een zwarte pet, een zwarte jas, een zwarte broek, groene trui en zwarte handschoenen. Er is gepind met de pas van [aangever 4] om 11.33 uur € 750,--, om 11.34 uur € 500,-- en om 11.39 uur € 527,50. De transactie van 11.39 uur betrof een betaling bij de Albert Heijn te Deventer. Albert Heijn medewerkster [getuige 2] heeft verklaard dat een jongeman opvallend veel sigaretten wilde kopen aan de balie bij de Albert Heijn. De jongeman kocht tientallen pakjes voor ruim € 500,--. De beelden van deze transactie zijn opgevraagd en verbalisant [verbalisant 2] heeft verdachte herkend op de beelden van de Albert Heijn. [verbalisant 2] noemt de specifieke jas, pet, schoenen, de witte oordop, de vorm van het gezicht en de blik in het gezicht. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij verbalisant [verbalisant 2] al geruime tijd kent. Ook heeft hij verklaard dat hij denkt dat hij de persoon op de beelden is.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 4] is geweest om haar bankpas en pincode op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 1.250,-- heeft gepind en € 527,50 heeft betaald.
Zaaksdossier 7; aangifte [aangever 5] , pleegdatum 2 maart 2021, pleegplaats Hengelo
Aangeefster heeft verklaard dat zij werd gebeld door een man die zich voordeed als een medewerker van de bank. De man vertelde dat er een geldbedrag van haar rekening was ontvreemd en om het op te lossen had de man de pincode nodig en zou er een medewerker langs komen om haar bankpas op te halen. De man die bij haar aan de deur kwam, trok blauwe handschoentjes aan. Hij was blank, slank, ongeveer 185-190 centimeter, zwarte jas, zwarte schoenen, zwarte broek, geen gezichtsbeharing en sprak accentloos Nederlands. Getuige [getuige 3] zag dat de man blauwe handschoenen aan deed. Hij omschrijft de man als tussen de 23 en 25 jaar, blank, ongeveer 1.85- 1.90, donkerblauwe jas met gele accenten, zwarte broek en schoenen, zwart petje met grijs embleem en sprak Nederlands zonder accent. Hij zag dat de man als passagier in een grijze Volkswagen Golf stapte. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een grijze Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] heeft die op naam stond van [naam 2] . Er is gepind met de bankpas van aangeefster [aangever 5] om 12.40.02 uur € 2.000,--, om 12.40.40 uur € 2.000,-- en om 12.41.38 uur € 900,--. Verdachte is ter zitting een still getoond van de man die aan het pinnen is en hij heeft verklaard dat hij denkt dat hij de persoon op de beelden is.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 5] is geweest om haar bankpas en pincode op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 4.900,-- heeft gepind.
Zaaksdossier 8; aangifte [aangever 6] , pleegdatum 2 maart 2021, pleegplaats Enschede
Aangeefster [aangever 6] heeft verklaard dat zij werd gebeld door een man die zich uitgaf als medewerker van de Rabobank. De man vertelde haar dat er een virus in haar computer zat en dat hij iemand langs zou sturen om te helpen. Er kwam een blanke man aan de deur, ongeveer 22-23 jaar. Hij had een dun en slungelig postuur. Donkerblond haar en droeg blauwe plastic handschoenen en casual kleding. De man vroeg haar in te loggen op het internetbankieren. Aangeefster moest vervolgens haar bankpas en identifier aan de man overhandigen. De man heeft vervolgens haar bankpas door midden geknipt en meegenomen. Er is twee keer een bedrag van haar spaarrekening overgeboekt naar haar lopende rekening. In totaal is er met de pas van aangeefster € 5.500,-- gepind. Er is geld opgenomen bij een geldmaat van de Rabobank en er zijn goederen betaald bij de Albert Heijn in Enschede.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft verdachte herkend op de beelden van de Rabobank. Hij heeft de herkenning gebaseerd op het totaalbeeld van de kenmerken: de gezichtscontouren, de leeftijd, de huidskleur, de kleding en houding. Verdachte is ter zitting een still getoond van de man die aan het pinnen is en hij heeft verklaard dat hij zich herkent in de rechterfoto.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededader bij [aangever 6] is geweest om haar bankpas op te halen en verdachte vervolgens met haar bankpas € 4.900,-- heeft gepind en € 600,-- heeft betaald.
Zaaksdossier 11; aangifte [aangever 9] , pleegdatum 3 maart 2021, pleegplaats Oldenzaal
Aangever heeft verklaard dat hij omstreeks 11.00 uur werd gebeld door een man die zich voordeed als bankmedewerker. De man vertelde dat er een transactie was onderschept van iemand uit Rotterdam om geld over te maken naar Roemenië. De man vertelde aangever dat er iemand van de bank bij hem thuis zou komen. Zo’n tien minuten later kwam er een man aan de deur, die de bankpassen kwam ophalen. De man was circa 1.90 meter. Hij had een normaal postuur. Hij droeg een donkere jas met geel embleem aan de linkerkant. Hij droeg plastic handschoenen. De man was blank en 25 - 30 jaar. Er is € 6.000,-- overgeboekt van de spaarrekening van aangever naar zijn betaalrekening. Met de pinpas van aangever is geld opgenomen bij de geldautomaat van de Rabobank om 11.46 uur € 2.000,--, 11.47 uur
€ 2.000,--, 11.48 uur € 900,--, 11.48 uur € 50,-- en om 11.49 uur € 1.200,-- euro. Er zijn beelden opgevraagd bij de Rabobank. De man op de beelden is blank en slank. Hij draagt een zwarte pet, een zwarte winterjas met capuchon, een blauw mondkapje, een blauwe spijkerbroek en zwarte schoenen.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 4] hebben verdachte herkend op de beelden. Verbalisanten hebben verdachte herkend aan het totaalbeeld van leeftijd, huidskleur, postuur, kleding, schoenen, pet en gezichtskenmerken.
Verdachte is ter zitting een still getoond van de man die aan het pinnen is en heeft verklaard dat hij de persoon op de linker foto kan zijn.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte dan wel een mededaders bij [aangever 9] is geweest om zijn bankpas met pincode op te halen en verdachte vervolgens met zijn bankpas € 6.150,-- heeft gepind.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat in de zaaksdossier 3 ( [aangever 2] ), 9 ( [aangever 7] ) en 10 ( [aangever 8] ) de werkwijze veel overeenkomsten vertoont met de andere aangiftes, maar in deze dossiers bevindt zich geen herkenning van verdachte. De rechtbank spreekt verdachte in zoverre
- partieel - vrij van het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
Conclusie
De rechtbank acht de feiten 1 en 2 – medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd en diefstal door twee of meer verenigde personen door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd – wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken ten aanzien van de gedachtestreepjes die zien op aangevers [aangever 2] , [aangever 8] en [aangever 7] .
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021, te Rijssen-Holten, Haaksbergen, Deventer, Hengelo, Enschede en Oldenzaal, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende goederen,
- [aangever 1] (zaak 2) tot de afgifte van meerdere bankpassen met bijbehorende pincodes, en
- [aangever 3] (zaak 4) tot de afgifte van een bankpas met bijbehorende pincode, een Rabo Scanner (randomreader) en
- [aangever 4] (zaak 6) tot de afgifte van een bankpas met bijbehorende pincode, en
- [aangever 5] (zaak 7) tot de afgifte van een bankpas met bijbehorende pincode, en
- [aangever 6] (zaak 8) tot de afgifte van (privé) inloggegevens van haar bankrekening en een bankpas en een identifier, en,
- [aangever 9] (zaak 11) tot de afgifte van meerdere bankpassen met bijbehorende pincodes,
door, (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- die personen telefonisch en/of thuis te benaderen, en
- zich voor te doen als een medewerker van diens bank, en
- zich jegens die persoon/personen te presenteren onder een valse naam, en
- aan te geven dat genoemde persoon/personen een (spoedeisend) financieel probleem heeft of een probleem/storing bij het tele-of internetbankieren en/of vervolgens hulp aan te bieden bij het oplossen van het probleem met de bankrekening, het internetbankieren en/of de bankpas(sen);
2.
hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021, te Rijssen-Holten, Haaksbergen, Deventer, Hengelo, Enschede en Oldenzaal, tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen van in (totaal)
- € 1.000,- (zaak 2), en
- € 1.100,- (zaak 4), en
- € 1.777,5 (zaak 6), en
- € 4.900,- (zaak 7), en
- € 5.500,- (zaak 8), en
- € 6.150,- (zaak 11),
toebehorende aan [aangever 1] , [aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] en/of [aangever 9] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) de weg te nemen goed/goederen, onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten met een (uit misdrijf verkregen) bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of inloggegevens en/of een randomreader, die niet aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht toepassing te geven aan artikel 9a Sr en verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van een straf. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat artikel 63 Sr van toepassing. Verdachte is op 19 augustus 2022 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk. Nu ingevolge artikel 63 juncto 57 lid 2 Sr één straf wordt opgelegd is er geen wettelijke ruimte meer voor het opleggen van een gevangenisstraf dan wel een taakstraf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan oplichtingen en diefstal waarvan oudere mensen het slachtoffer zijn geworden. Verdachte en zijn mededaders hebben zich daarbij uitgegeven als medewerker van een bank en hebben op zeer geraffineerde wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat hij en zijn mededaders in die hoedanigheid van de slachtoffers wisten te winnen. Met een listig verhaal hebben verdachte en zijn mededaders de slachtoffers daarbij bewogen tot het afgeven van de pincode van hun bankpas. Vervolgens zijn de slachtoffers kort erna ook door verdachte en zijn mededaders bestolen, doordat verdachte met de ontvreemde bankpassen en verkregen pincodes (aanzienlijke) bedragen van hun bankrekening heeft opgenomen, waardoor verdachte zich tevens heeft schuldig gemaakt aan diefstal door middel van een valse sleutel. Dit zijn op zichzelf reeds ernstige feiten, die naast financiële schade vaak veel overlast en gevoelens van onmacht bij de gedupeerden teweeg brengen. Daarbij komt dat verdachte bij het plegen van deze feiten kennelijk doelbewust, stelselmatig, en op doordachte wijze ouderen, behorend tot een bijzonder kwetsbare doelgroep, als slachtoffer heeft uitgekozen. Verdachte heeft hierbij slechts uit eigen financieel gewin gehandeld, zonder zich te bekommeren om de uitwerking van zijn handelen op – juist – deze slachtoffers. Door het handelen van verdachte en zijn mededaders is het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens, van wie ouderen in toenemende mate afhankelijk zijn, in ernstige mate geschaad. Tevens neemt de rechtbank in beschouwing dat de oplichting bij de slachtoffers thuis heeft plaatsgevonden, waardoor verdachte bij de slachtoffers het gevoel van veiligheid in en rond hun huis ernstig heeft aangetast.
Persoon van de verdachte
Verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
29 december 2022 eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld. Voorts blijkt dat verdachte na het plegen van de onderhavige feiten, reeds onherroepelijk is veroordeeld voor onder andere het medeplegen van oplichting waarvoor hem een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden waarvan 24 maanden voorwaardelijk is opgelegd, hetgeen betekent dat artikel 63 Sr van toepassing is.
Ter zitting heeft verdachte duidelijk laten merken dat hij het onterecht vindt dat politie en justitie steeds weer met verdenkingen tegen hem komt voor soortgelijke zaken waarvoor hij reeds is veroordeeld tot een lange gevangenisstraf. De rechtbank merkt op dat dit inherent is aan de misdrijven die verdachte heeft gepleegd. De opsporing vergt namelijk veel tijd doordat veelal camerabeelden moet worden uitgekeken, wat veel personele inzet vereist van de politie. Het is slechts verdachte die er voor kan zorgen dat zaken uit het verleden hem niet achtervolgen. Hij zal open kaart moeten spelen of de huidige gang van zaken ondergaan. Met zijn verwijten richting het Openbaar Ministerie geeft hij er blijk van geen enkel oog te hebben voor het strafbare van zijn handelen en het leed dat hij de slachtoffers aandoet.
De straf
De rechtbank is van oordeel dat hetgeen de raadsman heeft bepleit dat er door een eerdere veroordeling nu geen ruimte meer is voor het opleggen van een gevangenisstraf dan wel een taakstraf, geen steun vindt in het recht.
Gelet op de ernst van de gepleegde feiten, de rol die verdachte daarbij verweten wordt en de mate van veronachtzaming van de belangen van de slachtoffers door verdachte, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.000,-- (duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. Dit bedrag bestaat uit materiële schade en betreft afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in het geheel hoofdelijk dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 1.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom hoofdelijk toewijzen tot een bedrag van € 1.000,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf
1 maart 2021.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2, het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] toe;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] van een bedrag van
€ 1.000,-- (duizend euro)(bestaande uit materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2021 hoofdelijk met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 1.000,-- (duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.G.J. Gehring, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021246486. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte [aangever 1] van 1 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 20 t/m 22:
Plaats delict : [adres 1] , binnen de gemeente Rijssen-Holten
Pleegdatum / tijd : Tussen 1 maart 2021 om 12:30 uur en maandag 1 maart
2021 om 13:00 uur
Op 1 maart 2021 omstreeks 12:30 uur hoorde ik dat er bij mij werd aangebeld. Ik zag dat er een jongeman bij mij aan de voordeur stond. Ik kan de jongen als volgt omschrijven:
Nederlandse jongen, 20-25 jaar, 1.80 lang, zwarte Canadian Goose jas, zwarte spijkerbroek, zwarte Nike Air Max '97 Sneakers, zwart petje en blauwe mondkapje. De jongen deed zich bij mij voor als een bankmedewerker en zei dat ik mijn oude bankpassen moest inleveren. Ik moest de jongen ook mijn pincode geven. De jongen is in een lichtgrijze Volkswagen Golf 7 gestapt.
2.
Het proces-verbaal getuige [getuige 1] van 2 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 23 t/m 26:
Op 1 maart 2021 zag ik dat er een jongen bij mijn overbuurvrouw aan de deur ging aan [adres 1] . Ik zag dat de jongen er als volgt uitzag; blanke Nederlandse jongen, 20-25 jaar, 1.80m lang, kaal of kort opgeschoren kapsel, zwarte Canadian Goose jas, groene korte mouw
poloshirt met een logo op linkerborst, zwarte spijkerbroek, zwarte Nike Air Max '97 sneakers, zwart petje, blauw mondkapje. Het viel me op dat de jongen alleen in zijn rechteroor een airpod droeg. De jongen stapte in een grijze Volkswagen Golf 7 aan de
bijrijderskant in. Ik heb beeldmateriaal gemaakt en stel dit beschikbaar voor de politie.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] van 5 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 41 t/m 44:
Op 1 maart 2021 is er geprobeerd te pinnen met de pinpas van aangever bij de ABN
pinautomaat aan de Dorpsstraat te Holten. Daarna is meerdere keren gepind bij de supermarkt Supercoop gelegen aan de Dorpsstraat te Holten. De tijdstippen van het pinnen waren: 13:13 uur, 13:14 uur, 13:15 uur, 13:16 en 13:17 uur. In alle vijf de gevallen is er € 200,-- gepind. De verdachte welke op beelden staat van het pinnen bij de Supercoop te Holten heeft het zelfde signalement als bij de aangever.
Op 4 maart 2021 gingen wij, verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , opzoek naar camerabeelden in Holten om zo de auto in beeld te krijgen en eventueel een bijbehorend kenteken. De zilvergrijze Volkswagen Golf, type 7 heeft het kenteken [kenteken] .
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] met bijlagen, van
5 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 75 t/m 83:
Verdachte heeft op 1 maart 2021 getracht te pinnen bij de ABN-Amro bank gelegen aan de Dorpsstraat 24 te Holten, gemeente Rijssen-Holten. Ik kan de verdachte als volgt omschrijven: “Man, blanke huidskleur, donkere jas, petje, blauw mondkapje voor zijn mond, oordopje in het rechteroor”.
Ik, verbalisant heb de beelden die getuige [getuige 1] heeft gemaakt bekeken en ik stel vast dat degene die op deze beelden te zien is dezelfde persoon betrof. Ook de manier van lopen komt overeen.
5.
Het proces-verbaal van herkenning van verbalisant [verbalisant 1] met bijlagen, van 17 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 55 t/m 58:
De persoon midden in beeld op still 1, de persoon midden in beeld op still 2 en de persoon midden in beeld op still 3 herken ik als: “ [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ”.
Ik herken [verdachte] aan zijn blanke huidskleur, zijn lengte van ongeveer 1.80 meter, zijn slanke postuur, zijn smalle gezichtsvorm, zijn lichaamshouding namelijk licht voorover gebogen. Daarnaast herkende ik direct het loopje op de beelden van [verdachte] . Hij loopt
stoer, als een zekere man, met borst vooruit. Ook herkende ik direct de zwartkleurige jas van het dure merk Canadian Goose. [verdachte] heb ik deze jas vaker zien dragen.
6.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 31 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
De zilvergrijze Volkswagen Golf, type 7 met kenteken [kenteken] is mijn auto, die [naam 2] op naam heeft gezet.
Ik herken mij op de foto’s onder nummer 3 die zien op 1 maart 2021 aan de Dorpstraat 20 in Holten (Coop) en van 13:11 uur bij de ABN automaat.
[afbeelding]
7.
Het proces-verbaal van aangifte [aangever 3] van 1 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 114 t/m 116:
Plaats delict : [adres 2] Haaksbergen
Pleegdatum / tijd : Tussen 1 maart 2021 om 16:00 uur en 1 maart 2021 om 16:43 uur
Op 1 maart 2021 kreeg ik, omstreeks 16.00 uur een telefoontje van een meneer [naam 3] van Rabobank Enschede-Haaksbergen. Ik hoorde hem zeggen dat een crimineel uit Roemenië had geprobeerd om geld van onze rekening te schrijven en dat mijn bankpas daarom nu vernieuwd zou moeten worden. Ik moest aan de telefoon blijven en dan zou zich zo iemand melden bij mijn woning. Er kwam een man aan de deur die vertelde dat hij van de Rabobank was en mijn bankpas op kwam halen. Ik heb mijn pincode gezegd tegen deze meneer [naam 3] . Ik heb de Rabo Scanner aan de man aan de deur gegeven. Ik kan de man die aan mijn voordeur kwam als volgt omschrijven: “Lange blanke magere man, leeftijd 30-35 jaar, droeg een mondkapje en zwarte handschoenen, een pet, zwarte spijkerbroek, zwarte jas, op zijn mouw zat een soort embleem en sprak goed Nederlands”.
De medewerkster van de Rabobank zag dat er 1.100 euro was opgenomen van mijn rekening. Het geld is gepind bij het Rabobank filiaal aan de Kalter 2 in Haaksbergen van mijn rekening nummer [rekeningnummer] .
8.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] , van 9 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 126 en 127:
Op de beelden van de beveiligingscamera bevestigd aan de gevel van de pinautomaat van de RABOBANK aan de Kalter 2 te Haaksbergen van 1 maart 2021 om 16.13 uur is een man te zien, tussen de 25- 30 jaar, 1.80 -1.85 meter lang, blauw mondkapje, donkerblond haar, zwarte handschoenen, zwarte jas met embleem Canadian Goose op de linkermouw, zwarte spijkerbroek en schoenen.
Tijd van de camerabeelden: 1 maart 2021, 16:13:39. Op de camerabeelden zag ik dat in beeld verscheen de tekst: "GELDOPNAME GEKOZEN BEDRAG: EUR 1.150,00”.
9.
Het proces-verbaal van herkenning van verbalisant [verbalisant 2] met bijlagen, van 17 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 132 t/m 135:
Op 15 maart 2021 kreeg ik via de email een verzoek tot herkenning van een verdachte.
Ik zag dat de video-opname in kleur werd weergegeven. Ik zag vermeld staan dat de opname was op 1 maart 2021, omstreeks 16.13 uur. Ik herken verdachte als: “ [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1992 te [geboorteplaats] ”. Ik herkende [verdachte] specifiek aan zijn normale postuur, haar, inhammen, gezichtsvorm en zijn zwarte Canadian Goose jas.
10.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 31 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Verbalisant [verbalisant 2] ken ik al geruime tijd.
Ik herken mij op de foto onder nummer 5 die ziet op het pinnen van 1 maart 2021 in Haaksbergen van 16:13 uur bij de Rabobank in Haaksbergen.
[afbeelding]
11.
Het proces-verbaal van aangifte [naam 1] namens [aangever 4] van 3 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 188 t/m 191:
Plaats delict : [adres 3] Deventer
Pleegdatum / tijd : Tussen 1 maart 2021 om 10:30 uur en 1 maart 2021 om 11:40 uur
Op 1 maart 2021, rond 10.30 uur werd zij gebeld door een man die zich voordeed als medewerker van de Rabobank. Hij gaf aan dat er een groot bedrag gestort werd door een familielid uit Rotterdam. Er zou een medewerker van de bank langs komen om haar te helpen om te kijken of alles nog in orde was. Binnen een paar minuten stond de medewerker voor de deur. Hij kwam tot de conclusie dat het beter was om de bankpas door te knippen zodat daar niets meer mee kon gebeuren. Mijn schoonmoeder heeft de pas afgegeven en de man heeft hem direct ter plekke doorgeknipt. Omdat de pas toch doorgeknipt was en niet meer werkte, kon ze ook haar pincode wel afgegeven. Signalement: “Nederlandse jongeman van eind twintig, begin dertig, blank, zwarte pet op, zwarte gladde jas aan, zwarte broek, groene trui en zwarte handschoenen”.
Er is gepind bij de geldmaat Flora 54 in Deventer om 11:33 uur, € 750,00, 11:34 uur,
€ 500,00 en bij de Albert Heijn in Deventer 11:39 uur, € 527,50.
12.
Het proces-verbaal getuige [getuige 2] van 3 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 192 t/m 194:
Op 1 maart 2021 was ik als kassière aan het werk bij de Albert Heijn aan de Flora te Deventer. Op dat moment kwam er een blanke jongeman aan de balie die sigaretten wilde kopen. Hij kocht sigaretten met een totaalwaarde van € 527,50.
13.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 19 april 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 219 t/m 221:
Op 18 april 2021 kreeg ik via de email een verzoek tot herkenning van een verdachte.
Ik zag dat de bewakingsbeelden in kleur werden weergegeven. Ik zag dat de beelden afkomstig waren van de Albert Heijn. De persoon op de stills herken ik ambtshalve als: “ [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ”. Het is mij opgevallen dat
[verdachte] altijd zwarte schoenen draagt. Het is mij opgevallen dat [verdachte] vaak wisselt tussen twee jassen. Namelijk een zwarte Canadian Goose jas en een donkere
gewatteerde jas met een opvallend geel lipje ter hoogte van de kraag. Het is mij opgevallen dat [verdachte] vaak een zwarte pet op heeft met voorop een witte tekst. Het is mij opgevallen dat [verdachte] altijd een wit draadloos oortje in heeft in zijn rechteroor.
14.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 31 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Verbalisant [verbalisant 2] ken ik al geruime tijd. Ik denk dat ik de persoon op de foto ben onder nummer 2 in de Albert Heijn in Deventer van 1 maart 2021 om 11.39 uur.
[afbeelding]
15.
Het proces-verbaal van aangifte [aangever 5] van 2 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 237 t/m 239:
Op 2 maart 2021, omstreeks 12.15 uur, bevond ik mij in mijn woning, gelegen aan [adres 4] te Hengelo. Ik kreeg telefoon. Ik hoorde dat deze persoon zei dat hij van de bank was. Ik hoorde dat de persoon die mij belde vertelde dat er zojuist een geldbedrag was ontvreemd van mijn bankrekening. Ik hoorde dat hij zei dat hij, om dit op te lossen, mijn pincode nodig had en dat er vandaag nog een medewerker bij mij langs zou komen. Ik heb de man hierop mijn pincode verteld. Ongeveer vijf minuten zag ik dat er een man aan de achterdeur stond. Ik zag dat de man blauwe handschoentjes aantrok. Ik overhandigde de man de betaalpas. Signalement: “slank, ongeveer 185-190 cm, zwarte jas, zwarte schoenen en zwarte broek, geen gezichtsbeharing en accentloos Nederlands sprekend”. Ik zag dat er een bedrag van 4900 euro was afgeschreven. Dit was achtereenvolgens: 12.40:02 – 2.000 euro, 12.40:50 – 2.000 euro en 12.41:38 - 900 euro. De transacties hebben plaatsgevonden bij een geldautomaat van de Rabobank aan de Christian Langefeldstraat te Hengelo.
16.
Het proces-verbaal getuige [getuige 3] van 2 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 240 t/m 241:
Op 2 maart 2021 was ik aan [adres 4] te Hengelo. Ik zag en hoorde dat de bewoonster een telefoongesprek had met een bankmedewerker. Op een gegeven moment zag ik dat er een man voor de keukendeur stond. Deze man deed blauwe handschoentjes aan.
Ik zag dat deze man er als volgt uitzag: “23 en 25 jaar, blanke huidskleur, ongeveer 185 a 190 cm, donkerblauwe jas met gele accenten, zwarte werkbroek, zwarte schoenen, zwart baseball petje met grijs embleem en accentloos Nederlands sprekend”. Ik zag dat de man in een zilverkleurige VW Golf instapte op de passagiersstoel.
17.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 31 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
De zilvergrijze Volkswagen Golf, type 7 met kenteken [kenteken] is mijn auto, die [naam 2] op naam heeft gezet. Ik denk dat ik de persoon op de foto ben onder nummer 7 van 2 maart 2021 die ziet op de Christian Langefeldstraat in Hengelo van 12.40 en 12.41 uur.
[afbeelding]
18.
Het proces-verbaal van aangifte [aangever 6] van 3 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 248 t/m 253:
Plaats delict : [adres 5] Enschede
Pleegdatum / tijd : Tussen 2 maart 2021 om 11:00 uur en 2 maart 2021 om 11:43 uur
Op 2 maart 2021 omstreeks 11:00 uur kreeg ik een telefoontje van een man die zich uitgaf als [naam 3] medewerker van de Rabobank. De man vertelde dat er een virus in mijn computer zat en dat er een medewerker naar mij toe zou komen. Kort daarop stond de medewerker bij mij aan de deur. Signalement: blanke man, ongeveer 22 of 23 jaar, ongeveer 175 lang, heel erg dun, slungelig postuur, goed verzorgd, donkerblond steil warrig haar, droeg blauwe plastic handschoenen en grijs mondkapje, grijze casual kleding en sprak keurig Nederlands. Ik had inmiddels al ingelogd bij het online bankieren. Ik moest vervolgens mijn bankpasje en mijn identifier aan de jongeman overhandigen. Dat heb ik gedaan. De jongeman knipte mijn bankpas toen doormidden. De jongeman is toen weggegaan. Op 3 maart 2021 ben ik bij de bank geweest en daar vertelde men mij dat er 5.500,00 euro van mijn rekening was gehaald. Het bleek dat men twee keer een flink bedrag van mijn spaarrekening naar mijn basisrekening had overgemaakt Vervolgens heeft men een groot bedrag bij de Rabobank gepind, te weten; 4.900,00 euro. Vervolgens is er 6 keer 100 euro gepind bij de Albert Heijn.
19.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 16 april 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 266 t/m 267:
Op 16 april 2021 kreeg ik via de email een verzoek tot herkenning van een verdachte.
De aandachtvestiging bevatte videobeelden. Hiervan is 1 still gemaakt. De persoon op de still herken ik als: “ [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ”. Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken de contouren van het gezicht van de persoon. Ik zag dat de leeftijd van de persoon rond de 30 jaar oud was. Ik zag dat de persoon blanke huidskleur had. Ik herken de kleding van de persoon als passend bij de verdachte.
20.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 31 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik herken mij op de rechterfoto onder nummer 6 van 2 maart 2021 die ziet op het pinnen bij de Rabobank in Enschede van 11.21 uur, 11.22 uur en 11.23 uur.
[afbeelding]
21.
Het proces-verbaal van aangifte [aangever 9] met bijlagen van 9 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 306 t/m 318:
Plaats delict : [adres 6] Oldenzaal
Pleegdatum / tijd : Tussen 3 maart 2021 om 11:00 uur en 3 maart 2021 om 15:30 uur
Op 3 maart 2021 omstreeks 11.00 uur werd er gebeld door een medewerker van de Rabobank, [naam 3] . Hij vertelde dat de bank een transactie onderschept hadden van iemand uit Rotterdam om geld over te boeken naar Roemenië. Er zou iemand van de bank bij mij thuis komen. Circa 10 minuten later ging ook daadwerkelijk de bel en heeft mijn vrouw deze medewerker binnen gelaten. Mijn vrouw heeft de pincode doorgegeven aan Sander. Vervolgens heeft de medewerker aan de deur de pasjes doorgeknipt en niet meer afgegeven. Ik zag, dat er op 3 maart 6000,00 euro van mijn spaarrekening over was geschreven naar mijn privérekening. Ik zag, dat er op 3 maart 2021 om 11:46 uur € 2.000,00 was afgeschreven van mijn rekening, bij een geldautomaat van Rabobank Twente Oost, om 11:47 uur € 2.000,00 om 11:48 uur € 900,00 om 11:48 uur € 50,00 en om 11:49 uur € 1.200,00. Signalement van de medewerker die mij bezocht: “man circa 190 cm, normaal postuur, donkere jas voorzien van een geel embleem aan de linkerkant, blank en 25-30 jaar”.
22.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] van 19 maart 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 324 t/m 328:
Op 19 maart 2021, was ik, belast met het uitkijken van de camerabeelden van een pinautomaat op de Kerkstraat 2 te Oldenzaal, naar aanleiding van fraude met betaalproducten op 3 maart 2021.
Ik kan de persoon als volgt omschrijven:
-geslacht: mannelijk;
-huidskleur: blank;
-postuur: slank;
-kleding: zwarte pet, zwarte winterjas met capuchon, blauw medisch mondkapje, blauwe
spijkerbroek, zwarte schoenen.
23.
Het proces-verbaal van herkenning van verbalisant [verbalisant 1] van 16 april 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 329 t/m 333:
Op 16 april 2021 kreeg ik via de email een verzoek tot herkenning van een verdachte.
De aandachtvestiging bevatte twee foto’s. De persoon op de foto’s herken ik als: “ [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ”. Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken de contouren van het gezicht van de persoon. Ik zag dat de leeftijd van de persoon rond de 30 jaar oud was. Ik zag dat de persoon blanke huidskleur had. Ik herken de kleding van de persoon als passend bij de verdachte. De persoon draagt vaak
de zelfde dan wel op elkaar lijkende kleding. Namelijk een zwarte, vaak Canadian Goose
jas. Een zwarte pet met klep op zijn hoofd. Een donkere spijkbroek en donkere sneakers.
24.
Het proces-verbaal van herkenning van verbalisant [verbalisant 4] van 16 april 2021, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 339 t/m 343:
Op 16 april 2021 kreeg ik via de email een verzoek tot herkenning van een verdachte.
De aandachtvestiging bevatte twee foto’s. De persoon op de foto’s herken ik als: “ [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ”. Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Zijn hangende ogen en dunne neus met vorm van een bult op de neusbrug zijn voor hem zeer kenmerkend. Op de beelden draait verdachte kort zijn hoofd naar rechts waardoor zijn oor in beeld is. Deze komt qua vorm en hoogte ten opzichte van de ogen, tevens overeen met de verdachte.
25.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 31 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik denk dat ik de persoon ben op de linkerfoto onder nummer 8 die ziet op het pinnen bij de Rabobank Twente Oost in Oldenzaal van 3 maart 2021 om11.46 uur, 11.47 uur, 11.48 uur 2x en 11.49 uur.
[afbeelding]
26.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 31 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik hield mij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 3 maart 2021 bezig met bankpasoplichting en diefstal in heel Nederland. Ik maakte samen met mijn mededaders onderdeel uit van een organisatie. Er was iemand die contact opnam met de aangevers, iemand die reed, iemand die de woning van de aangevers binnen ging en iemand die pinde. Er was sprake van een vaste werkwijze. Ik zat samen met twee mededaders in een auto. In de auto lag een vaste werkoutfit, bestaande uit een zwarte jas, zwarte pet, zwarte schoenen, mondkapjes, etc. Ik heb voornamelijk gepind met de gestolen pinpassen. Ik kreeg 15% van het gepinde bedrag.