ECLI:NL:RBOVE:2023:994

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
84.037489.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van illegaal vuurwerkbezit

Op 20 maart 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 56-jarige man, die werd verdacht van het bezit van illegaal vuurwerk. In het bedrijfspand van de verdachte werd een aanzienlijke hoeveelheid illegaal vuurwerk aangetroffen. De verdachte verklaarde echter dat hij nooit op de plek was waar het vuurwerk was opgeslagen en dat het vuurwerk door zijn zoon, medeverdachte, daar was neergelegd. Tijdens de zitting op 6 maart 2023 heeft de officier van justitie, mr. D. van Ieperen, de vordering gedaan, maar de verdachte heeft volgehouden dat hij niet op de hoogte was van het vuurwerk in zijn pand.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor het opzet van de verdachte op het opslaan of voorhanden hebben van het illegale vuurwerk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in de ruimte was waar het vuurwerk was aangetroffen en dat er geen bewijs was dat hij op de hoogte was van het vuurwerk. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.

Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat het in beslag genomen vuurwerk en de munitie onttrokken moeten worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht. Het vonnis is uitgesproken door mr. D. ten Boer, voorzitter, en de rechters mr. M. van Berlo en mr. J.T. Pouw, in aanwezigheid van griffier mr. H.J. Seuters.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.037489.22 (P)
Datum vonnis: 20 maart 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1967 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
6 maart 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. D. van Ieperen en van wat door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in zijn bedrijfspand opzettelijk een hoeveelheid illegaal vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad dan wel dat hij medeverdachte [medeverdachte] de gelegenheid heeft geboden om dat vuurwerk op te slaan in zijn bedrijfspand.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 3 november 2021 in de gemeente Losser, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten,
- 25, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (SQS04-359) (Pag. 155),
en/of
- 25, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (SQS03-391) (pag. 161),
en/of
- 320, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Dumbum 5g) (Pag. 172), en/of
- 9, althans één of eerdere stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed) (951063)
(Pag. 165), en/of
- 42 kilogram, althans een hoeveelheid Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed)
(04972 King of the street) (Pag. 168), en/of
- 72 kilogram, althans een hoeveelheid Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed)
(TXB009) (Pag. 170),
althans een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk,
heeft opgeslagen (in een bedrijfspand aan de [adres 2] ) en/of voorhanden heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 3 november 2021 in de gemeente Losser, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten,
- 25, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (SQS04-359) (Pag. 155), en/of
- 25, althans één of meerdere stuks Shells (Mortierbom) (SQS03-391) (pag. 161), en/of
- 320, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Dumbum 5g) (Pag. 172), en/of
- 9, althans één of eerdere stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed)
(951063) (Pag. 165), en/of
- 42 kilogram, althans een hoeveelheid Batterij Enkelschotsbuizen
(Flowerbed) (04972 King of the street) (Pag. 168), en/of
- 72 kilogram, althans een hoeveelheid Batterij Enkelschotsbuizen
(Flowerbed) (TXB009) (Pag. 170),
althans een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk,
heeft opgeslagen (in een bedrijfspand aan de [adres 2] ) en/of voorhanden heeft gehad,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 3 november 2021
in de gemeente Losser, althans in Nederland,
door een opslagruimte in een bedrijfspand beschikbaar te stellen,
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat er vuurwerk lag opgeslagen in zijn bedrijfspand en gesteld dat hij daarom moet worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat in het bedrijfspand van verdachte, gevestigd aan de [adres 2] in Losser, de in de tenlastelegging genoemde hoeveelheid illegaal vuurwerk is aangetroffen. De rechtbank stelt op basis van het dossier verder vast dat het niet verdachte is geweest die dat vuurwerk daar heeft neergelegd, maar dat dit door medeverdachte [medeverdachte] , de zoon van verdachte, is gedaan. Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat er illegaal vuurwerk in zijn bedrijfspand lag opgeslagen. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte opzet had op (primair) het opslaan en/of het voorhanden hebben van het illegale vuurwerk dan wel (subsidiair) het ten behoeve van de opslag van dat vuurwerk ter beschikking stellen van de ruimte aan de medeverdachte. De rechtbank acht zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde opzet niet wettig en overtuigend bewezen, nu het vuurwerk is aangetroffen in een ruimte in het bedrijfspand waarover verdachte heeft verklaard dat hij daar nooit kwam. De rechtbank kan op basis van het dossier ook niet vaststellen dat verdachte wel in die ruimte is geweest en de dozen vuurwerk gezien moet hebben.
De rechtbank acht aldus niet bewezen wat aan verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De inbeslaggenomen voorwerpen

De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het op de beslaglijst vermelde inbeslaggenomen vuurwerk en de munitie dient te worden onttrokken aan het verkeer.
Met betrekking tot het vuurwerk is door medeverdachte [medeverdachte] een strafbaar feit begaan. In de woning van verdachte, in gebruik bij diens medeverdachte [medeverdachte] , zijn zes scherpe patronen van het kaliber 9 mm aangetroffen en in beslag genomen. Naar algemene ervaringsregels levert dit voorhanden hebben een strafbaar feit op als bedoeld in artikel 26 WWM.
De rechtbank is van oordeel dat al het op de beslaglijst vermelde vuurwerk (183 STK Vuurwerk, 1,4g cons) en 6 STK Munitie vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien zij beiden van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

6.De toegepaste wettelijke voorschriften

Deze beslissing berust op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen ‘183 STK Vuurwerk, 1,4g cons’ en ‘6 STK Munitie’.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. ten Boer, voorzitter, mr. M. van Berlo en mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2023.
Buiten staat
Mr. Ten Boer is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.