Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
2.De samenvatting
3.De feiten
(op 14 februari 2024) gelegde beslag aan [gedaagde] betekend.
‘(…)
Onder vermelde reageert op de e-mail van 1 maart 2024 door U te verwijzen naar gerechtsdeurwaarder [naam 1] diede verantwoordelijkdraagt voor het executoriaal derdenbeslag ten laste van mw. [eiseres] bij het SVB. U hebt door onder vermelde te dagvaarden m.i. een onjuiste rechtspersoon gekozen.(…)’.
4.Het geschil
I. het zijdens [gedaagde] gelegde derdenbeslag onder de SVB op 10 november 2023 opheft;
II. bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de opdracht/mededeling van [gedaagde] aan de SVB tot opheffing van het gelegde derdenbeslag;
III. [gedaagde] veroordeelt om deurwaarder [naam 1] opdracht te geven tot onmiddellijke uitbetaling van het bedrag van € 5.305,14 op de rekening van [eiseres] , met een directe schriftelijke mededeling aan de advocaat van [eiseres] ;
IV. indien [gedaagde] die opdracht niet binnen 28 uur na dit vonnis aan de deurwaarder heeft gegeven, dit vonnis in de plaats van de opdracht van [gedaagde] aan de deurwaarder heeft te gelden;
V. [gedaagde] veroordeelt in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
5.De beoordeling
hem( [gedaagde] ) daar in zijn vonnis van 18 januari 2024 immers toe veroordeeld.
€ 5.305,14 over te gaan, en dat als [gedaagde] die opdracht niet aan de deurwaarder geeft binnen 28 uur na dit vonnis, het vonnis in de plaats van de opdracht van [gedaagde] heeft te gelden.
- kosten van de dagvaarding € 136,72
- griffierecht € 320,00
- salaris advocaat € 697,00
- nakosten
€ 131,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal €1.284,72