Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling, ter gelegenheid waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres, die in een eerdere kort gedingprocedure een contact- en straatverbod heeft verkregen tegen gedaagde, opnieuw een vordering ingediend voor een contact- en straatverbod. De relatie tussen eiseres en gedaagde eindigde in maart 2018, en uit deze relatie zijn twee minderjarige kinderen geboren. Eiseres heeft in juli 2022 aangifte gedaan van stalking door gedaagde, wat leidde tot een contact- en straatverbod dat op 29 september 2023 eindigde. Eiseres vraagt nu om een nieuw contact- en straatverbod voor de duur van vijf jaar, omdat gedaagde na het verlopen van het eerdere verbod opnieuw contact heeft gezocht.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Eiseres heeft voldoende bewijs geleverd van de onrechtmatige gedragingen van gedaagde, die ondanks het eerdere verbod contact heeft gezocht. De voorzieningenrechter oordeelt dat er een reële dreiging bestaat van toekomstig onrechtmatig handelen door gedaagde, wat een inbreuk op zijn recht om vrijelijk te communiceren rechtvaardigt. Het gevorderde contactverbod wordt toegewezen, maar de voorzieningenrechter legt een termijn van zes maanden op in plaats van de gevraagde vijf jaar. Tevens wordt een dwangsom van € 250,00 per overtreding opgelegd, met een maximum van € 5.000,00. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.