ECLI:NL:RBOVE:2024:2120
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Zaak over betaling van advocatennota en de vraag of gedaagde in privé of als bestuurder van vennootschap heeft gecontracteerd
In deze zaak heeft eiser, die als advocaat gedaagde heeft bijgestaan in een hoger beroep, betaling gevorderd van openstaande facturen. Gedaagde heeft gedeeltelijk betaald, maar stelt dat de overeenkomst niet met hem in privé, maar met een van zijn vennootschappen is gesloten. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, omdat gedaagde onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn verweer. De kantonrechter oordeelt dat de opdrachtbevestiging alleen de naam van gedaagde vermeldt en dat er geen bewijs is dat de overeenkomst via zijn vennootschappen is aangegaan. Gedaagde heeft erkend dat de facturen betaald moeten worden, maar betwist de aansprakelijkheid in privé. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde in privé gehouden kan worden tot betaling van de facturen, en heeft de vordering van eiser toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de Richtlijn 93/13/EEG niet van toepassing is, omdat gedaagde handelde in de uitoefening van zijn beroepsactiviteit. Het totaalbedrag dat gedaagde aan eiser moet betalen, inclusief rente en kosten, bedraagt € 3.229,36.