Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ambtshalve toetsing.
135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderen de verhuurders, eisers in het geding, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de huurder, gedaagde partij, vanwege een huurachterstand. De huurder heeft een huurachterstand opgebouwd die op het moment van de dagvaarding € 5.632,86 bedroeg, maar deze is tijdens de mondelinge behandeling op 18 juni 2024 teruggebracht tot € 1.875,00. De kantonrechter heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de huurder zijn betalingsverplichtingen niet volledig is nagekomen, maar dat de huurachterstand op het moment van de mondelinge behandeling zodanig was ingelopen dat ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming afgewezen, maar heeft de huurder wel veroordeeld tot betaling van de huurachterstand van € 1.875,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 187,89. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de huurder gesteld, die als verliezende partij in de procedure is aangemerkt. Het vonnis is uitgesproken op 2 juli 2024 door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter.