Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
VOORHEEN H.O.D.N. [eenmanszaak],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met bijlagen;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres, een particulier, gedaagde, een eenmanszaak, ingeschakeld voor de renovatie van haar badkamer en toilet. De overeenkomst werd gesloten op 4 juli 2022, waarbij gedaagde zich verplichtte om de werkzaamheden uit te voeren voor een bedrag van € 8.474,84. Eiseres heeft de aanneemsom in twee termijnen voldaan. De werkzaamheden zijn gestart op 11 juli 2022 en hebben tot eind augustus 2022 geduurd. Eiseres heeft gedaagde in gebreke gesteld vanwege ondeugdelijk werk en vordert nu vervangende schadevergoeding van € 15.893,09, plus buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde heeft onvoldoende verweer gevoerd tegen de vordering van eiseres. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de door gedaagde uitgevoerde werkzaamheden niet aan de overeenkomst voldeden en dat hij zijn waarschuwingsplicht heeft geschonden. De vordering van eiseres is grotendeels toegewezen, met uitzondering van de kosten voor het spanplafond, die zijn afgewezen omdat gedaagde niet verantwoordelijk was voor de plaatsing daarvan. De kantonrechter heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 13.743,09, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.