ECLI:NL:RBOVE:2024:126

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 januari 2024
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
10667333 \ CV EXPL 23-3170
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging huurovereenkomst en betalingsverplichtingen van Clear Polymers B.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, op 2 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Deventer Industrial Equities LLC en Propertunity Portfolio TEI, eisende partijen, en Clear Polymers B.V., gedaagde partij. Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio hebben een huurovereenkomst gesloten met Clear Polymers voor een bedrijfsruimte, maar Clear Polymers heeft, met uitzondering van de waarborgsom, geen huurbetalingen verricht. Na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst waarin betalingsafspraken zijn gemaakt, heeft Clear Polymers wederom niet voldaan aan haar verplichtingen. De eisende partijen hebben daarop de huurovereenkomst beëindigd en vorderden onder andere ontruiming van het gehuurde, betaling van de openstaande huur en bijkomende kosten.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft Clear Polymers erkend dat zij in gebreke is gebleven, maar heeft zij geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van de eisende partijen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechtsmacht bij de rechtbank in Overijssel ligt, gezien het internationale karakter van de zaak. De kantonrechter heeft de vorderingen van Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio toegewezen, met inachtneming van een langere ontruimingstermijn dan gevorderd. Clear Polymers is veroordeeld tot betaling van de openstaande huur, wettelijke rente, gebruiksvergoeding en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10667333 \ CV EXPL 23-3170
Vonnis van 2 januari 2024
in de zaak van

1.de rechtspersoon naar buitenlands recht DEVENTER INDUSTRIAL EQUITIES LLC,

gevestigd te Wilmington (Verenigde Staten van Amerika);
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
PROPERTUNITY PORTFOLIO TEI LLC,
gevestigd te Wilmington (Verenigde Staten van Amerika),
eisende partijen,
hierna samen te noemen: Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI,
gemachtigde: mr. J. Schepens en mr. F.C.P. Teeuw,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEAR POLYMERS B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Clear Polymers,
vertegenwoordigd door haar directeur/eigenaar de heer [naam] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding van 28 juli 2023;
 de conclusie van antwoord van 19 september 2023;
 het tussenvonnis van 26 september 2023;
 de akte met producties van Clear Polymers van 9 oktober 2023
 de mondelinge behandeling van 18 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat de kantonrechter vandaag uitspraak zal doen.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een huurovereenkomst gesloten op grond waarvan Clear Polymers per 1 april 2023 een bedrijfsruimte gelegen aan de [adres] huurt van Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI.
2.2.
De huurprijs in het eerste huurjaar bedraagt € 85.064,50 per kwartaal. Clear Polymers is voorts verplicht vóór 1 januari 2023 een bankgarantie af te geven of een waarborgsom te voldoen van € 68.544,93. Dit bedrag moet binnen zes maanden na de ingangsdatum van de huurovereenkomst worden aangevuld tot € 102.817,55.
2.3.
Clear Polymers heeft, met uitzondering van het bedrag van € 68.544,93, geen betalingen uitgevoerd. Dit heeft geleid tot de vaststellingsovereenkomst van 8 juni 2023 (hierna: ‘de vaststellingsovereenkomst’) waarin partijen – voor zover van belang – zijn overeengekomen:

1. dat huurder de volledige huurachterstand van € 85.064,50, zulks te vermeerderen met de door de gemachtigde van verhuurder gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 12.759,68, in totaal een bedrag van € 97.824,18 uiterlijk op 39 juni 2923 aan verhuurder heeft voldaan.
2. dat huurder er zorg voor draagt dat op uiterlijk 30 juni 2023 tevens de borg […] is aangevuld met een bedrag van € 34.272,62.
3. dat de huurpenningen over het 3e kwartaal vanaf 2023 ad € 85.064,50 voor 1 juli 2023 voldaan dienen te zijn.
4. dat indien de afspraken als beschreven in de punten 1, 2 en 3 niet op een correcte wijze door huurder worden nagekomen, deze afspraken onverwijld en zonder nadere aankondiging komen te vervallen, waarna de gehele alsdan bestaande vordering ineens opeisbaar wordt.
5. dat als huurder de afspraken zoals vastgelegd in deze vaststellingsovereenkomst niet onverkort nakomt, verhuurder het recht heeft om de huurovereenkomst te beëindigen met een kennisgevingtermijn van twee weken, zonder dat huurder zich hiertegen zal verzetten. Huurder zal alsdan het gehuurde tijdig en op een correcte wijze vrijwillig ontruimen.
6. dat huurder indien de afspraken zoals vastgelegd in deze vaststellingsovereenkomst niet onverkort nakomt een direct opeisbare boete verbeurt ad € 2.500,-.”
2.4.
Clear Polymers is naar aanleiding van de vaststellingsovereenkomst niet overgegaan tot betaling. Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI hebben op 10 juli 2023 de huurovereenkomst schriftelijk beëindigd.

3.Het geschil en de beoordeling daarvan

De vorderingen
3.1.
Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI vorderen primair een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst is beëindigd tegen 25 juli 2023, ontruiming binnen een week na betekening van het vonnis, betaling van de openstaande huur, het restant van de waarborgsom, de incassokosten en de boete, gezamenlijk een bedrag van € 242.161,30, plus de wettelijke rente over de openstaande huur van € 170.129,00. Daarnaast vorderen Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI een bedrag van € 28.354,83 per maand aan gebruiksvergoeding vanaf 1 oktober voor iedere maand dat Clear Polymers het gehuurde niet heeft ontruimd. Ook vorderen Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Subsidiair vorderen Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming binnen een week na betekening van het vonnis, betaling van de openstaande huur, incassokosten en boete gezamenlijk een bedrag van € 196.629,00, plus de wettelijke rente over de openstaande huur van € 170.129,00, met betaling van € 28.354,83 per maand aan gebruiksvergoeding vanaf 1 oktober voor iedere maand dat Clear Polymers het gehuurde niet heeft ontruimd.
3.3.
Op de mondelinge behandeling hebben Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI aangegeven de (onder primair en subsidiair) vordering tot een verklaring voor recht dat de huur/gebruiksvergoeding over het derde kwartaal verrekend mag worden met de schade als gevolg van de huurbeëindiging, niet meer gestand te doen aangezien het derde kwartaal inmiddels reeds besloten ligt in de vordering tot betaling van de gebruiksvergoeding. Een beslissing van de kantonrechter hieromtrent is dan ook niet nodig.
Het verweer
3.4.
Clear Polymers erkent de huurachterstand, de beëindiging van de huurovereenkomst en de overeengekomen boeteclause. In haar conclusie van antwoord leek zij verweer te voeren tegen de gevorderde incassokosten, maar dit verweer heeft zij op de mondelinge behandeling expliciet laten varen. Het verweer berustte op het misverstand dat de incassokosten op een nieuwe factuur wederom in rekening zouden worden gebracht. Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI hebben op de mondelinge behandeling bevestigd dat zij de incassokosten niet over de openstaande huur van het vierde kwartaal vorderen.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
3.5.
De kantonrechter constateert dat deze zaak een internationaal karakter heeft aangezien Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI zijn gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika en Clear Polymers gevestigd is in Nederland. Dit betekent dat de kantonrechter ambtshalve moet beoordelen of zij rechtsmacht heeft en welk recht op het geschil van toepassing is.
3.6.
Voor de rechtsmacht is Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I-bis) bepalend. Op grond van artikel 24 lid 1 van deze verordening is bij zaken over de (ver)huur van onroerende goederen, de gerechten van de lidstaat waar dit onroerend goed gelegen is exclusief bevoegd. Dit brengt met zich mee dat in dit geval de kantonrechter van de rechtbank in Overijssel, locatie Zwolle, rechtsmacht toekomt.
3.7.
Voorst stelt de kantonrechter vast dat alhoewel partijen geen expliciete rechtskeuze hebben gemaakt, blijkens de stellingen van partijen zij steeds ervan uitgegaan zijn dat Nederlands recht van toepassing is zodat de kantonrechter daarvan uitgaat. Dit strookt ook met Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome I) op grond waarvan de rechtskeuze kan blijken uit de omstandigheden van het geval (artikel 3 lid 1) dan wel bij gebreke daarvan, het recht van het land waar het onroerend goed is gelegen (artikel 4 lid 1 sub c).
De vorderingen worden toegewezen
3.8.
Clear Polymers bestrijdt de vorderingen niet. Bij antwoord heeft zij (op 19 september 2023) naar voren gebracht dat het slechts een kwestie van tijd is alvorens zij aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Ter zitting (op 18 december 2023) heeft zij verklaard dat haar verzoek om een mondelinge behandeling uitsluitend bedoeld was om tijd te winnen, in de hoop dat zij in de tussentijd alsnog over de middelen zou beschikken om de huur te voldoen. Dat zou naar haar eigen zeggen toen nog slechts een kwestie van enkele dagen, “in elk geval deze week” zijn. Die termijn is ten tijde van dit vonnis ruimschoots verstreken.
3.9.
Gelet op het feit dat Clear Polymers geen verweer voert tegen de vorderingen en de vorderingen de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen, wijst de kantonrechter de vorderingen toe, zij het met een langere ontruimingstermijn. Ter zitting is besproken op welke termijn Clear Polymers het gehuurde zou kunnen ontruimen. De kantonrechter ziet aanleiding om Clear Polymers daarvoor twee weken te gunnen, in plaats van de gevorderde termijn van één week.
3.10.
De gevorderde wettelijke rente over € 170.129,000 vanaf de dag der dagvaarding (28 juli 2023) tot de dag der algehele betaling wordt ook toegewezen. Aangezien sprake is van een handelsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6:119a BW gaat het hier om toewijzing van de wettelijke handelsrente.
3.11.
Clear Polymers B.V. is de partij die ongelijk krijgt en zij wordt daarom in de proceskosten veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Deventer Industrial Equities LLC en Propertunity Portfolio TEI LLC als volgt vastgesteld:
  • Kosten van de dagvaarding € 132,29
  • Griffierecht € 1.384,00
  • Salaris van de gemachtigde € 1.059,00
Totaal € 2.575,29
3.12.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is ook toewijsbaar. Dit zijn de kosten die na dit vonnis ontstaan en deze worden begroot op € 132,00.
3.13.
De toegewezen vorderingen worden zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart voor recht dat de huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde aan de [adres] is beëindigd met ingang van 25 juli 2023;
4.2.
veroordeelt Clear Polymers om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met de haren en het hare te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking te stellen van Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI;
4.3.
veroordeelt Clear Polymers om tegen behoorlijke kwijting aan Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI te voldoen de som van € 242.161,30;
4.4.
veroordeelt Clear Polymers om tegen behoorlijke kwijting aan Deventer Industrial Equities en Propertunity Portfolio TEI te voldoen de wettelijke handelsrente in de zin van artikel 6:119a BW over € 170.129,00 vanaf 28 juli 2023 tot de dag der algehele betaling;
4.5.
veroordeelt Clear Polymers te betalen een bedrag van € 28.354,83 per maand aan gebruiksvergoeding vanaf 1 oktober 2023 voor iedere maand dat Clear Polymers vanaf 1 oktober 2023 het gehuurde niet heeft ontruimd, een ingegane maand voor een volle gerekend;
4.6.
veroordeelt Clear Polymers in de proceskosten, aan de zijde van Deventer Industrial Equities LLC en Propertunity Portfolio TEI LLC tot dit vonnis vastgesteld op € 2.575,29;
4.7.
veroordeelt Clear Polymers in de nakosten, begroot op € 132,00;
4.8.
verklaart r.o. 4.2. tot en met 4.7. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene en in het openbaar uitgesproken op 2 januari 2024.