Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
1.Samenvatting
2.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de brief van de rechtbank van 14 november 2024, houdende oproeping voor de mondelinge behandeling
- de mondelinge behandeling van 15 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
3.De feiten
€ 100.000,00 en één keer een bedrag van € 75.000,00. Op 9 februari 2022 geschiedt een vierde overboeking en wel van een bedrag van € 18.143,81. De vier betalingen zijn gedaan met de vermelding “Surplus afgelost bankkrediet Rabobank”.
om een en ander te bespreken. Dat heb ik onder meer tijdens en na de Algemene Vergadering van [gedaagde 1] B.V. op 9 februari 2022 gedaan. Door [naam 2] is geen opmerking geplaatst bij of bezwaar gemaakt tegen de rechtstreekse overboeking naar de bankrekening van [gedaagde 1] B.V. Waaruit geconcludeerd is dat ook het nog resterende creditsaldo kon worden overgeboekt. Daarvan heb ik [gedaagde 5] op de hoogte gesteld waarna [gedaagde 5] ook het resterende creditsaldo heeft overgeboekt.
4.De vordering
5.Het verweer
6.De beoordeling
Opeisbare schuld?
€ 178,00+(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)