ECLI:NL:RBOVE:2023:970

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
10133642 \ CV EXPL 22-3654
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een openstaande factuur voor reparatiewerkzaamheden aan een auto

In deze zaak vordert Fasttech Tuning B.V. betaling van een openstaande factuur van € 2.105,51 voor reparatiewerkzaamheden aan de auto van gedaagde. Gedaagde voert verweer en stelt dat de werkzaamheden niet deugdelijk zijn uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de factuur moet betalen, omdat niet is komen vast te staan dat hij heeft gereclameerd over de verrichte werkzaamheden. Gedaagde had Fasttech in de gelegenheid moeten stellen om eventuele gebreken te herstellen, wat hij niet heeft gedaan. De kantonrechter wijst de vordering van Fasttech toe, inclusief rente en kosten. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 2.436,80, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 oktober 2022, en in de proceskosten van € 870,22. Het vonnis is uitgesproken op 14 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10133642 \ CV EXPL 22-3654
Vonnis van 14 maart 2023
in de zaak van
FASTTECH TUNING B.V.,
te Haaksbergen,
eisende partij,
hierna te noemen: Fasttech,
gemachtigde: Bouma Zeiger Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 november 2022,
- de mondelinge behandeling van 6 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Fasttech is ter zitting verschenen, vertegenwoordigd door [A] en [B] , bijgestaan door haar gemachtigde. [gedaagde] is niet ter zitting verschenen, noch vertegenwoordigd.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald dat heden bij vervroeging wordt uitgesproken.

2.Inleiding

2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van een openstaande factuur voor door Fasttech verrichte reparatiewerkzaamheden aan de auto van [gedaagde] . [gedaagde] voert verweer en stelt dat de reparatiewerkzaamheden niet deugdelijk zijn uitgevoerd.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] de openstaande factuur moet betalen. Niet vast is komen te staan dat [gedaagde] heeft gereclameerd over de door Fasttech verrichte reparatiewerkzaamheden. Indien de werkzaamheden al niet goed zouden zijn uitgevoerd, had [gedaagde] Fasttech in de gelegenheid moeten stellen tot herstel over te gaan. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] dat heeft gedaan. [gedaagde] wordt verder veroordeeld tot betaling van rente en kosten.

3.De feiten

3.1.
Partijen zijn een overeenkomst aangegaan voor onderhoud en reparatie van een auto van [gedaagde] , meer specifiek een BMW 550i met kenteken [kenteken] , door Fasttech.
3.2.
Fasttech heeft [gedaagde] voor de door haar verrichte reparatiewerkzaamheden een factuur d.d. 16 februari 2022 overhandigd voor een bedrag van € 2.105,51.
3.3.
[gedaagde] heeft bij het afhalen van zijn auto op zijn telefoon laten zien dat voormeld bedrag naar Fasttech is overgeboekt. Fasttech heeft die betaling nimmer ontvangen.
3.4.
De gemachtigde van Fasttech heeft [gedaagde] op 15 juli 2022 een veertiendagenbrief gestuurd.
3.5.
[gedaagde] is, ondanks sommatie daartoe, niet overgegaan tot betaling van de openstaande factuur, waarna hij door Fasttech in rechte is betrokken.

4.Het geschil

4.1.
Fasttech vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt om aan Fasttech te betalen een bedrag van € 2.436,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.105,51 vanaf 4 oktober 2022 tot aan de dag van volledige betaling. Verder vordert Fasttech veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
4.2.
Fasttech voert daartoe aan dat [gedaagde] de factuur van 16 februari 2022 ten onrechte onbetaald heeft gelaten. Omdat van [gedaagde] geen betaling viel te verkrijgen van het nog openstaande bedrag, zag Fasttech zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. De kosten daarvoor bedragen € 315,83 en komen voor rekening van [gedaagde] . Verder vordert Fasttech een bedrag van € 15,46 aan wettelijke rente, berekend tot 4 oktober 2022. Sindsdien vordert [gedaagde] de wettelijke rente over de hoofdsom tot aan de dag van volledige betaling.
4.3.
[gedaagde] voert verweer. Volgens [gedaagde] is het door Fasttech gefactureerde bedrag onjuist, omdat het niet overeenkomt met de verrichte werkzaamheden. De auto vertoonde na reparatie dezelfde gebreken als voorheen. Dit viel [gedaagde] direct op nadat hij de auto had afgehaald. [gedaagde] heeft het per bankoverschrijving betaalde bedrag van € 2.105,51 laten storneren. [gedaagde] heeft dezelfde dag contact opgenomen met Fasttech en geklaagd over de reparatiewerkzaamheden. Door Fasttech is verteld dat hij maar een stuk met de auto moest gaan rijden. Een dag later werd [gedaagde] gebeld door Fasttech dat er geen betaling was binnengekomen. [gedaagde] heeft te kennen gegeven dat dit juist was en dat dit voortvloeide uit de omstandigheid dat de auto nog steeds niet gerepareerd was. Fasttech heeft [gedaagde] hierna beschuldigd van fraude, waarna [gedaagde] het contact met Fasttech geheel heeft verbroken.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Vast staat dat reparatiewerkzaamheden door Fasttech zijn uitgevoerd aan de auto van [gedaagde] en dat [gedaagde] de factuur van 16 februari 2022 onbetaald heeft gelaten.
5.2.
Als reactie op het verweer van [gedaagde] heeft Fasttech ter zitting het volgende aangevoerd. Het is onjuist dat [gedaagde] , nadat hij zijn auto had afgehaald, heeft geklaagd over de reparatiewerkzaamheden. Fasttech heeft geen contact meer gehad met [gedaagde] over de reparatiewerkzaamheden. Bij het afhalen van zijn auto heeft [gedaagde] op zijn telefoon laten zien dat hij een bedrag van € 2.105,51 naar Fasttech had overgemaakt. Deze betaling is door Fasttech nimmer ontvangen. Het was voor Fasttech hierna niet mogelijk om telefonisch contact te krijgen met [gedaagde] . Nadat Fasttech met een onbekend telefoonnummer belde, kreeg zij wel contact met [gedaagde] waarbij [gedaagde] betaling alsnog heeft toegezegd. Ook na deze toezegging is geen betaling ontvangen.
5.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Niet vast is komen te staan dat [gedaagde] heeft gereclameerd over de reparatiewerkzaamheden. Dit is door Fasttech ter zitting weersproken en blijkt verder uit niets. Indien de werkzaamheden door Fasttech daadwerkelijk niet goed zouden zijn uitgevoerd, had het toch voor de hand gelegen dat [gedaagde] hierover bij Fasttech had geklaagd. Verder geldt dat, indien de reparatiewerkzaamheden niet deugdelijk zouden zijn uitgevoerd, [gedaagde] Fasttech op grond van de wet [1] in de gelegenheid had moeten stellen om tot herstel over te gaan. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] Fasttech hiertoe in de gelegenheid heeft gesteld. [gedaagde] was onder die omstandigheden in ieder geval niet gerechtigd de betaling te storneren.
5.4.
De conclusie is dan ook dat het verweer van [gedaagde] zal worden gepasseerd en dat hij zal worden veroordeeld tot betaling van het openstaande factuurbedrag van € 2.105,51. Nu hiermee eveneens vast is komen te staan dat [gedaagde] de factuur ten onrechte onbetaald heeft gelaten, is de gevorderde wettelijke rente eveneens toewijsbaar.
5.5.
Fasttech maakt verder aanspraak op een bedrag van € 315,85 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Fasttech heeft met haar veertiendagenbrief van 15 juli 2022 aangetoond dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De gevorderde vergoeding komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal daarom worden toegewezen.
5.6.
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Fasttech begroot op:
- kosten dagvaarding € 107,22
- griffierecht € 365,00
- salaris gemachtigde
€ 398,00(2 punten × tarief € 199,00)
totaal € 870,22

6.De beslissing

6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Fasttech te betalen een bedrag van € 2.436,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.105,51 vanaf 4 oktober 2022 tot aan de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Fasttech begroot op € 870,22;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023. (TD)

Voetnoten

1.artikel 6:82 BW (ingebrekestelling)