Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De huurachterstand en de onbetaald gelaten facturen.
102,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting STICHTING WOONBEDRIJF IEDER1, hierna te noemen verhuurder, en de gedaagde huurster. De verhuurder vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van een huurachterstand van € 4.847,04, die was opgebouwd tot en met april 2024. De huurster erkende de betalingsachterstand, maar voerde aan dat zij zich onveilig voelde in de woning door overlast van buren, wat haar financiële situatie verder onder druk zette. De verhuurder had de klachten van de huurster behandeld, maar de kantonrechter oordeelde dat de betalingsachterstand van zodanige omvang was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter heeft de huurster veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De huurster moet de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis ontruimen. De kantonrechter heeft de vordering van de verhuurder toegewezen, met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de huurster, maar deze waren niet voldoende om de ontbinding te voorkomen.