ECLI:NL:RBOVE:2024:1622

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 maart 2024
Publicatiedatum
27 maart 2024
Zaaknummer
10814375 \ CV EXPL 23-2682
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur door Infomedics B.V. tegen gedaagde na behandeling door mondhygiënist

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 26 maart 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde partij. Infomedics, een besloten vennootschap gevestigd in Almere, vorderde betaling van een openstaande factuur van € 318,32, die verband hield met een behandeling bij Mondhygiëne Praktijk Almelo B.V. De gedaagde had een deel van het bedrag, € 160,00, betaald, maar de rest bleef uit. Infomedics vorderde naast de hoofdsom ook wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De gedaagde erkende de schuld, maar stelde dat zij een betalingsregeling had getroffen, die niet werd nagekomen door een te late betaling.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had weersproken dat zij de behandeling had ondergaan en dat de hoofdsom toewijsbaar was. Wat betreft de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten, oordeelde de kantonrechter dat de betalingsvoorwaarden van Infomedics oneerlijk waren, waardoor de gedaagde niet aan deze voorwaarden gebonden was. De gevorderde buitengerechtelijke kosten werden afgewezen, maar de wettelijke rente over de hoofdsom werd toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 169,06, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten van € 335,34. De kantonrechter merkte op dat de gedaagde zich voor een betalingsregeling moest wenden tot Infomedics, maar dat Infomedics niet verplicht was om een nieuwe regeling te treffen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor eerlijke voorwaarden in consumentenovereenkomsten en de verantwoordelijkheden van zowel de schuldeiser als de schuldenaar in het betalingsproces.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 10814375 \ CV EXPL 23-2682
Vonnis van 26 maart 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eisende partij, hierna te noemen Infomedics,
gemachtigde: Yards deurwaardersdiensten b.v.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 november 2023,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek van 23 januari 2024.
1.2.
[gedaagde] heeft, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd op (de inhoud van) de conclusie van repliek.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

wat vordert Infomedics?

2.1.
Volgens Infomedics heeft [gedaagde] een behandeling ondergaan bij Mondhygiëne Praktijk Almelo B.V. (hierna: de mondhygiënist). De mondhygiënist heeft de uit deze behandeling voorvloeiende vordering overgedragen aan Infomedics. Infomedics stelt dat zij de kosten van de behandeling ter hoogte van € 318,32 bij factuur van 21 november 2022 aan [gedaagde] in rekening heeft gebracht en dat [gedaagde] deze factuur tot op heden niet volledig heeft voldaan. Omdat volledige betaling van de factuur door [gedaagde] ondanks aanmaning uitbleef, is Infomedics deze procedure gestart.
Infomedics vordert, naast betaling van de openstaande factuur, betaling van de wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. [gedaagde] heeft inmiddels een bedrag van in totaal € 160,00 betaald, welk bedrag Infomedics in mindering heeft gebracht op de vordering.
wat vindt [gedaagde]?
2.2.
[gedaagde] erkent dat zij de factuur moet betalen. Zij stelt dat zij een betalingsregeling had getroffen, maar een termijn een aantal dagen te laat heeft betaald. Zij heeft meerdere malen contact gezocht met Yards voor het treffen van een nieuwe betalingsregeling, maar heeft geen reactie gekregen.

3.De beoordeling

de hoofdsom

3.1.
[gedaagde] heeft niet weersproken dat zij een behandeling bij de mondhygiënist heeft ondergaan en dat zij de daarvoor aan haar verzonden factuur moet betalen. Het restant van de hoofdsom is daarom toewijsbaar.
de bijkomende kosten
3.2.
De kantonrechter overweegt met betrekking tot de gevorderde rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten als volgt.
3.3.
Vaststaat dat Infomedics de op de geneeskundige behandelingsovereenkomst gebaseerde vordering gecedeerd heeft gekregen.
3.4.
Omdat [gedaagde] een consument is, moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen haar en de mondhygiënist gesloten overeenkomst staan, niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/12/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
Volgens artikel 3 lid 1 van de richtlijn wordt een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk beschouwd als het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Op grond van de bijlage bij de richtlijn kan een beding dat tot doel of gevolg heeft de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen, als oneerlijk beding worden aangemerkt (artikel 1, onder e, van de bijlage in samenhang met artikel 3, lid 3, van de richtlijn).
3.5.
Infomedics heeft in haar dagvaarding gesteld dat de mondhygiënist en Infomedics dezelfde betalingsvoorwaarden hanteren. Infomedics heeft op de achterkant van haar factuur betalingsvoorwaarden opgenomen. Verder merkt Infomedics op dat de vordering niet is gebaseerd op bepalingen uit de algemene voorwaarden.
3.6.
De kantonrechter moet de bedingen in de betalingsvoorwaarden, gelet op hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 3.4, ambtshalve toetsen. In de door Infomedics gehanteerde betalingsvoorwaarden is met betrekking tot de verschuldigdheid van rente en buitengerechte-lijke incassokosten - voor zover van belang - bepaald:
‘Als u de rekening niet voor de vervaldatum heeft betaald, dan bent u in verzuim zonder dat daarvoor een nadere ingebrekestelling is vereist. Omdat u het uiteraard vergeten kunt zijn, sturen we u een herinnering waarin wij u vragen de rekening alsnog binnen 15 dagen nadat deze brief bij u bezorgd is, te voldoen. Mocht de betaling binnen deze gestelde datum uitblijven, dan brengen wij rente en incassokosten in rekening.’
De kantonrechter oordeelt ten aanzien van deze bepaling als volgt.
De bepaling verwijst niet naar de wettelijke bepalingen omtrent de incassokosten en specificeert niet nader hoe hoog de kosten zijn die in rekening zullen worden gebracht, noch wordt er een maximum aan verbonden. Infomedics stelt weliswaar dat zij betaling op grond van de wet heeft gevorderd, maar dat verweer kan Infomedics niet baten, omdat zij zich (in de voorfase, buiten rechte) wel op de betalingsvoorwaarden zou kunnen beroepen. Dit kan ertoe leiden dat er onbeperkte kosten voor rekening van de consument komen. Hiermee wordt het evenwicht ten nadele van de consument onevenredig verstoord. Dat leidt ertoe dat het beding als oneerlijk moet worden beoordeeld en dat de consument daaraan niet is gebonden.
Nu sprake is van een oneerlijk beding, is terugvallen op de wettelijke regeling niet mogelijk, zie HvJ EU 27 januari 2021, ECLI:EU:2021:68. Alleen door op deze wijze afschrikkend, evenredig en doeltreffend te sanctioneren, wordt de beoogde doelstelling van de gemeenschapswetgever bereikt en verdwijnen oneerlijke bedingen uit overeenkomsten met consumenten. Het voorgaande heeft tot gevolg dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet toewijsbaar zijn.
Met betrekking tot de bedongen wettelijke rente wijkt het beding niet af van de wet, zodat de gevorderde wettelijke rente als na te melden kan worden toegewezen.
conclusie
3.7.
[gedaagde] moet aan Infomedics betalen een bedrag van € 169,06 (bestaande uit
€ 318,32 aan hoofdsom en € 10,74 aan wettelijke rente tot 14 november 2023 minus de betalingen van in totaal € 160,00), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 169,06 vanaf 15 november 2023 tot de dag van volledige betaling.
proceskosten
3.8.
In reactie op het verweer van [gedaagde] met betrekking tot de onbereikbaarheid van de gemachtigde heeft Infomedics het volgende naar voren gebracht. De gemachtigde van Infomedics is naast telefonisch ook via contactformulieren op de website dan wel per e-mail bereikbaar, wat ook kenbaar wordt gemaakt wanneer [gedaagde] telefonisch in de wacht staat. Volgens Infomedics is dit ook bekend bij [gedaagde], aangezien zij voor het treffen van de eerste betalingsregeling een contactformulier heeft ingevuld en hierop ook (diezelfde dag) een reactie heeft ontvangen. De tweede betalingsregeling heeft zij per e-mail aangevraagd en daarop heeft zij (de volgende dag) een reactie ontvangen. Deze betalingsregelingen zijn door [gedaagde] niet op tijd nagekomen en daarom vervallen. Van onbereikbaarheid van de gemachtigde van Infomedics is geen sprake geweest, aldus Infomedics.
3.9.
De kantonrechter oordeelt als volgt. [gedaagde] heeft niet meer gereageerd op de stelling van Infomedics dat er meerdere mogelijkheden waren om haar gemachtigde te bereiken en dat [gedaagde] hiervan ook op de hoogte was.
De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat dat klopt. Daarbij betrekt de kantonrechter ook dat het de verantwoordelijkheid van [gedaagde] is en blijft om de hele factuur tijdig te betalen. [gedaagde] wist, althans had kunnen weten dat de betalingsregeling zou vervallen als die niet goed zou worden nagekomen. Als de gemachtigde van Infomedics niet reageerde, zoals door [gedaagde] gesteld, had het op haar weg gelegen om (nogmaals) om een reactie te vragen via de mogelijkheden die de gemachtigde van Infomedics daarvoor heeft. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Gelet op bovenstaande, en omdat [gedaagde] de vordering verder heeft erkend, is de kantonrechter van oordeel dat Infomedics in redelijkheid heeft kunnen besluiten om [gedaagde] te dagvaarden. [gedaagde] moet dan ook de kosten van deze procedure (inclusief nakosten) betalen. De kosten aan de zijde van Infomedics worden begroot op:
- dagvaarding € 107,84
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde € 80,00 (2 punten x tarief € 40,00)
- nakosten
€ 20,00totaal € 335,34
3.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
betalingsregeling
3.11.
Ten slotte merkt de kantonrechter nog het volgende op. [gedaagde] vraagt om een betalingsregeling. De kantonrechter komt niet de bevoegdheid toe een regeling op te leggen. Voor het treffen van een betalingsregeling moet [gedaagde] zich wenden tot (de gemachtigde van) Infomedics. Opgemerkt wordt dat (de gemachtigde van) Infomedics niet verplicht kan worden (nogmaals) met [gedaagde] een betalingsregeling te treffen, maar Infomedics heeft in haar conclusie van repliek al naar voren gebracht dat [gedaagde] contact kan op nemen met (de gemachtigde van) Infomedics om alsnog over het treffen van een betalingsregeling te spreken. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat er mogelijkheden zijn tot het treffen van een regeling.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tegen bewijs van kwijting aan Infomedics te betalen € 169,06, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 169,06 vanaf 15 november 2023 tot de dag van volledige betaling.
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Infomedics, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 335,34, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan.
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Haarhuis, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2024. (ak)