Uitspraak
1.De beslissing in het kort
2.De procedure
- het bericht van 24 januari 2023 met producties van [A] ,
- de mondelinge behandeling van 3 februari 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van [A] .
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen A Wegenbouw en EZ Infra B.V. A Wegenbouw had EZ Infra ingeschakeld voor bestratingswerkzaamheden, maar heeft een deel van de facturen onbetaald gelaten, omdat zij stelt schade te hebben geleden door toedoen van EZ Infra. A vorderde in conventie betaling van een bedrag van € 11.409,95, terwijl EZ Infra in reconventie betaling van de onbetaald gelaten facturen vorderde. De kantonrechter heeft de vorderingen van A in conventie afgewezen, omdat A niet voldoende heeft onderbouwd dat zij schade heeft geleden en dat deze schade het gevolg was van de tekortkomingen van EZ Infra. In reconventie heeft de kantonrechter echter geoordeeld dat A de onbetaald gelaten facturen alsnog moet betalen. A is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten in zowel conventie als reconventie. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van schadeclaims en de verplichting tot betaling van facturen indien deze niet betwist worden.