ECLI:NL:RBOVE:2023:972

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
10090270 \ CV EXPL 22-3256
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van herstelkosten door de Vereniging van Eigenaren (VVE) afgewezen wegens gebrek aan vereenzelviging met de eigenaar

In deze zaak vorderde de Vereniging van Eigenaren (VVE) dat gedaagde werd veroordeeld tot betaling van herstelkosten die de VVE had gemaakt. De VVE stelde dat gedaagde eigenaar was van een appartementsrecht en daarom bij moest dragen in de kosten. Echter, tijdens de procedure bleek dat niet gedaagde, maar zijn BV eigenaar was van het appartementsrecht. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van vereenzelviging van gedaagde met de BV, wat betekent dat gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de herstelkosten. De VVE had onvoldoende bewijs geleverd dat gedaagde misbruik had gemaakt van het identiteitsverschil tussen hemzelf en de BV. De vordering van de VVE werd afgewezen en de VVE werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op nihil werden begroot omdat gedaagde zonder professionele vertegenwoordiging had geprocedeerd en niet ter zitting was verschenen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10090270 \ CV EXPL 22-3256
Vonnis van 14 maart 2023
in de zaak van
de vereniging
[VVE],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen de VVE,
gemachtigde: mr. drs. W.F. Jekel,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 december 2022, waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling zou worden gehouden;
- de mondelinge behandeling op 16 februari 2023, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. Bij de mondelinge behandeling was [gedaagde] niet aanwezig.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.Inleiding

2.1.
Het pand aan [het adres 1] in [plaats] is gesplitst in zes appartementsrechten. Drie appartementen liggen aan [het adres 1] en drie aan [het adres 2] . De VVE heeft in het pand herstelwerkzaamheden laten uitvoeren. Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] moet bijdragen in de herstelkosten die de VVE heeft betaald.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van de VVE jegens [gedaagde] moet worden afgewezen. Dat oordeel zal hierna worden toegelicht.

3.De beoordeling

3.1.
De VVE vordert dat de kantonrechter [gedaagde] zal veroordelen om een bedrag van € 4.191,49 aan de VVE te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
De VVE heeft daartoe gesteld dat de VVE kosten heeft gemaakt in verband met het herstel van breuken in de gemeenschappelijke afvoer/riolering. De opstalverzekeraar van de VVE heeft een deel van de herstelkosten vergoed. Het resterende bedrag komt voor rekening van de leden van de VVE. Na het herstel van de breuken hebben er nog herstelwerkzaamheden plaatsgevonden aan de fundering, de muren, de vloer en de plinten.
Op grond van artikel 8 lid 2 en artikel 9 lid 1 sub a van het splitsingsreglement worden deze kosten aan de hand van ieders breukdeel omgeslagen over de leden van de VVE.
De VVE heeft in de dagvaarding gesteld dat [gedaagde] eigenaar is van (het appartementsrecht van) de [het adres 2] , waarmee hij 18/100e aandeel in de gemeenschap heeft. Daarom moet [gedaagde] voor 18/100e bijdragen in de herstelkosten. Dat komt neer op € 2.558,49 + € 1.633,00 = € 4.191,49.
3.3.
[gedaagde] heeft daartegen aangevoerd dat hij geen eigenaar is van (het appartementsrecht van) [het adres 2] .
3.4.
Ter zitting heeft de VVE toegelicht dat zij naar aanleiding van dit verweer heeft ontdekt dat niet [gedaagde] , maar [A] B.V. eigenaar is van het appartementsrecht. [gedaagde] is bestuurder en enig aandeelhouder van [A] B.V. Volgens de VVE is er sprake van vereenzelviging van [gedaagde] met de B.V. [gedaagde] heeft zich vanaf december 2021 gepresenteerd als eigenaar van het appartement. Daarvoor was de broer van [gedaagde] de eigenaar. Volgens de VVE heeft de broer van [gedaagde] medegedeeld dat hij het appartement had verkocht aan [gedaagde] . Vervolgens heeft [gedaagde] zich in de Whatsappgroep van de VVE gepresenteerd als eigenaar en heeft hij ook gereageerd op voorstellen van de VVE. Volgens de VVE heeft [gedaagde] de VVE in de waan gelaten dat hij zelf eigenaar was. Door zijn uitlatingen is sprake van vereenzelviging van [gedaagde] met de B.V. Daarom is [gedaagde] aansprakelijk voor de herstelkosten van € 4.191,49, aldus de VVE.
3.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter gaat het beroep van de VVE op vereenzelviging van [gedaagde] met de B.V. niet op. Volgens vaste rechtspraak wordt de leer van vereenzelviging strikt toegepast. [1] Een dergelijke doorbraak van aansprakelijkheid op grond van vereenzelviging is alleen mogelijk in uitzonderlijke gevallen. Alleen indien duidelijk is dat degene met volledige zeggenschap over een rechtspersoon heeft beoogd misbruik te maken en heeft gemaakt van het identiteitsverschil tussen hemzelf als natuurlijk persoon en de B.V. als rechtspersoon, wordt een beroep op vereenzelviging gehonoreerd. Daartoe heeft de VVE echter onvoldoende gesteld en van feiten die tot dit oordeel kunnen leiden is ook niet gebleken. Hoewel het [gedaagde] zeker verweten kan worden dat hij de VVE in de waan heeft gelaten dat hij eigenaar is van het appartement, kan [gedaagde] op grond daarvan niet aansprakelijk gesteld worden voor het aandeel in de herstelkosten. De vordering van de VVE zal dan ook worden afgewezen.
3.6.
De VVE wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] betalen. Deze worden begroot op nihil, omdat [gedaagde] zonder professioneel gemachtigde heeft geprocedeerd en omdat hij niet ter zitting is verschenen.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vordering van de VVE af;
4.2.
veroordeelt de VVE in de proceskosten van [gedaagde] , tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023. (SB)

Voetnoten

1.HR 13 oktober 2000 (ECLI:NL:HR:2000:AA7480) en HR 7 oktober 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2285).