ECLI:NL:RBOVE:2024:1518

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
22 maart 2024
Zaaknummer
10714448 \ CV EXPL 23-3708
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van vervangende schadevergoeding na ontevredenheid over dakkapelplaatsing

In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door Fyner Group B.V., betaling van een vervangende schadevergoeding van Dakkapel.nl B.V. naar aanleiding van ontevredenheid over de plaatsing van een dakkapel op zijn woning. Dakkapel.nl heeft in juli 2022 de dakkapel geplaatst, maar eiser was niet tevreden met de uitvoering en heeft Dakkapel.nl meerdere keren in de gelegenheid gesteld om de gebreken te verhelpen. Ondanks deze kansen heeft Dakkapel.nl geen actie ondernomen om de gebreken te herstellen. Eiser heeft uiteindelijk besloten om de gebreken door een derde te laten verhelpen en vordert nu de vervangende schadevergoeding ter hoogte van het offertebedrag.

De procedure omvatte een tussenvonnis van 28 november 2023 en een mondelinge behandeling op 8 februari 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er gebreken zijn aan de dakkapel en dat Dakkapel.nl in verzuim is. Eiser heeft Dakkapel.nl tijdig ingebreke gesteld, maar Dakkapel.nl heeft geen adequate reactie gegeven. De kantonrechter oordeelt dat Dakkapel.nl de gebreken onvoldoende heeft betwist en dat de hoogte van de gevorderde schadevergoeding correct is onderbouwd. Dakkapel.nl wordt veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 4.700,27, buitengerechtelijke incassokosten van € 719,98 en wettelijke rente. Daarnaast moet Dakkapel.nl de proceskosten van € 1.186,42 vergoeden. Het vonnis is uitgesproken op 19 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10714448 \ CV EXPL 23-3708
Vonnis van 19 maart 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: Fyner Group B.V.,
tegen
DAKKAPEL.NL B.V.,
te Deventer,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Dakkapel.nl,
gemachtigde: mr. F.J.M. Kobossen.

1.De zaak in het kort

In deze zaak gaat het om een vordering tot betaling van vervangende schadevergoeding. Dakkappel.nl heeft een dakkapel op de woning van [eiser] geplaatst, maar naar ontevredenheid van [eiser]. [eiser] heeft Dakkapel.nl voldoende in de gelegenheid gesteld om de gebreken te verhelpen, maar Dakkapel.nl heeft stilgezeten. Nu krijgt Dakkappel.nl geen kans meer om de gebreken te herstellen en moet zij de vervangende schadevergoeding betalen.

2.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 november 2023
- de mondelinge behandeling van 8 februari 2024.

3.De beoordeling

De achtergrond van de zaak.
3.1.
Dakkapel.nl heeft voor in opdracht van [eiser] in juli 2022 op diens woning een dakkapel geplaatst. [eiser] was niet tevreden met de uitvoering en heeft hierover bij brief van 25 juli 2022 geklaagd bij Dakkapel.nl en daarbij aan Dakkapel.nl een termijn van zeven dagen gegeven om met een voorstel te komen. Partijen hebben elkaar op 9 augustus 2022 telefonisch gesproken en daarbij heeft een medewerker van Dakkapel.nl toegezegd met een voorstel te komen. Toen geen reactie kwam, heeft [eiser] op 20 september 2022 een laatste ingebrekestelling gestuurd, waarbij hij een hersteltermijn van veertien dagen heeft gegeven. Begin november 2022 heeft Dakkapel.nl contact opgenomen met [eiser] en is er een afspraak gemaakt, die inhield dat het serviceteam op 4 november 2022 in het tijdsblok van 11.00 uur tot 12.30 uur zou langskomen om de situatie op te nemen. Het serviceteam kwam net na 16.00 uur bij het huis van [eiser], maar toen was [eiser] niet meer thuis. Ze hebben de situatie niet opgenomen. Vervolgens is iemand van [bedrijf] B.V. op verzoek van [eiser] bij [eiser] langs geweest om de situatie op te nemen en een voorstel te doen voor het herstel van de gebreken aan de dakkapel. Hiervan is een offerte opgemaakt. Bij brief van 30 januari 2023 heeft [eiser] een omzettingsverklaring gestuurd naar Dakkapel.nl en heeft zij betaling van vervangende schadevergoeding gevorderd, ter hoogte van het offertebedrag. Dakkapel.nl wil nog kans om de gebreken te herstellen. [eiser] heeft daar echter geen vertrouwen meer in en wil betaling van de vervangende schadevergoeding, zodat de gebreken kunnen worden opgelost door een derde.
Zijn er gebreken aan de dakkapel? Ja.
3.2.
[eiser] heeft gesteld dat er gebreken zijn aan de geplaatste dakkapel. De punten 1, 2, 3 en 6 van de brief van 20 september 2022 zijn gebreken die nog verholpen moeten worden. De andere in die brief genoemde punten zijn al verholpen. [eiser] heeft ter onderbouwing van de gebreken foto’s en de offerte van het [bedrijf] B.V. overgelegd.
3.3.
Dakkapel.nl heeft de in de brief van 20 september 2022 gestelde gebreken onder punt 1, 3 en 6 betwist en gesteld dat het onder punt 2 genoemde gebrek zo is opgelost. Verder heeft Dakkapel.nl gesteld dat bij de oplevering alle punten zijn bekeken en er toen geen gebreken zijn gemeld of gevonden.
3.4.
De kantonrechter is van oordeel dat vast is komen te staan dat er gebreken zijn aan de geplaatste dakkapel. [eiser] heeft hiervoor voldoende gesteld en ook uit de offerte blijkt dat gebreken verholpen moeten worden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] uitleg gegeven over de offerte. Dakkapel.nl heeft de gebreken onvoldoende betwist. Ten aanzien van de hemelwaterafvoeren heeft zij in productie 4 van de conclusie van antwoord opgenomen dat zij dit altijd zo bouwt en dat dit correct is. Deze enkele betwisting is echter niet voldoende in het licht van de overgelegde foto’s en offerte. Dakkapel.nl had met meer moeten komen. Nadat zij door [eiser] op 25 juli 2022 op de hoogte is gebracht van de beweerdelijke gebreken, heeft zij in ieder geval tot 4 november 2022 de gelegenheid gehad om deze gebreken te komen te bekijken en te beoordelen. Zij is daartoe ruimschoots voldoende in de gelegenheid gesteld, maar zij heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Zij heeft zichzelf aldus in de situatie gebracht dat zij onvoldoende in staat is om de door [eiser] gestelde gebreken gemotiveerd te betwisten; dat komt voor haar eigen rekening en risico. Ten aanzien van de kozijnen en de boei heeft zij gezegd dat niet uit het opleveringsrapport blijkt dat hier iets mis mee zou zijn. Dat uit het opleveringsrapport geen gebreken blijkt, betekent niet dat er geen gebreken zijn. De medewerkers van Dakkapel.nl zijn op het moment van oplevering met [eiser] slechts binnen wezen kijken en [eiser] heeft onweersproken gesteld dat de gebreken pas zichtbaar waren toen hij op een ladder klom. Het had niet van [eiser] gevergd hoeven worden om op het moment van oplevering een ladder te pakken om de dakkapel te inspecteren, zeker niet omdat de medewerkers zelf ook slechts binnen de controle uitvoerden.
3.5.
Dit punt is ook van belang indien Dakkapel.nl zich op het standpunt stelt dat haar aansprakelijkheid kan worden uitgesloten, omdat de opdrachtgever tijdens de oplevering deze gebreken redelijkerwijs hadden moeten ontdekken. Dat gaat dus niet op, omdat niet [eiser] de gebreken redelijkerwijs niet had hoeven ontdekken, zoals hiervoor is overwogen.
Is Dakkapel.nl in verzuim? Ja.
3.6.
Omdat nakoming niet blijvend onmogelijk is, moet Dakkapel.nl eerst in verzuim zijn voordat er vervangende schadevergoeding gevorderd kan worden [1] .
3.7.
Op 25 juli 2022 heeft [eiser] aan Dakkapel.nl een brief gestuurd met betrekking tot diverse gebreken, waarbij Dakkapel.nl een termijn van 7 dagen heeft gekregen om met een voorstel te komen voor een oplossing. Op 20 september 2022 heeft [eiser] aan Dakkapel.nl een brief gestuurd met betrekking tot diverse gebreken met een nakomingstermijn van 14 dagen.
3.8.
De kantonrechter is van oordeel dat beide brieven zijn aan te merken als ingebrekestelling in de zin van de wet [2] . Met deze brieven heeft [eiser] ook voldaan aan artikel 9 lid 3 van de algemene voorwaarden, waar Dakkapel.nl een beroep op doet. De in de ingebrekestelling genoemde termijn is een redelijke termijn. De eerste termijn van 7 dagen is gegeven om Dakkapel.nl in de gelegenheid te stellen om met een plan te komen. De gebreken hoefden toen nog niet te zijn verholpen, maar er moest er wel een plan van aanpak komen. De tweede termijn van 14 dagen is ook ruim voldoende, omdat Dakkapel.nl al maanden op de hoogte was van de gebreken en al een oplossing had kunnen voorbereiden.
De termijn van deze ingebrekestellingen is al verstreken zonder dat Dakkapel.nl heeft nagekomen, zodat Dakkapel.nl in verzuim is. [eiser] heeft de omzetting naar vervangende schadevergoeding op 30 januari 2023 schriftelijk aan Dakkapel.nl meegedeeld en daarmee voldaan aan de vereisten van de wet.
Klopt de hoogte van de vervangende schadevergoeding? Ja.
3.9.
[eiser] heeft voldoende onderbouwd waar de verschillende posten van de offerte op zien en hoe die moeten worden gezien in het licht van de gestelde gebreken. Dakkapel.nl heeft onvoldoende betwist dat deze offerte zou kloppen. Zij heeft zich slechts afgevraagd of er een schouw heeft plaatsgevonden en staat stil bij de kosten voor de trap en offertekosten. [eiser] heeft daarop gesteld dat er een schouw heeft plaatsgevonden en uitgelegd dat de kosten voor de trap, kosten zijn die gemaakt moeten worden om tot herstel over te kunnen gaan. Verder zien de offertekosten ook op kosten opname schade en kosten werkzaamheden.
3.10.
Het verweer dat ziet op de wijze waarop herstel nodig zou zijn, is – evenals hiervoor is overwogen over de gebreken – onvoldoende onderbouwd. Dat Dakkapel.nl wellicht een andere aanpak nodig zou achten, is een gepasseerd station. Zij heeft thans voldoende gelegenheid gehad om de gebreken te beoordelen en een oplossing te verzinnen, maar heeft deze kans aan zich voorbij laten gaan.
3.11.
De offerte is voldoende toegelicht en onvoldoende concreet weersproken, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid van de in deze offerte opgenomen herstelwerkzaamheden en de daarmee gemoeide kosten.
Wat betekent dit alles voor Dakkapel.nl?
3.12.
Dakkapel.nl moet de hoofdsom van € 4.700,27 betalen, en ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 719,98 en de wettelijke rente hierover, omdat zij de hoofdsom niet heeft voldaan.
3.13.
De kantonrechter begrijpt dat [eiser] de wettelijke rente over de hoofdsom en over de buitengerechtelijke incassokosten vordert vanaf 16 februari 2023. Niet is gesteld of gebleken dat [eiser] de buitengerechtelijke incassokosten al daadwerkelijk aan haar gemachtigde heeft betaald of met de betaling daarvan in verzuim verkeert en als zodanig vermogensschade heeft geleden. Daarom zal de gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding.
3.14.
Dakkapel.nl zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 132,42
- griffierecht € 244,00
- salaris gemachtigde € 678,00 (2 punten x tarief € 339,00)
- nakosten
€ 132,00Totaal € 1.186,42.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt Dakkapel.nl tegen bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 5.420,25, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 4.700,27 vanaf 16 februari 2023 en over € 719,98 vanaf 11 september 2023, telkens tot de dag van betaling,
4.2.
veroordeelt Dakkapel.nl in de proceskosten van € 1.186,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet Dakkapel.nl ook de kosten van betekening betalen;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door G.W.G. Wijnands en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2024. (SK)

Voetnoten

1.Artikel 6:87 BW
2.Artikel 6:82 BW