Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[bedrijf 2],
1.De procedure
2.De beoordeling
€ 119,00
Rechtbank Overijssel
In deze civiele procedure vordert eiser, handelende onder de naam [bedrijf 1], betaling van een onbetaalde factuur van € 2.407,90 van gedaagde, [bedrijf 2], voor de installatie van een nieuwe 380V installatie. De factuur is op 5 april 2023 verzonden, maar gedaagde heeft deze onbetaald gelaten. Eiser vordert daarnaast wettelijke rente vanaf de vervaldag van de factuur en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde erkent de hoofdsom van de factuur, maar betwist de bijkomende kosten, omdat hij slechts twee betalingsherinneringen heeft ontvangen en geen aanmaning met een termijn van 14 dagen om te betalen. De kantonrechter overweegt dat eiser voldoende gelegenheid heeft gegeven aan gedaagde om de hoofdsom te betalen en dat de bijkomende kosten zijn verschuldigd op basis van de handelsovereenkomst tussen partijen. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de factuur en de bijkomende kosten toe, en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 21 mei 2024.