Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[gedaagde sub 1]
2.STADSBANK OOST NEDERLAND,
1.De beslissing in het kort
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
15 maart 2023. (ms)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert de gemeente Enschede de ontruiming van een perceel dat zij in gebruik heeft gegeven aan gedaagde sub 1. De gemeente heeft het gebruik van het perceel opgezegd omdat zij het perceel nodig heeft voor de herontwikkeling van nieuwbouw. De voorzieningenrechter heeft op 15 maart 2023 geoordeeld dat de gemeente het gebruik van het perceel rechtsgeldig heeft opgezegd en dat gedaagde sub 1 het perceel moet ontruimen. De gemeente heeft de ontruiming gevorderd in kort geding, waarbij de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een gebruiksovereenkomst bestaat tussen de gemeente en gedaagde sub 1. De gemeente heeft de opzegging van de overeenkomst tijdig en rechtsgeldig gedaan, en de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende spoedeisend belang is voor de gevraagde voorziening. De Stadsbank, als bewindvoerder van gedaagde sub 1, is veroordeeld om het perceel uiterlijk op 1 juli 2023 te ontruimen, met een dwangsom van € 25,00 per dag bij niet-naleving. De vorderingen jegens gedaagde sub 1 zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gemeente in haar vorderingen jegens gedaagde sub 1 niet-ontvankelijk moet worden verklaard.