ECLI:NL:RBOVE:2024:373

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 januari 2024
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10728146 CV EXPL 23-3565
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na aankoop van non-conforme minicar

In deze zaak heeft eiser een minicar gekocht van gedaagde 1, maar na levering bleek de auto meerdere gebreken te vertonen, waaronder problemen met de remmen en motor. Eiser vordert de kosten van herstel van de gebreken, die hij heeft gemaakt na de aankoop. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde 1 een non-conform product heeft geleverd en veroordeelt haar tot betaling van een deel van de gevorderde kosten. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte een mondelinge behandeling waar eiser met zijn advocaat aanwezig was, terwijl gedaagde 1 niet verscheen. De rechter concludeert dat de minicar niet voldeed aan de verwachtingen die eiser mocht hebben op basis van de overeenkomst, en dat gedaagde 1 niet heeft voldaan aan haar verplichtingen om de auto in goede staat te leveren. De vordering tot schadevergoeding wordt gedeeltelijk toegewezen, met een totaalbedrag dat gedaagde 1 aan eiser moet betalen, inclusief wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 10728146 CV EXPL 23-3565
Vonnis van 16 januari 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] (Duitsland),
eisende partij, hierna te noemen [eiser],
gemachtigde: K.C. Adam, advocaat te Enschede,
tegen
- de vennootschap onder firma
[gedaagde 1], gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
-
[gedaagde 2], wonende te [woonplaats 2],
-
[gedaagde 3], wonende te [woonplaats 3],
gedaagde partijen, tezamen te noemen: [gedaagde 1],
schriftelijk procederende.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord en aanvullend antwoord,
- het tussenvonnis van 17 oktober 2023,
- de mondelinge behandeling na antwoord d.d. 18 december 2023, waar [eiser] is verschenen met zijn gemachtigde. Van de zijde van [gedaagde 1] is niemand verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

[eiser] kocht een minicar bij [gedaagde 1]. Na levering van de minicar maakte [eiser] een proefrit. De minicar bleek meerdere gebreken te hebben en een gevaar op de weg. Er zijn daardoor kosten gemaakt en [eiser] vordert de gemaakte kosten van [gedaagde 1]. [gedaagde 1] wil deze kosten echter niet betalen. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde 1] een non-conform product heeft geleverd en veroordeelt haar deels tot voldoening van het door [eiser] gevorderde.

3.De feiten

3.1.
[eiser] en [gedaagde 1] hebben op 28 januari 2023 een overeenkomst gesloten inhoudende het leveren van een minicar door [gedaagde 1] tegen betaling van € 6.700,- inclusief BTW door [eiser].
3.2.
Er wordt bij het sluiten van de overeenkomst afgesproken dat [gedaagde 1] een onderhoudsbeurt zal uitvoeren en de beschadigingen aan een deur en motorkap voor zover mogelijk zal herstellen, voordat de minicar wordt geleverd aan [eiser].
3.3.
[eiser] heeft bij het sluiten van de overeenkomst op 28 januari 2023 € 500,- aanbetaald en het resterende bedrag van € 6.200,- bij de levering van de minicar voldaan.
3.4.
Op 31 januari 2023 meldt [gedaagde 1] via Whatsapp aan [eiser] dat de minicar gereed is voor aflevering. Er wordt afgesproken dat de minicar de volgende dag, op 1 februari 2023, aan [eiser] wordt geleverd. Via Whatsapp wordt als volgt gecommuniceerd:
[eiser]: Inspektion is gemacht. Richtig?
Minicars: Jaa ist gemacht. Motorhaube Einstellung auch probiert wir haben unserem best gemacht ! Ist noch eine kleine bisschen von zu sehen !
[eiser]: OK. Motor, Gebtriebe, Radio usw. laufen aber ohne Probleme. Richtig?
Minicars: Ja 100% Habe damit gefahren
3.5.
De minicar wordt op 1 februari 2023 aan [eiser] geleverd.

4.Het geschil

de vordering
4.1.1. [eiser] vordert – samengevat – om gedaagde hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 2.324,59, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 april 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Ook vordert hij de veroordeling van [gedaagde 1] om een bewijs van afmelding van de minicar in Polen aan te leveren, onder verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag, voor iedere dag dat [gedaagde 1] niet aan deze veroordeling voldoet.
[eiser] vordert verder veroordeling van [gedaagde 1] in de kosten van de procedure en tot betaling van de nakosten.
4.1.2. [eiser] voert daartoe aan dat de geleverde minicar non-conform is. Na levering kon er niet gelijk een proefrit worden gemaakt omdat de auto nog niet was geregistreerd in Duitsland en niet verzekerd. Omdat de juiste papieren niet werden meegeleverd kostte dit alles extra tijd en moeite. De eerste proefrit werd pas na een paar weken gemaakt. Tijdens deze korte rit wordt op het dashboard aangegeven dat de motor van de auto oververhit is. [eiser] is daarom naar een dichtbij zijnde garage gereden, waarbij ook problemen met remmen zijn geconstateerd. De monteur van de betreffende garage heeft direct opgemerkt dat het remvloeistofreservoir compleet leeg is en dat het voertuig niet remt.
4.1.3. De remmen van de auto waren bij de levering namelijk doorgeroest en volledig doorgebroken, waardoor er niet geremd kon worden. Ook zat er geen remvloeistof in de auto, waren de schokdempers defect en zat er verouderde olie in het voertuig. Verder waren verschillende filters in het voertuig aan vervanging toe en bleek de voorruit los te zitten. Door een versleten lijmlaag bij de voorruit lekte er verder water in het voertuig.
De autogarage die verschillende reparaties heeft uitgevoerd/onderdelen heeft vervangen heeft verklaard dat gebruik van de minicar levensgevaarlijk is. Daarom heeft [eiser] op
6 maart 2023 via Whatsapp contact opgenomen met [gedaagde 1] met het verzoek om de door hem gemaakte en/of te maken kosten te vergoeden. [gedaagde 1] geeft daarop aan dat er slechts garantie wordt gegeven op de motor en is niet bereid om de kosten te betalen.
4.1.4. [gedaagde 1] heeft in strijd met de gemaakte afspraken dus geen technische keuring uitgevoerd en heeft ook niet de beschadigingen aan de voordeur en motorkap hersteld. De bewering voor levering dat de auto zonder problemen rijdt, kan niet kloppen, gezien de ervaringen van [eiser] bij de eerste rit.
Ook blijkt uit onderzoek dat de auto betrokken is geweest bij een zwaar ongeluk. Hier is door [gedaagde 1] geen melding van gemaakt aan [eiser]. Verder heeft de Duitse politie verklaard dat de minicar op naam van een mevrouw in Polen staat geregistreerd en er geen bewijs van afmelding is. De politie heeft aan [eiser] geadviseerd een bewijs van afmelding te vragen.
4.1.5. Omdat [gedaagde 1] de gemaakte kosten niet wil vergoeden, heeft [eiser] een gemachtigde ingeschakeld. Ondanks diverse sommaties wordt niet betaald.
De gevorderde hoofdsom voor diverse reparaties bedraagt € 2.021,39, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 29 april 2023, en de incassokosten € 303,20.
het verweer
4.2.1. [gedaagde 1] voert aan dat [eiser] de minicar zelf heeft bekeken en uitgeprobeerd. Voordat de minicar is afgeleverd, is deze in de werkplaats nog nagekeken en alles was op dat moment in orde. De motorkap en de deur zijn, voor zover mogelijk, opnieuw afgesteld en gerepareerd. Dit ging niet volledig zoals gewenst, maar er is vooraf aangegeven dat niet gegarandeerd kon worden dat de beschadigingen volledig konden worden hersteld. Volgens [gedaagde 1] kon de minicar in ieder geval veilig in het verkeer gebruikt worden.
4.2.2. [eiser] heeft op een gegeven moment laten weten dat de minicar problemen had en heeft deze laten repareren tegen een prijs van € 1.000,-. Dit bedrag wilde [gedaagde 1] niet voldoen, waarbij zij stelt dat op een dertien jaar oude minicar niet allemaal nieuwe onderdelen geplaatst hoeven te worden. [gedaagde 1] heeft een voor haar reëel tegenaanbod gedaan en wilde schikken voor een bedrag van € 700,-. Dit tegenbod heeft [eiser] echter geweigerd.
[gedaagde 1] voert aan dat [eiser] zelfs met steeds hogere rekeningen kwam. [gedaagde 1] wil dit niet betalen. Er zijn volgens [gedaagde 1] namelijk veel kosten gemaakt die niet nodig waren, zoals de aanvraag van een ‘Certificate of Conformity’. Er worden al acht jaar auto’s voor klanten in Duitsland verkocht, maar een dergelijk certificaat heeft [gedaagde 1] nog niet voor klanten hoeven betalen.

5.De beoordeling

Hoofdsom (vervangende schadevergoeding)

5.1.1.
In deze zaak moet worden beoordeeld of [gedaagde 1] een non-conforme zaak aan [eiser] heeft geleverd.
5.1.2.
De minicar moet eigenschappen bezitten die voor normaal gebruik van de minicar nodig zijn en waarvan [eiser] de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen. In de hoofdregel geldt dat als het gebruik van een auto gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert, de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst en de auto non-conform is.
[eiser] heeft zijn stelling dat het gebruik van de minicar een gevaar op de weg opleverde, onderbouwd met een verklaring van zijn garage. Daarbij zijn onder meer foto’s gevoegd van kapotte remschijven en doorgeroeste schokdempers. [gedaagde 1] heeft op het moment dat zij deze klachten ontving niet inhoudelijk gereageerd, er is niet aangeboden de auto te onderzoeken of de gebreken te herstellen. Ook is geen contact opgenomen met de garage waar de auto door [eiser] naar toe was gebracht en de bevindingen van deze garage zijn niet gemotiveerd betwist. [gedaagde 1] heeft slechts in algemene termen haar standpunt herhaald dat de auto door haar is nagekeken en in orde bevonden. Daarbij wordt geen verklaringen gegeven voor het feit dat de ernstige gebreken die zich al bij de eerste door [eiser] gemaakte rit hebben geopenbaard tijdens de gestelde proefrit door [gedaagde 1] niet aan het licht zijn gekomen.
5.1.3.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de geleverde minicar non-conform is en dat [gedaagde 1] gehouden is tot vergoeding van kosten voor herstel van de punten c tot en met h, genoemd onder 24 in de dagvaarding, bij elkaar € 1.080,00. Het gaat om remblokken, remschijven, motorsteunen, schokdempers, motorolie en filters vervangen. Dat [eiser] nu nieuwe onderdelen heeft in een oude auto kan zo zijn, maar als [gedaagde 1] dat had willen voorkomen had zij zelf de werkzaamheden moeten uitvoeren.
Beschadigingen deur en motorkap
5.2.
Het gedeelte van de vordering bestaande uit de kosten voor het repareren van de deur en de motorkap van € 350,- wordt afgewezen. [gedaagde 1] heeft bij het sluiten van de overeenkomst namelijk aangegeven dat de beschadigingen waarschijnlijk niet volledig hersteld zouden kunnen worden. Vervolgens bevestigde [gedaagde 1] via Whatsapp dat de beschadigingen niet volledig zijn hersteld. Omdat [eiser] wist dat de beschadigingen wellicht niet volledig hersteld konden worden en dit door [gedaagde 1] via Whatsapp is bevestigd, wordt dit gedeelte van de vordering afgewezen.
Voorruit
5.3.
De post voor het herstellen van de voorruit ad € 341,39 is wel toewijsbaar, omdat ook dit een voorwaarde is om met de minicar veilig de weg op te gaan.
Certificate of Conformity
5.4.
Ook wordt € 250,- gevorderd voor de kosten van een vervangend Certificate of Conformity. [gedaagde 1] voert aan dat zij nooit eerder een dergelijk certificaat voor de koper van een minicar heeft hoeven te betalen. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] de noodzaak van het aanvragen van een dergelijk certificaat onvoldoende heeft aangetoond. Dit gedeelte van de gevorderde vervangende schadevergoeding wordt dus ook afgewezen.
Bewijs van afmelding in Polen
5.5.
Ook voor dit deel van de vordering is de noodzaak om deze kosten te maken onvoldoende komen vast te staan. De auto is inmiddels al langere tijd aangemeld en in gebruik en er is geen reden (meer) om rekening te houden met de mogelijkheid dat alsnog zou blijken dat de auto destijds in Polen is gestolen.
Totaal toegewezen hoofdsom
5.6.
Samengevat wijst de kantonrechter de vordering tot veroordeling van [gedaagde 1] tot betaling van vervangende schadevergoeding gedeeltelijk toe. [gedaagde 1] moet in totaal€ 1.421,39 vervangende schadevergoeding aan [eiser] betalen.
Rente
5.7.
Omdat [gedaagde 1] te laat is met betalen is zij ook de wettelijke rente over € 1.421,39 verschuldigd vanaf 29 april 2023 tot aan de dag van betalen.
Incassokosten en proceskosten
5.8.1.
Omdat niet de gehele vordering is toegewezen worden de incassokosten bepaald op € 213,00. De rente over de kosten is niet toewijsbaar omdat gesteld noch gebleken is dat deze kosten al zijn betaald.
5.8.2.
[gedaagde 1] wordt als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, begroot op een bedrag van € 1.130,36 (€ 388,86 voor exploot, € 244,00 voor griffierecht en € 497,50 voor salaris gemachtigde (2,5 punt ad
€ 199,00), vermeerderd met de wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen betaald. De nakosten worden bepaald op € 99,50.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1
Veroordeelt [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3], hoofdelijk, om aan [eiser] te voldoen een bedrag van € 1.634,39, vermeerderd met de wettelijke rente over
€ 1.421,39 vanaf 29 april 2023 tot de dag van betaling.
6.2.
Veroordeelt [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3], hoofdelijk, in de kosten van de procedure, begroot op € 1.130,36, vermeerderd met de wettelijke rente daarover indien niet binnen 14 dagen na heden betaald. De nakosten worden bepaald op
€ 99,50.
6.3
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
6.4
Wijst af hetgeen verder of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2024.
(RS(O)