ECLI:NL:RBOVE:2024:2001

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
11 april 2024
Zaaknummer
10526158 \ CV EXPL 23-2045
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • jhr.mr. C.A. de Beaufort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst en terugbetaling aanbetaling bij verkoopverlies

In deze zaak heeft de eiser een koopovereenkomst ontbonden voor de (ver)koop van twee Ecoplant systemen en vordert hij terugbetaling van zijn aanbetaling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de koopovereenkomst ongerechtvaardigd was, maar omdat de gedaagde partij, Ecoplant Europe B.V., zich heeft berust in de ontbinding, is de koopovereenkomst beëindigd. De kantonrechter oordeelt echter dat het onaanvaardbaar zou zijn om de volledige aanbetaling terug te betalen, gezien het verkoopverlies dat Ecoplant heeft geleden door de verkoop van de systemen aan een andere partij voor een lagere prijs. Dit verlies mag in mindering worden gebracht op de terug te betalen aanbetaling.

Ecoplant heeft een onderbouwing gegeven van het verkoopverlies, inclusief verliezen bij de verkoop van de Ecoplant apparaten en de batterij, alsook kosten voor transport en technische aanpassingen. De kantonrechter heeft de argumenten van de eiser, die stelde dat Ecoplant onvoldoende onderbouwing had gegeven voor de verkoopverliezen en kosten, in overweging genomen. Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten dat Ecoplant een bedrag van € 18.197,20 aan de eiser moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat Ecoplant ook de beslagkosten en proceskosten moet vergoeden.

De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 9 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10526158 \ CV EXPL 23-2045
Vonnis van 9 april 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. M.G. Kuijpers,
tegen
ECOPLANT EUROPE B.V.,
te Zwolle,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Ecoplant,
procederend in persoon.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 december 2023
- de akte van Ecoplant van 26 januari 2024
- de akte van [eiser] van 27 februari 2024.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis is al geoordeeld dat de koopovereenkomst is ontbonden. Verder is geoordeeld dat deze ontbinding ongerechtvaardigd is, maar omdat Ecoplant in de ontbinding heeft berust, de overeenkomst is beëindigd. De kantonrechter acht het echter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Ecoplant het volledige voorschot zou moeten terugbetalen. Het verlies bij de verkoop aan de gevonden afnemer in Roemenië mag op het voorschot in mindering worden gebracht. Ecoplant is vervolgens in de gelegenheid gesteld om een onderbouwing van dit verkoopverlies te geven.
2.2.
Ecoplant heeft in haar akte een nadere onderbouwing gegeven. Daarin heeft ze opgenomen dat ze € 5.100,00 verlies heeft geleden bij de verkoop van de Ecoplant apparaten, € 3.637,50 verlies heeft geleden bij de verkoop van de batterij en € 3.593,80 verlies heeft geleden, omdat zij kosten gemaakt heeft voor het transport en voor technische aanpassingen voor het netwerk in Roemenië.
2.3.
[eiser] heeft hiertegen verweer gevoerd. Volgens hem is de staffelkorting ten onrechte niet meegenomen in de berekening voor het verkoopverlies van de Ecoplant apparaten en batterijen. Verder heeft [eiser] gesteld dat Ecoplant aan de derde minder heeft verkocht dan zij oorspronkelijk aan [eiser] heeft verkocht. Aan de derde is namelijk enkel de batterij verkocht, terwijl aan [eiser] de batterij, inclusief BMS en een datakabel is verkocht. Dan is het te begrijpen dat de verkoopprijs voor de derde lager is dan de verkoopprijs voor [eiser]. Ten aanzien van de transportkosten heeft [eiser] gesteld dat Ecoplant deze kan verhalen op de derde en [eiser] die kosten dus niet hoeft te betalen. Volgens [eiser] heeft Ecoplant onvoldoende onderbouwd waarom de technische aanpassingen noodzakelijk zouden zijn en zijn deze kosten daarom niet verschuldigd.
Verkoopverlies Ecoplant apparaten
2.4.
Voor de berekening van het verkoopverlies van de Ecoplant apparaten zal de kantonrechter, zoals tijdens de mondelinge behandeling is besproken, rekening houden met de staffelkorting van € 4.499,00. Dit betekent dat [eiser] voor de Ecoplant apparaten
€ 25.491,00 (€ 29.990,00 min de staffelkorting van € 4.499,00) zou betalen. Omdat de derde partij € 24.890,00 heeft betaald voor de Ecoplant apparaten heeft Ecoplant een verkoopverlies van
€ 601,00. Dit bedrag mag Ecoplant in mindering brengen op de terug te betalen aanbetaling.
Verkoopverlies batterij
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat er een verkoopverlies is geleden voor de verkoop van de batterijen. Zoals [eiser] terecht stelt, zou [eiser] niet slechts batterijen afnemen, maar ook de BMS en een datakabel. Het is daarom goed te volgen dat de verkoopprijs die [eiser] zou hebben moeten betalen hoger is dan de verkoopprijs die is berekend aan de derde. Ecoplant heeft hierover niets gesteld en onderbouwd.
Transportkosten en kosten technische aanpassing
2.6.
De transportkosten kunnen volgens de door Ecoplant overgelegde rekening gericht aan de Roemeense afnemer worden verhaald op die koper, zodat hiervan geen sprake is van een verkoopverlies.
2.7.
De kosten voor de technische aanpassing acht de kantonrechter wel voldoende onderbouwd, door het overleggen van de factuur van Multibat. Ecoplant heeft in haar akte gesteld dat het verkoopverlies ziet op het bedrag exclusief BTW, zodat de kantonrechter hier ook vanuit gaat. Dat betekent dat het bedrag € 2.394,80 in mindering mag worden gebracht op de terug te betalen aanbetaling.
De eindconclusie
2.8.
Ecoplant moet aan [eiser] betalen de door [eiser] verrichte aanbetaling minus de het hiervoor genoemde verkoopverlies. Dit ziet op een bedrag van € 17.249,70 (€ 20.245,50 min € 601,00 min € 2.394,80).
2.9.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De kantonrechter toetst de hoogte van de vordering aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Bepalend voor de hoogte van de toewijsbare incassokosten is de toegewezen hoofdsom. Daarom wordt € 947,50 toegewezen.
2.10.
De kantonrechter zal beslissen dat Ecoplant rente over de toegewezen hoofdsom moet betalen vanaf de dag na die waarop de Ecoplant in verzuim is geraakt met betrekking tot de terugbetaling van de aanbetaling.
2.11.
[eiser] heeft tevens gevorderd Ecoplant te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 1.140,19 voor verschotten (bestaande uit € 676,00 aan griffierecht verzoekschrift verlof beslaglegging en € 464,19 aan kosten beslagexploten) en € 406,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 406,00).
2.12.
Ecoplant zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 132,29
- griffierecht € 279,00 (na verrekening griffierecht beslagrekest)
- salaris gemachtigde € 1.015,00 (2,5 punten x tarief € 406,00)
- nakosten
€ 203,00Totaal € 1.629,29.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Ecoplant tegen bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 18.197,20, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 17.249,70 vanaf 1 maart 2023 tot de dag van betaling,
3.2.
veroordeelt Ecoplant in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.546,19, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt Ecoplant in de proceskosten van € 1.629,29, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet Ecoplant ook de kosten van betekening betalen;
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door jhr.mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op
9 april 2024. (SK)