Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde sub 1] B.V.,
[gedaagde sub 2] B.V.,
[gedaagde sub 3] B.V.,
1.Samenvatting
2.Het procesverloop
3.De feiten
- [gedaagde sub 1] te veroordelen om vanaf 1 november 2022 aan [eiseres] maandelijks de management fee van € 2.000,00 exclusief btw te betalen, totdat de managementovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd;
- de aanbiedingsplicht die volgt uit artikel 2 lid 2 sub a van de aandeelhoudersovereenkomst buiten werking te stellen, en te bepalen dat [eiseres] de boete van artikel 7 van de aandeelhoudersovereenkomst niet verbeurt wegens het niet aanbieden van haar aandelen;
- het aan [gedaagde sub 1] te verbieden om van [eiseres] te vorderen dat zij haar aandelen aanbiedt;
- [gedaagde sub 1] te veroordelen om [eiseres] onmiddellijk na de betekening van het te wijzen vonnis in staat te stellen om haar gebruikelijke bestuurstaken onbelemmerd uit te oefenen totdat de managementovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd.
- vernietiging van het besluit van het bestuur van [gedaagde sub 1] tot opzegging van de managementovereenkomst;
- veroordeling van [gedaagde sub 1] om aan [eiseres] een bedrag van € 8.000 exclusief btw te betalen aan achterstallige management fees over de periode van juli tot en met oktober 2022;
- veroordeling van [gedaagde sub 1] tot nakoming van de managementovereenkomst, waaronder door per 1 november 2022 maandelijks de management fee van € 2.000,00 aan [eiseres] te betalen;
- een verklaring voor recht dat het besluit van de algemene vergadering van [gedaagde sub 1] tot ontslag van [eiseres] als statutair bestuurder nietig is, althans vernietiging van dit besluit;
- een verklaring voor recht dat het besluit van de algemene vergadering van [gedaagde sub 1] tot schorsing van [eiseres] als statutair bestuurder nietig is, althans vernietiging van dit besluit;
- een verklaring voor recht dat het besluit van de algemene vergadering van [gedaagde sub 1] tot (bekrachtiging van) de opzegging van de managementovereenkomst nietig is, althans vernietiging van dit besluit;
- een verklaring voor recht dat [gedaagden] onrechtmatig tegenover [eiseres] hebben gehandeld en tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen tegenover [eiseres] , en dat zij aansprakelijk zijn voor alle schade die [eiseres] daardoor lijdt, nader te begroten in een schadestaatprocedure.
5.De beoordeling in het incident
De opzegging van de managementovereenkomst
6.De beslissing
29 maart 2023voor het nemen van een
conclusie van antwoorddoor [gedaagden] ,