In deze zaak heeft de besloten vennootschap HOLDING DUTCH TELECOM B.V. (hierna: HDT) een kort geding aangespannen tegen een andere besloten vennootschap, [gedaagde] B.V., met als doel medewerking te verkrijgen voor de levering van aandelen in twee vennootschappen. HDT en [gedaagde] hebben op 5 november 2022 een koopovereenkomst gesloten waarbij HDT al haar aandelen in Voip4All B.V. en Wholesale Dutch Telecom B.V. aan [gedaagde] heeft verkocht voor een totaalbedrag van € 375.000,00, te betalen in drie tranches. De eerste tranche, ter waarde van € 125.000,00, had uiterlijk op 1 januari 2024 geleverd en betaald moeten worden. Aangezien deze levering en betaling niet heeft plaatsgevonden, heeft HDT in kort geding gevorderd dat [gedaagde] wordt veroordeeld om medewerking te verlenen aan de levering van de aandelen en de bijbehorende betaling.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is, omdat de levering van de aandelen niet heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet meewerkt aan de uitvoering van de koopovereenkomst. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat de bestuurders van [gedaagde], [naam 2] en [naam 3], een tegenstrijdig standpunt innemen over de koopovereenkomst. [naam 2] steunt de koop, terwijl [naam 3] zich hiertegen verzet en stelt dat zij niet betrokken was bij de totstandkoming van de overeenkomst. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vennootschap [gedaagde] gezamenlijk vertegenwoordigd moet worden door beide bestuurders en dat de onduidelijkheid die hierdoor ontstaat niet ten nadele van HDT mag strekken.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van HDT toegewezen en [gedaagde] veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van de aandelen, alsook in de proceskosten van HDT. De proceskosten zijn vastgesteld op € 7.386,12, te betalen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis.