Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling
102,00plus betekeningskosten
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 6 juni 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en gedaagde, [gedaagde]. Eisers vorderden de ontruiming van de gehuurde woning en betaling van achterstallige huur. De rechtbank oordeelde dat gedaagde de huur niet had betaald en overlast veroorzaakte. De gedaagde huurde sinds 23 maart 2010 de benedenwoning aan de [adres]. De huurprijs bedroeg € 547,94 per maand, met bijkomende kosten voor gas, water en elektra. Gedaagde had een huurachterstand opgebouwd van zes maanden, wat leidde tot een totale vordering van € 4.637,64, te vermeerderen met wettelijke rente.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van eisers tot ontruiming van de woning gegrond was, gezien de aanzienlijke huurachterstand. De gedaagde was niet verschenen op de zitting, en er was verstek verleend. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutels af te geven aan eisers. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De vordering tot betaling van boetes en herstelkosten werd afgewezen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eisers direct actie kunnen ondernemen om de ontruiming te laten uitvoeren.