Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[partij B],
[partij B],
[partij B],
1.De procedure in de hoofdzaak
2.De procedure in de vrijwaringszaak met nummer 10453236
3.De procedure in de vrijwaringszaak met nummer 10469570
4.De feiten in de hoofdzaak en vrijwaringen
(…)Vorige week werd ons (Boat) door [partij B][[partij B], toevoeging kantonrechter]
duidelijk gemaakt dat jij niet zelfstandig bevoegd bent om namens [partij A] BV overeenkomsten aan te gaan. Dat is anders dan wij tot op heden van jou begrepen hebben. [naam 3] had namelijk 52% van de stemmen. In een later stadium kon [partij B] beter tekenen, aangezien hij toch de directeur zou worden.
en het klooster.
(…) Bij [partij C] heb ik aangegeven dat intentieovereenkomst, de huurovereenkomsten, de inleenovereenkomsten in diverse gesprekken aan de orde geweest zijn en uiteindelijk ondertekend door [partij B], op aangeven van [partij C]. Dat [partij C] niet gehandeld heeft als bestuurder van [partij A] en niet bevoegd was om dat te doen was voor mij echt een verrassing en overigens ook voor de anderen bij dit proces betrokken personen. (…)”
(…)
(…)
(…)
Koper en de heer [partij B] staan er voor in dat overeenkomst(en) met derden door Koper en/of de heer [partij B] getekend namens Verkoper, voor zover bestaand, worden beëindigd of voor zover noodzakelijk worden ontbonden. Koper en de heer [partij B] vrijwaren Verkoper voor alle aanspraken die voortvloeien uit of samenhangen met deze overeenkomsten.”
5.Het geschil
met betrekking tot het klooster
met betrekking tot het zorghotel
SZW en [partij A]geen geldige huurovereenkomsten tot stand gekomen.
SZW en Zorghotel Zenderen en [partij B]overweegt de kantonrechter als volgt. Vast staat dat Zorghotel Zenderen in beide overeenkomsten als verhuurder wordt genoemd en [partij B] in geen van beide.