Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 3 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- het tijdens de mondelinge behandeling tegen [gedaagde] verleende verstek.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 4 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagde. Eiseres vorderde dat gedaagde zou meewerken aan het opmaken, ondertekenen en verlijden van een akte van verdeling met betrekking tot een woning, zodat de vermogensrechtelijke afwikkeling van hun huwelijk kon worden gerealiseerd. Gedaagde is niet verschenen op de mondelinge behandeling, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening en heeft de vordering in grote lijnen toegewezen, met uitzondering van de gevorderde dwangsom. De voorzieningenrechter oordeelde dat het vonnis in de plaats treedt van de benodigde instemming of medewerking van gedaagde, wat betekent dat de akte van verdeling kan worden opgemaakt zonder verdere medewerking van gedaagde. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.349,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.