ECLI:NL:RBOVE:2024:3823

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
08/089682-23 en 08/145305-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gijzelingen en afpersingen door een groep van zeven verdachten in Hengelo

Op 18 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen, een 52-jarige en een 25-jarige, die samen met vijf mededaders betrokken waren bij twee ernstige strafbare feiten: gijzelingen en afpersingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het gijzelen van twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], waarbij losgeld werd geëist. De eerste gijzeling vond plaats van 30 tot 31 maart 2023, waarbij [slachtoffer 1] onder bedreiging van geweld werd gedwongen om 4.000 euro te betalen. De tweede gijzeling vond plaats op 22 en 23 maart 2023, waarbij [slachtoffer 2] werd ontvoerd en onder dwang werd gefilmd terwijl hij zijn inlogcodes moest afgeven. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk 6 jaar en 6 maanden voor de 52-jarige en 5 jaar en 6 maanden voor de 25-jarige, en hen ook verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de slachtoffers meer dan 12 en 18 uur van hun vrijheid zijn beroofd en onder bedreiging van geweld zijn behandeld. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de feiten op de slachtoffers en de rol van de verdachten in de criminele organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/089682-23 en 08/145305-23 (P)
Datum vonnis:18 juli 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1972 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in de [locatie 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 juni 2024, 11 juni 2024, 17 juni 2024 en 4 juli 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.J.H. van der Wal, advocaat in Hengelo, naar voren is gebracht.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] door mr. [naam 1] is aangevoerd. Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] door mr. [naam 2] is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, onder parketnummer 08/089682-23, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 30 maart 2023 tot en met 31 maart 2023 alleen dan wel samen met anderen:
feit 1:[slachtoffer 1] onder bedreiging heeft gegijzeld, waarbij losgeld is geëist;
feit 2:geprobeerd heeft [slachtoffer 1] en zijn familie af te persen.
De verdenking komt er, onder parketnummer 08/145305-23, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 22 maart 2023 tot en met 23 maart 2023 alleen dan wel samen met anderen:
feit 1:[slachtoffer 2] met geweld en bedreiging met geweld heeft gegijzeld, waarbij losgeld is geëist;
feit 2:[slachtoffer 2] met geweld en bedreiging met geweld heeft beroofd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Ten aanzien van parketnummer 08/089682-23
1.
hij in of omstreeks de periode van 30 tot en met 31 maart 2023 te Hengelo (O), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door die [slachtoffer 1] naar een woning aan de [adres 1] te (laten) brengen en/of hem te beletten die woning te verlaten en/of die [slachtoffer 1] aldaar te bedreigen met een mes en vuurwapen(s) en/of dreigende taal tegen hem te uiten en/of te zeggen dat hij (of zijn familie) 4000 euro, althans een aanzienlijk bedrag, moest betalen om vrij te komen en/of hem daarover telefonisch contact met [slachtoffer 3] op te laten nemen en/of [slachtoffer 1] naar een kelderruimte van die woning te brengen en/of hem in die kelderruimte op te sluiten en/of diens telefoon(s) af te nemen, met het oogmerk een ander, te weten [slachtoffer 3] en/of andere familieleden/personen, te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten het betalen/overhandigen van 4000 euro, althans een aanzienlijk geldbedrag;
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 tot en met 31 maart 2023 te Hengelo (O), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere familieleden/personen te dwingen tot de afgifte van 4000 euro, althans een aanzienlijk geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of andere familieleden/personen toebehoorde(n), [slachtoffer 1] naar een woning aan de [adres 1] heeft gebracht/laten brengen, waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) hem hebben/heeft belet die woning te verlaten en/of die [slachtoffer 1] aldaar hebben/heeft bedreigd met een mes en vuurwapen(s) en/of dreigende taal tegen hem
hebben/heeft geuit en hebben/heeft gezegd dat hij (of zijn familie) 4000 euro, althans een aanzienlijk gelbedrag, moest betalen om vrij te komen en/of hem daarover telefonisch contact met [slachtoffer 3] hebben/heeft laten opnemen en/of [slachtoffer 1] naar een kelderruimte van die woning hebben/heeft gebracht en/of hem in die kelderruimte hebben/heeft opgesloten en/of zijn telefoon(s) hebben/heeft afgenomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 08/145305-23
1.
hij op of omstreeks 22 maart 2023 en/of 23 maart 2023 te Hengelo (0), althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
een persoon, genaamd [slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
- die [slachtoffer 2] (telefonisch) te (laten) benaderen en/of naar een woning gelegen aan
[adres 3] , te laten komen/lokken en/of die [slachtoffer 2] in voornoemde woning binnen te laten en/of op te wachten en/of
- naar die woning te gaan waar die [slachtoffer 2] naar toe zou komen en/of aanwezig was (geweest) en/of
- die [slachtoffer 2] een of meerdere malen te slaan en/of te stompen op/tegen het lichaam en/of (krachtig) vast te grijpen en/of vast te houden en/of
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te richten en/of te houden en/of hem, [slachtoffer 2] , met het wapen te slaan en/of
- kogels aan die [slachtoffer 2] te laten zien en/of
- de telefoon(s) en/of sleutels en/of bankpas en/of (cartier)bril af te nemen van die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] vast te houden en/of hem, [slachtoffer 2] , naar buiten te brengen
en/of hierbij een revolver/wapen op zijn hoofd te richten en/of
- die [slachtoffer 2] in zijn eigen auto te zetten en/of daarbij zijn, [slachtoffer 2] 's, trui, dan wel een ander(e) kledingstuk/stof, over zijn hoofd te doen en/of
- die [slachtoffer 2] te vervoeren naar de woning gelegen aan de [adres 1] en/of hem, [slachtoffer 2] , daar (tegen zijn wil) op die locatie (in de kelder) op te sluiten en/of
- die [slachtoffer 2] zijn kleding uit te laten doen en/of hem, [slachtoffer 2] te filmen en/of
- die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en/of [slachtoffer 2] , te dwingen een of meerdere wachtwoorden en/of adressen te geven en/of
- die [slachtoffer 2] vast te binden en/of
- een geldbedrag te eisen van een/of meerdere familieleden van die [slachtoffer 2] dat binnen 24 uur betaald moest zijn om die [slachtoffer 2] vrij te krijgen en/of
- te facetimen en/of te bellen en/of contact te zoeken met de ouders/familieleden van die [slachtoffer 2] en/of waarbij die [slachtoffer 2] zei: ‘Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt', althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- een vest, dan wel ander(e) kledingstuk/stof, over het hoofd van die [slachtoffer 2] te doen en/of die [slachtoffer 2] vast te houden en/of naar een voertuig te brengen en/of die [slachtoffer 2] te vervoeren en/of hem, [slachtoffer 2] , vervolgens uit het voertuig te zetten,
- althans, die [slachtoffer 2] (tegen zijn wil) vast te houden, althans een dreigende sfeer te creëren en/of voortdurend in de nabijheid van die [slachtoffer 2] te verblijven, waardoor die [slachtoffer 2] werd belet/belemmerd die woning(en) gelegen aan [adres 3] en/of de [adres 1] te verlaten, met het oogmerk een ander, te weten de vader en/of andere familieleden van voornoemde [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten het betalen van een geldbedrag;
2.
hij op of omstreeks 22 maart 2023 en/of 23 maart 2023 te Hengelo (0), althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere telefoons en/of sleutels en/of een bankpas en/of een zonnebril, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 2] te slaan en/of te stompen op/tegen het lichaam en/of
- die [slachtoffer 2] (krachtig) vast te grijpen en/of vast te houden en/of
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te richten en/of te houden en/of hem, [slachtoffer 2] , met het wapen te slaan en/of
- kogels aan die [slachtoffer 2] te laten zien en/of
- die [slachtoffer 2] vast te houden en/of hem, [slachtoffer 2] , naar buiten te brengen en/of hierbij een revolver/wapen op zijn hoofd te richten en/of
- die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en/of [slachtoffer 2] , te dwingen een of meerdere wachtwoorden en/of adressen te geven en/of
- die [slachtoffer 2] (tegen zijn wil) vast te houden, althans een dreigende sfeer te creëren en/of voortdurend in de nabijheid van die [slachtoffer 2] te verblijven, waardoor die [slachtoffer 2] werd belet/belemmerd die woning(en) gelegen aan [adres 3] en/of de [adres 1] te verlaten
- die [slachtoffer 2] vast te binden.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Parketnummer 08/089682-23 (Cipres23)
4.1.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich, overeenkomstig hun op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 tenlastegelegde, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.1.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, overeenkomstig zijn pleitnota, op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 1 en 2 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft aangevoerd dat er geen sprake is van medeplegen. Er is niet voldaan aan het vereiste van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeplegers en evenmin heeft verdachte een materiële en/of intellectuele bijdrage van voldoende gewicht geleverd. Het enkele feit dat verdachte aanwezig was in de woning maakt niet dat er automatisch sprake is van medeplegen.
4.1.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In het onderzoek Cipres23 zijn [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] als verdachten aangemerkt.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 31 maart 2023 te 00.11 uur ontving de politie een telefonische melding van [slachtoffer 3] . Hij vertelde dat zijn broer, [slachtoffer 1] , was ontvoerd. [slachtoffer 3] heeft zich daarop naar het politiebureau begeven. [slachtoffer 3] was vlak daarvoor door [slachtoffer 1] gebeld. [slachtoffer 1] vertelde hem dat hij was ontvoerd en dat er € 4.000,-- moest komen en dat de [naam 3] erbij betrokken waren. Daarna werd de telefoon overgenomen door een man met een Antilliaanse stem die zei dat het geld binnen een half uur moest worden gebracht in een portiek aan de [adres 2] . Om 1.00 uur werd [slachtoffer 3] in het bijzijn van de politie gebeld door de ontvoerders van zijn broer [slachtoffer 1] . Als [slachtoffer 3] niet zou opschieten zou het bedrag
€ 10.000,-- worden. Om 1.21 uur werd opnieuw gebeld door de ontvoerders en werd [slachtoffer 3] meegedeeld dat hij zijn broer vandaag niet meer te zien zou krijgen. De telefoongesprekken die door de politie zijn meegeluisterd werden gevoerd door een man met een Antilliaanse stem.
In de loop van de middag van 31 maart 2023 hebben meerdere telefoongesprekken plaatsgevonden tussen [medeverdachte 2] en [slachtoffer 3] . De strekking van deze gesprekken was dat [slachtoffer 3] zijn aangifte moest intrekken en dat [slachtoffer 1] dan in vrijheid werd gesteld.
Om 19.10 uur is het arrestatieteam een woning aan de [adres 1] binnengevallen. In de kelder werd [slachtoffer 1] ongedeerd aangetroffen. In de kelder lag een matras en stond een stoel. [verdachte] en [medeverdachte 1] werden in de woning aangehouden.
Verklaringen aangever [slachtoffer 1]
heeft bij de politie meerdere verklaringen afgelegd. De inhoud van deze verklaringen komen op het volgende neer. Op 30 maart 2023 kreeg [slachtoffer 1] een berichtje van [medeverdachte 2] dat hij naar [locatie 2] aan de [adres 4] moest komen. Toen [slachtoffer 1] daar arriveerde ging [medeverdachte 1] net weg. [medeverdachte 2] vroeg of [slachtoffer 1] mee kwam in de taxi. Op de [adres 1] stopte de taxi en [medeverdachte 2] stapte uit. [slachtoffer 1] moest ook uitstappen. Ze gingen een woning aan de [adres 1] binnen. Toen [slachtoffer 1] binnen was waren daar alleen ‘ [alias 1] ’ ( [verdachte] ) en [medeverdachte 2] . Korte tijd later kwamen ook [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en ‘ [alias 2] ’ ( [medeverdachte 3] ) binnen. [slachtoffer 1] werd bedreigd. Er werd gezegd dat hij € 4.000,-- losgeld moest betalen en dat hij de woning niet eerder mocht verlaten. [slachtoffer 1] mocht contact opnemen met één persoon. Hij heeft contact opgenomen met zijn broer [slachtoffer 3] , waarna het gesprek werd overgenomen door de ‘ [alias 1] ’ [verdachte] . [slachtoffer 1] moest zijn telefoons en telefooncodes, ID-kaart en Gucci tas afgeven. Vervolgens werd [slachtoffer 1] door de ‘ [alias 1] ’ in de kelder gestopt, alle anderen waren daarbij.
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 1] geloofwaardig nu deze steun vinden in tal van bewijsmiddelen. De rechtbank zal hieronder per verdachte diens rol duiden op basis van de verklaringen van aangever, onderbouwd door relevante (andere) bewijsmiddelen.
De rol van ieder van de verdachten
[verdachte]
Over ‘ [alias 1] ’ [verdachte] heeft [slachtoffer 1] verklaard dat [verdachte] hem bedreigde en zei dat [slachtoffer 1] moest betalen en anders niet mocht vertrekken. Ook belde [verdachte] met [slachtoffer 1] toestel naar zijn broer [slachtoffer 3] om losgeld te eisen en bracht hij [slachtoffer 1] naar de kelder. De verklaring van [slachtoffer 1] vindt steun in de volgende bewijsmiddelen.
  • [verdachte] werd in de woning aangetroffen op het moment dat [slachtoffer 1] werd bevrijd uit de kelder.
  • [verdachte] heeft verklaard dat hij hoorde dat [slachtoffer 1] in de woning aan het bellen was met zijn broer [slachtoffer 3] en dat er werd gesproken over € 4.000,--.
  • [verdachte] heeft verklaard dat hij met [slachtoffer 3] heeft gebeld en hem onder druk heeft gezet om losgeld te betalen. Meeluisterende verbalisanten hebben [verdachte] onder andere horen zeggen, zakelijk weergegeven, dat als [slachtoffer 3] over een half uurtje niet zou komen, de prijs € 10.000 zou worden, en even later dat [slachtoffer 3] zijn broer die dag niet meer te zien zou krijgen.
  • [verdachte] heeft verklaard dat op moment dat hij de gesprekken met [slachtoffer 3] voerde alle betrokkenen aanwezig waren.
  • [verdachte] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] naar de kelder moest.
  • Ook [medeverdachte 1] heeft verklaard dat alle betrokkenen in de woning aanwezig waren op het moment dat [verdachte] met [slachtoffer 3] belde. Na het eerste gesprek met [slachtoffer 3] zei [verdachte] onder andere dat als er niet betaald zou worden [slachtoffer 1] niet weg mocht.
  • Een chat tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] ( [alias 3] ) waarbij [verdachte] appt ‘Anders laat ik die boy gaan, dus bel me terug’. Waarna [medeverdachte 2] terug appt: ‘We gaan die broertje laten gaan, maar nu nog niet’.
[verdachte] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] weliswaar in zijn woning in de kelder zat, maar dat [slachtoffer 1] er zelf uit kon omdat de deur op een kier stond. De rechtbank acht deze verklaring van [verdachte] ongeloofwaardig. Een verbalisant van het arrestatieteam heeft geconstateerd dat op het moment dat de politie de woning betrad een fiets voor de kelderdeur geplaatst was. De kelderdeur was gesloten en aan de binnenzijde van de deur zat geen klink. Na het openen van de deur zag hij een trap naar de kelder. In de kelder was het donker. Op een matras in de kelder werd [slachtoffer 1] aangetroffen.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] een essentiële en actieve rol heeft gespeeld. Het geheel heeft zich afgespeeld in zijn woning, waarbij hij zijn kelder als cel voor [slachtoffer 1] ter beschikking heeft gesteld. Hij heeft [slachtoffer 1] bedreigd en dreigende losgeldgesprekken met [slachtoffer 3] gevoerd. Ook is hij gedurende de gehele duur van de gijzeling, kennelijk in een bewakende rol, in de woning aanwezig gebleven.
[medeverdachte 2]
Over [medeverdachte 2] heeft [slachtoffer 1] verklaard dat hij hem heeft opgehaald en naar de woning aan de [adres 1] heeft gebracht waar vervolgens de gijzeling en poging tot afpersing plaats vonden. In de woning hebben [medeverdachte 2] en zijn medeverdachten [slachtoffer 1] bedreigd en tegen hem gezegd dat er € 4.000 betaald moest worden om vrij te komen. [medeverdachte 2] was er bij toen [slachtoffer 3] werd gebeld met de eis om losgeld te betalen, en ook toen [slachtoffer 1] naar de kelder werd gebracht. De verklaring van [slachtoffer 1] vindt steun in de volgende bewijsmiddelen.
  • [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] heeft verzocht te komen naar de [adres 4] en dat ze vervolgens samen in een taxi zijn gestapt naar de woning aan de [adres 1] . [medeverdachte 2] heeft daarbij tegen [slachtoffer 1] gezegd dat ze daar zouden gaan chillen, terwijl [medeverdachte 2] wist dat de anderen daar zouden zijn met wie [slachtoffer 1] een conflict had.
  • [medeverdachte 2] heeft verder verklaard dat hij hoorde dat [slachtoffer 1] in de woning aan het bellen was met zijn broer [slachtoffer 3] en dat er werd gesproken over € 4.000,--.
  • Ook heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij de telefoons van [slachtoffer 1] op 31 maart 2023 in de magnetron in de tuin heeft gelegd terwijl hij wist dat [slachtoffer 1] nog in de kelder zat, zodat [slachtoffer 1] geen contact kon opnemen met anderen.
  • [verdachte] heeft verklaard dat alle betrokken personen ( [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] ), met uitzondering van [medeverdachte 4] aanwezig waren op het moment dat [slachtoffer 1] in de kelder werd geplaatst.
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op verzoek van [medeverdachte 2] ‘ [alias 2] ’ [medeverdachte 3] heeft meegenomen omdat [medeverdachte 2] hem graag bij het gesprek wilde hebben.
  • [medeverdachte 2] heeft in de loop van de nacht en ochtend van 30 maart 2023 op 31 maart 2023 regelmatig telefonisch contact gehad met [verdachte] . Op 31 maart 2023 om 3:09 uur heeft [verdachte] naar [medeverdachte 2] gestuurd: “Niks gehoord”, waarop [medeverdachte 2] heeft geantwoord: “Nee niks man”.
  • [medeverdachte 2] heeft op 31 maart 2023 in de middag berichten naar [medeverdachte 1] gestuurd: “Haal die jongen daar weg” en “Zet hem in [locatie 3] als je kan”. Met ‘ [locatie 3] ’ bedoelde hij [locatie 3] , zo heeft [medeverdachte 2] bij de politie verklaard.
  • [medeverdachte 2] heeft op 31 maart 2023 in de middag als reactie op het bericht van [verdachte]
“Anders laat ik die boy gaan dus bel me terug” teruggestuurd: “We gaan die broertje laten gaan maar nu nog niet”.
Verdachte maakt in zijn verklaringen zijn eigen rol klein, het zou niet zijn conflict zijn en hij heeft zich niet bemoeid met de geweldplegingen. Hij heeft ook verklaard dat hij in eerste instantie niet wist dat [slachtoffer 1] de nacht in de kelder had doorgebracht; hij zou daar naar eigen zeggen pas de volgende dag, op 31 maart 2023, achter zijn gekomen
De rechtbank acht gelet op vorengenoemde bewijsmiddelen de verklaring van [medeverdachte 2] in dat opzicht niet geloofwaardig. De rechtbank stelt op grond van bovenstaande vast dat ook [medeverdachte 2] aanwezig was op het moment dat [slachtoffer 1] in de kelder werd opgesloten. Verder heeft [medeverdachte 2] een initiërende en essentiële rol gehad door [slachtoffer 1] met een smoesje mee te lokken naar de woning aan de [adres 1] en door te zorgen dat ook alle andere betrokkenen waar een conflict mee was in die woning aanwezig waren.
[medeverdachte 1]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat ook [medeverdachte 1] , samen met de andere verdachten, hem in de woning aan de [adres 1] heeft bedreigd en tegen hem heeft gezegd dat er
€ 4.000 betaald moest worden voordat hij zou worden vrijgelaten. [medeverdachte 1] was er ook bij
op het moment dat werd gebeld met zijn broer [slachtoffer 3] en toen [slachtoffer 1] in de kelder werd opgesloten. De verklaring van [slachtoffer 1] vindt steun in de volgende bewijsmiddelen.
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op verzoek van [medeverdachte 2] de ‘ [alias 2] ’ [medeverdachte 3] heeft opgehaald en heeft meegenomen naar de woning aan de [adres 1] . [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] arriveren tegelijk bij de woning van [verdachte] . In de woning is [medeverdachte 1] boos geworden op [slachtoffer 1] . Er is gezegd tegen [slachtoffer 1] dat er geld moest komen omdat hij anders niet naar huis mocht. Ook moest [slachtoffer 1] zijn telefoons afgeven. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij aanwezig was tijdens twee of drie telefoongesprekken die [verdachte] met [slachtoffer 3] heeft gevoerd, waaronder het gesprek van 23.02 uur met [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] heeft verklaard dat tijdens dit gesprek is gezegd: “We deinzen nergens voor terug, niks te verliezen”. Ook heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij uit de telefoon van [slachtoffer 1] telefoonnummers heeft verwijderd.
  • [verdachte] heeft verklaard dat iedereen, behalve [medeverdachte 4] aanwezig was toen [slachtoffer 1] de kelder in moest.
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij de woning samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] heeft verlaten.
  • [medeverdachte 1] heeft gedurende de nacht van 30 maart 2023 op 31 maart 2023 telefonisch contact gehad met [verdachte] .
  • [medeverdachte 2] heeft op 31 maart 2023 in de middag berichten naar [medeverdachte 1] gestuurd: “Haal die jongen daar weg” en “Zet hem in [locatie 3] ( [locatie 3] ) als je kan”. [medeverdachte 1] heeft daarop gereageerd met “Dat kan niet bro”.
  • [verdachte] heeft op 31 maart 2023 een bericht gestuurd naar [medeverdachte 1] : “Dit is niet eens mijn shit maar ben ik wel de hele fucking dag met deze gedoe in mijn huis en die mensen die zelf met die shit te maken hebben zijn er fucking niet aanwezig (…) Dus neem jullie fucking verantwoordelijk”.
  • Op 31 maart 2023 was [medeverdachte 1] in de woning aanwezig ten tijde van de inval van het arrestatieteam waarbij [slachtoffer 1] opgesloten in de kelder werd aangetroffen.
[medeverdachte 1] heeft ontkend [slachtoffer 1] te hebben bedreigd en plaatst zichzelf buiten de afpersing en het opsluiten van [slachtoffer 1] in de kelder. De rechtbank acht deze verklaring in het licht van het voorgaande niet geloofwaardig. De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] niet alleen met de andere betrokkenen in de woning aanwezig was gedurende de eerste uren van de gijzeling, maar ook dat hij een actieve en sturende rol heeft gespeeld. Zo heeft hij eerst [medeverdachte 3] opgehaald, was hij aanwezig tijdens het opsluiten van [slachtoffer 1] in de kelder en tijdens de dreigende losgeldgesprekken met diens broer. Ook heeft hij (voor betrokkenen belastende) telefoonnummers uit [slachtoffer 1] telefoon verwijderd, gedurende de nacht telefonisch contact onderhouden met (bewaker) [verdachte] en aan [medeverdachte 2] medegedeeld dat verplaatsing van [slachtoffer 1] geen optie was. Ook werd hij kennelijk door [verdachte] (‘neem jullie fucking verantwoordelijk’) gezien als verantwoordelijke partij.
[medeverdachte 3]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat naast de ‘ [alias 1] ’ ( [verdachte] ) nog een ‘ [alias 2] ’ in de woning aan de [adres 1] was en dat de ‘ [alias 2] ’ erbij was op het moment dat werd gebeld naar zijn broer [slachtoffer 3] . Ook was de ‘ [alias 2] ’ erbij op het moment dat [slachtoffer 1] in de kelder werd geplaatst.
[slachtoffer 1] heeft [medeverdachte 3] herkend als de ‘ [alias 2] ”. Ook [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] herkennen [medeverdachte 3] als de ‘ [alias 2] ’. De verklaring van [slachtoffer 1] vindt steun in de volgende bewijsmiddelen.
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op verzoek van [medeverdachte 2] [medeverdachte 3] heeft opgehaald en meegenomen naar de [adres 1] .
  • [medeverdachte 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 3] aanwezig was bij het telefoongesprek met [slachtoffer 3] waarbij € 4.000,-- aan losgeld werd geëist.
  • Ook [verdachte] heeft verklaard dat op moment dat er gesprekken plaatsvonden met [slachtoffer 3] iedereen in de woning aanwezig was.
  • [medeverdachte 2] heeft ook verklaard dat [medeverdachte 1] op verzoek van [medeverdachte 3] het nummer van [medeverdachte 3] uit de telefoon van [slachtoffer 1] moest verwijderen.
  • Verder heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij op verzoek van [medeverdachte 3] de telefoons van [slachtoffer 1] in de magnetron moest leggen, zodat [slachtoffer 1] geen contact kon opnemen.
  • [verdachte] heeft verklaard dat iedereen aanwezig was op moment dat [slachtoffer 1] naar de kelder werd gebracht, met uitzondering van [medeverdachte 4] , die was al weg. Daarna zijn de anderen tegelijk vertrokken.
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] van de woning aan de [adres 1] is vertrokken naar de woning van [medeverdachte 3] aan de Saterlostraat.
  • De telefoon van [medeverdachte 3] heeft op 30 maart 2023 om 23:24:39 een foto gemaakt van de identiteitskaart van [slachtoffer 1] . Dit was op het moment dat [slachtoffer 1] in de woning aan de [adres 1] was. Ook is de afbeelding van de identiteitskaart van de telefoon naar [medeverdachte 3] ’s mailadres verzonden.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij op 30 maart 2023 in het geheel niet in de woning aan de [adres 1] is geweest. De rechtbank hecht geen geloof aan deze verklaring. Zij overweegt daarbij dat zijn alibi, inhoudende dat hij de trein van 22:39 uur of 22:47 uur uit Zwolle heeft genomen, geen stand houdt nu uit de historische verkeersgegevens van de telefoon van [medeverdachte 3] blijkt dat hij om 20:46 uur een mast aanstraalt in Nijverdal, 21:01 uur een mast in Almelo en vanaf 21:19 uur een mast in Hengelo. Dit past bij een vertrek met de trein vanuit Zwolle om 20.21 uur. Bovendien plaatsen de verklaringen van [slachtoffer 1] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] [medeverdachte 3] in de woning. Daarnaast heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij op verzoek van [medeverdachte 2] [medeverdachte 3] heeft opgehaald bij zijn woning en heeft meegenomen naar de woning aan de [adres 1] . Uit de GPS-coördinaten uit de telefoon van [medeverdachte 1] blijkt dat hij om 22:38 uur en 22:40 uur zich in de nabijheid bevindt van de [adres 5] (woning [medeverdachte 3] ) en dat [medeverdachte 1] zich vanaf 22:44:59 uur bevindt in de nabijheid van de woning aan de [adres 1] . Ook is niet aannemelijk geworden dat [medeverdachte 3] , naar hij stelt, die avond bezoek heeft gekregen van een vriend nadat hij in [plaats 1] was aangekomen. De bedoelde vriend heeft desgevraagd namelijk niet tegenover de politie bevestigd dat hij [medeverdachte 3] die avond heeft bezocht.
[medeverdachte 3] heeft de belastende verklaringen tegen hem niet gemotiveerd weersproken.
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 3] bij aanvang van de gijzeling tezamen met de andere betrokkenen in de woning verbleef, dat hij daarbij op enig moment de beschikking had over de identiteitskaart van [slachtoffer 1] en dat hij zijn telefoonnummer uit de telefoon van [slachtoffer 1] heeft laten verwijderen. Ook was hij present tijdens de dreigende telefoongesprekken met [slachtoffer 3] en tijdens de insluiting van [slachtoffer 1] in de kelder. Voorts heeft hij [medeverdachte 2] opdracht gegeven de telefoons van [slachtoffer 1] in de magnetron te verstoppen.
[medeverdachte 4]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat ook [medeverdachte 4] in de woning aanwezig was, dat ook [medeverdachte 4] hem heeft bedreigd en tegen hem heeft gezegd dat er € 4.000 betaald moest worden om vrij te komen, en dat hij er bij was op het moment dat er werd gebeld naar zijn broer [slachtoffer 3] . De verklaring van [slachtoffer 1] vindt steun in de volgende bewijsmiddelen.
  • Naast [slachtoffer 1] hebben ook [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] verklaard dat [medeverdachte 4] in de woning aan de [adres 1] aanwezig was. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 4] ongeveer tegelijk met hem op 30 maart 2023 bij de woning arriveerde.
  • Uit de telefoongegevens van [medeverdachte 1] is gebleken dat hij zich vanaf 22:44:59 uur in de nabijheid van de woning aan de [adres 1] heeft bevonden.
  • [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij op 30 maart 2023 om 23:01 uur werd gebeld door zijn broertje [slachtoffer 1] . [slachtoffer 3] hoorde dat [slachtoffer 1] zei: “ [slachtoffer 3] , je moet betalen. De jongens willen geld. De [naam 3] zijn hier”. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat met de [naam 3] worden bedoeld [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] .
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 4] aanwezig was bij de eerste telefoongesprekken die zijn gevoerd met [slachtoffer 3] .
Daar staat tegenover de verklaring van [verdachte] dat [medeverdachte 4] op moment dat [slachtoffer 1] in de kelder werd geplaatst er niet meer bij was. Ook [medeverdachte 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 4] de woning op dat moment al had verlaten.
[medeverdachte 4] heeft zowel bij de politie als ter zitting zich op zijn zwijgrecht beroepen en heeft de belastende verklaringen niet gemotiveerd weersproken.
De rechtbank stelt op grond van het vorenstaande vast dat [medeverdachte 4] , samen met de andere verdachten, [slachtoffer 1] heeft bedreigd en tegen hem heeft gezegd dat er € 4.000 betaald moest worden om vrij te komen. Ook was [medeverdachte 4] aanwezig toen de losgeldgesprekken met [slachtoffer 3] hebben plaatsgevonden. De rechtbank acht niet bewezen dat [medeverdachte 4] erbij was op moment dat [slachtoffer 1] naar de kelder werd gebracht en daar werd opgesloten. De rechtbank zal [medeverdachte 4] van dit deel van de tenlastelegging partieel vrijspreken.
Tussenconclusie
De rechtbank stelt voorop dat gijzeling in de zin van artikel 282a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) inhoudt een opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving van iemand met het oogmerk een ander te dwingen iets te doen of niet te doen. Er is sprake van wederrechtelijke vrijheidsberoving in een situatie waarin men – zonder dat de verdachte daartoe gerechtigd is – iemand doet verblijven op een plaats waarvan of waaruit die persoon zich niet op ieder gewenst ogenblik kan verwijderen.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat [slachtoffer 1] wederrechtelijk van zijn vrijheid is beroofd en beroofd gehouden door [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en dat [slachtoffer 1] of zijn broer [slachtoffer 3] , werd gedwongen € 4.000,-- te betalen, anders mocht [slachtoffer 1] de woning niet verlaten.
[verdachte] heeft met [slachtoffer 3] gebeld en hem onder druk gezet. Daarbij waren naast [verdachte] en [medeverdachte 1] ook [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aanwezig. [verdachte] maakte hem duidelijk dat er
€ 4.000,-- moest worden betaald en dat als het geld niet werd overgemaakt [slachtoffer 1] niet vrijkwam. [verdachte] en de andere aanwezigen hebben bovendien op soortgelijke dreigende wijze betaling van [slachtoffer 1] zelf geëist. Voor de gijzeling van [slachtoffer 1] is dan ook wettig en overtuigend bewijs aanwezig.
Medeplegen
De rechtbank overweegt omtrent het medeplegen nog het volgende.
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking bij het gijzelen en de poging tot afpersing van [slachtoffer 1] .
Ook wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is duidelijk geworden dat
[medeverdachte 2] de initiator was. [medeverdachte 2] heeft afgesproken met [slachtoffer 1] en samen zijn ze naar de woning van [verdachte] aan de [adres 1] gereden. Zij arriveren rond 22:37 uur. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] arriveren korte tijd later, rond 22:40 uur, in de woning aan de [adres 1] . De reden voor de gijzeling is mogelijk gelegen in een conflict tussen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en anderen, de precieze context is echter uit het dossier niet af te leiden. Wat hier ook van zij, [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] hebben dreigend tegen [slachtoffer 1] gezegd dat hij moest betalen en dat hij anders niet naar huis mocht. [slachtoffer 1] mocht één persoon bellen en heeft toen zijn broer [slachtoffer 3] gebeld en gezegd dat de jongens geld wilden en dat [slachtoffer 3] moest betalen. Op enig moment heeft [verdachte] de telefoon van [slachtoffer 1] afgepakt en heeft hij [slachtoffer 3] onder druk gezet en daarbij dreigende taal geuit. [verdachte] heeft onder meer gezegd: “Als je je broer nog wilt zien, moet je snel handelen”, “half eentje, niet komen, broer is tien kop” en “Je broer ga je vandaag niet meer zien”. Bij deze gesprekken waren [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aanwezig. Zij hebben op die momenten niet alleen fysiek en getalsmatig overwicht op [slachtoffer 1] waardoor hem werd belet te gaan en te staan waar hij wilde, zij uiten zich ook dreigend en willen geld zien. Uit deze gang van zaken blijkt dat [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] steeds samen zijn gebleven en hebben samengewerkt. Na deze gesprekken tussen [verdachte] en [slachtoffer 3] heeft [medeverdachte 4] de woning verlaten.
Vervolgens is [slachtoffer 1] door [verdachte] naar de kelder gebracht in aanwezigheid van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . De telefoons van [slachtoffer 1] zijn hem afgenomen. [medeverdachte 3] laat ze door [medeverdachte 2] verbergen in een magnetron in de tuin. Daarna hebben [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] gezamenlijk de woning van [verdachte] verlaten. Gedurende de nacht hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] telefonische contacten met [verdachte] . Er worden berichten gestuurd naar [verdachte] of er betaald is. Ook de volgende dag zijn er contacten tussen [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] over dat dat die jongen daar weg moest, dat hij moest worden verplaatst, dat ze hem zouden laten gaan, maar nu nog niet en dat [medeverdachte 1] zijn verantwoordelijkheid moest nemen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] voldoende is komen vast te staan. De rechtbank is daarmee van oordeel dat er sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering.
Dat [verdachte] enkel aanwezig was in de woning en verder geen rol heeft gespeeld, wordt weersproken door talrijke bewijsmiddelen, zodat de rechtbank dat verweer verwerpt. [verdachte] heeft [slachtoffer 1] bedreigd in zijn woning, telefonisch van [slachtoffer 3] geëist dat hij losgeld zou betalen en [slachtoffer 1] in de kelder van zijn woning gestopt. [verdachte] heeft zich niet onttrokken aan het gebeuren terwijl hij daar op meerdere momenten de gelegenheid voor heeft gehad. Ook had hij [slachtoffer 1] uit de kelder kunnen halen, zodra de andere betrokkenen de woning hadden verlaten. De bijdrage van [verdachte] aan het tenlastegelegde is naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het vorenstaande dan ook van oordeel dat het onder 1 ten laste gelegde medeplegen van gijzeling en de onder 2 ten laste gelegde poging tot afpersing, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Parketnummer 08/145305-23 (Haver23)
4.2.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich, overeenkomstig hun op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 tenlastegelegde, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.2.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In het onderzoek Haver23 zijn de volgende personen als verdachten aangemerkt: [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 6] .
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 23 maart 2023 omstreeks 5.30 uur verscheen [slachtoffer 2] aan het politiebureau in Hengelo. [slachtoffer 2] had letsel aan het gezicht en hij vertelde dat hij het slachtoffer was geworden van een ontvoering, gijzeling, afpersing en diefstal.
[slachtoffer 2] deed aangifte en legde meerdere verklaringen af. Op 22 maart 2023 werd hij gebeld door “ [alias 4] ” ( [medeverdachte 5] ). Omstreeks 16.00 uur heeft [slachtoffer 2] zich naar de woning van [medeverdachte 5] aan [adres 3] begeven. Toen [slachtoffer 2] in de woning kwam, werd hij door twee mannen geslagen, vastgehouden en met een revolver bedreigd en met die revolver geslagen, waarbij hem kogels werden getoond om te laten zien dat de revolver echt was en werden zijn telefoons (IPhone X en IPhone 7) en sleutels met geweld afgepakt. Vervolgens hielden de mannen [slachtoffer 2] vast en brachten hem naar buiten. Zij plaatsten hem op de achterbank van zijn eigen auto. [slachtoffer 2] kreeg een trui over zijn hoofd en werd tegen zijn wil naar een kelder gebracht. Daar moest hij zich ontkleden en werd vastgetapet. In de kelder zijn door de mannen filmpjes gemaakt van de naakte [slachtoffer 2] , met sporen van geweld op zijn gezicht. [slachtoffer 2] werd gedwongen zijn inlogcodes van zijn iCloud en adressen te verstrekken. Vervolgens hebben de mannen een geldbedrag geëist van de ouders van [slachtoffer 2] . Ze hebben daartoe via Facetime contact gezocht met de vader van [slachtoffer 2] . Nadat de vader van [slachtoffer 2] € 10.000,-- heeft betaald werd [slachtoffer 2] vrijgelaten op een parkeerplaats in Hengelo. Later bleek dat zijn Cartier bril ook was weggenomen uit zijn auto.
Wie zijn betrokken bij de gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 2] ?
[medeverdachte 1]
heeft een verklaring afgelegd en die bevestigt in hoofdlijnen de aangifte van [slachtoffer 2] . [medeverdachte 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] is ontvoerd door hem en een mededader vanuit de woning van [medeverdachte 5] , waarbij zij geweld hebben gebruikt en een vuurwapen hebben getoond. Zij hebben de telefoons en sleutels van [slachtoffer 2] afgepakt en vervolgens hebben [medeverdachte 1] en zijn mededader [slachtoffer 2] onder dwang meegenomen naar de woning aan de [adres 1] . Dit betreft de woning van [verdachte] . In de kelder hebben zij [slachtoffer 2] naakt en vastgetapet met duct tape op een stoel vastgezet. Zij hebben de vader van [slachtoffer 2] gebeld, waarbij om geld is gevraagd. De vader van [slachtoffer 2] heeft die nacht € 10.000,-- betaald, waarvan [medeverdachte 1] het grootste gedeelte de volgende dag aan ‘de grote jongen’ heeft afgeven bij de skatebaan in de Hengelose Es. De ontvoering zou geregeld zijn door ‘twee grote jongens’. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij een dag van tevoren over de plannen is geïnformeerd.
[medeverdachte 5]
heeft verklaard dat hij op verzoek van [medeverdachte 6] (die hij als ‘ [alias 5] ’ kent) [slachtoffer 2] oftewel ‘ [alias 6] ’ heeft gebeld, omdat ze [alias 6] moesten hebben. In ruil daarvoor zou [medeverdachte 5] 20 euro voor cocaïne krijgen. [medeverdachte 5] heeft tegen [medeverdachte 6] gezegd dat hij geen circus in zijn huis wilde. [medeverdachte 6] zou doorgeven wanneer [medeverdachte 5] ‘ [alias 6] ’ moest bellen. Nadat [medeverdachte 5] ‘ [alias 6] ’ heeft gebeld heeft hij dat doorgegeven aan [medeverdachte 6] . Na een paar minuten kwamen er twee mannen aan de deur. Ze zeiden dat ze op ‘ [alias 6] ’ moesten wachten. Toen ‘ [alias 6] ’ in de woning kwam pakten de mannen ‘ [alias 6] ’ vast bij zijn hoofd, gaven hem klappen, hielden hem op een stoel gedrukt en doorzochten zijn zakken. De mannen hielden ‘ [alias 6] ’ vast en ‘ [alias 6] ’ is tussen hen in onder dwang naar buiten gelopen. De twee mannen betroffen een “neger” en een buitenlandse jongen.
[verdachte]
heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen.
[medeverdachte 6]
heeft verklaard dat hij op de afgesproken tijd op de skatebaan was en dat hij daarvoor bij [medeverdachte 1] thuis is geweest. Verder heeft [medeverdachte 6] zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Bewijsmiddelen voor betrokkenheid van [verdachte]
heeft ontkend betrokken te zijn bij de gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 2] , maar zijn betrokkenheid blijkt onder meer uit de volgende bewijsmiddelen:
  • Uit de in beslag genomen telefoon van [medeverdachte 1] blijkt dat [verdachte] op 21 maart 2023 een bericht stuurt naar [medeverdachte 1] waarin hij zegt: “Bro regel die tories (straattaal voor overval) voor morgen”. [medeverdachte 1] stuurt op 22 maart 2023 om 13:57 uur terug: “Die torie is nu zo bro”.
  • De historische gegevens bevestigen dat de telefoon van [verdachte] in de middag en avond is gekoppeld aan de mast waar zowel de [adres 1] als [adres 3] onder vallen.
  • Uit de in beslag genomen telefoon van [verdachte] blijkt dat hij op 22 maart 2023 om 16:28:11 uur wordt gebeld door [medeverdachte 1] . Direct daarna om 16:28:22 uur stuurt [verdachte] een bericht: “Ik ga ff op pad”. Twee minuten daarvoor om 16:26:51 uur heeft [medeverdachte 5] [slachtoffer 2] gebeld en om 16:27:16 heeft [medeverdachte 5] [medeverdachte 6] gebeld.
  • [slachtoffer 2] heeft verklaard dat degenen die hem gijzelden een Turkse en negroïde man betreffen, waarbij de negroïde man zowel in het huis van [medeverdachte 5] als in het andere huis aanwezig was. Hij herkende hem aan zijn broek en (Antilliaanse) stem.
  • Op de telefoon van [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn filmpjes aangetroffen die zijn gemaakt ten tijde van de gijzeling van [slachtoffer 2] op 22 maart 2023, waarop [slachtoffer 2] in beeld is gebracht terwijl hij naakt in de kelder zit met verwondingen aan zijn gezicht en met zijn enkels vastgetapet.
  • [slachtoffer 2] heeft de kelder aan de [adres 1] , de woning van [verdachte] , herkend als de kelder waarin hij zat opgesloten.
Bewijsmiddelen voor betrokkenheid van [medeverdachte 6]
Ook [medeverdachte 6] heeft ontkend betrokken te zijn bij de gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 2] , maar zijn betrokkenheid blijkt onder meer uit de volgende bewijsmiddelen:
  • Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 6] blijkt dat er voor het eerst contact is met [medeverdachte 1] op 16 februari 2023. Het eerst volgende gesprek is op 7 maart 2023. Vanaf 19 maart 2023 tot en met 23 maart hebben er vervolgens 46 contacten plaats dit betroffen telefoongesprekken en sms berichten, terwijl er daarvoor nauwelijks contact was.
  • [medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij op 22 maart 2023 werd gebeld door [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] wilde even langs komen. Toen [medeverdachte 6] er was zei hij dat ze ‘ [alias 6] ’ ( [slachtoffer 2] ) moesten hebben, [medeverdachte 5] heeft tegen betaling van twintig euro voor drugs op verzoek van [medeverdachte 6] telefonisch contact gezocht met [slachtoffer 2] om hem naar zijn woning te laten komen.
  • Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik bij [medeverdachte 5] blijkt dat [medeverdachte 5] op 22 maart 2023 meerdere keren telefonisch contact heeft met [medeverdachte 6] , onder andere om 14:37 uur.
  • De enkelbandgegevens van [medeverdachte 6] plaatsen [medeverdachte 6] op 22 maart 2023 tussen 14:42 uur en 14:56 uur in of zeer nabij de woning van [medeverdachte 5] aan [adres 3] . Daarna bevindt [medeverdachte 6] zich volgens zijn enkelbandgegevens diezelfde dag tussen 15:02 en 15:17 uur ter hoogte van de woning aan de [adres 1] , de woning van [verdachte] . Daarna verplaatst [medeverdachte 6] zich wederom in de richting van [adres 3] , alwaar zijn enkelband om 15:22 uur en 15:23 uur in de omgeving van voornoemd appartement van [medeverdachte 5] aan [adres 3] wordt uitgepeild.
  • Uit de telefoon van [medeverdachte 1] blijkt dat hij verschillende keren contact heeft met [medeverdachte 6] . Kort voor de gijzeling stuurt [medeverdachte 6] naar [medeverdachte 1] : “Daarna moeten we snel reageren” en (vertaald) “Die Cartier bril is van mij hoor”.
  • Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 5] blijkt dat hij om 16:26:51 uur ‘ [alias 6] ’ [slachtoffer 2] en om 16:27:16 [medeverdachte 6] heeft gebeld. Uit de telefoongegevens van [verdachte] blijkt dat hij op 22 maart 2023 om 16:28:11 uur wordt gebeld door [medeverdachte 1] . Direct daarna om 16:28:22 uur stuurt [verdachte] een bericht: “Ik ga ff op pad”.
  • [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zijn telefoons zijn afgepakt door de twee mannen en dat hij vervolgens door de twee mannen naar buiten werd gebracht en daarna in een kelder werd geplaatst, achteraf blijkt dit aan de [adres 1] te zijn geweest.
  • [medeverdachte 6] heeft zich, volgens zijn enkelbandgegevens, tussen 17:53 uur en 18:08 uur en tussen 18:27 uur en 18:46 uur bevonden in of zeer nabij de woning aan de [adres 1] .
  • Toen [medeverdachte 6] zich aan de [adres 1] bevond heeft [medeverdachte 1] [slachtoffer 2] in de kelder gefilmd en gevraagd om zijn codes van zijn telefoon. Ook is er een filmpje van [slachtoffer 2] gemaakt waarin hij zegt: “Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt”.
  • [medeverdachte 6] bevond zich bovendien in de buurt van de telefoon van [slachtoffer 2] , terwijl de telefoons van [medeverdachte 1] en [verdachte] aanstraalden op een mast nabij de [adres 1] , waar [slachtoffer 2] zich op dat moment in de kelder bevond. De telefoon van [slachtoffer 2] straalde om 19:45, 20:24 en om 20:40 een mast aan nabij de [adres 6] . Uit de enkelbandgegevens blijkt dat [medeverdachte 6] van 19:51 uur tot 20:54 bij de McDonalds aan de Goudstraat in Hengelo is geweest. Dit valt in het dekkingsgebied van de mast aan de [adres 6] .
  • [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op 23 maart 2023 het grootste gedeelte van de € 10.000,-- heeft afgegeven aan ‘de grote jongen’ bij de skatebaan in de Hengelose Es.
  • Op 23 maart 2023 is [medeverdachte 6] volgens zijn enkelbandgegevens tussen 12.50 uur en 12:53 uur op de parkeerplaats van de Sporthal Weusthag, waar ook een skatebaan is gelegen.
  • [medeverdachte 6] heeft verklaard dat hij op de afgesproken tijd op de skatebaan was en dat hij daarvoor bij [medeverdachte 1] thuis is geweest.
Daarnaast komt uit de telefoon van [medeverdachte 6] het volgende bewijs naar voren.
- [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij zijn inlogcodes van zijn iCloud moest afstaan aan zijn ontvoerders. Op de telefoon van [medeverdachte 1] is een filmpje aangetroffen van 22 maart 2023 waarbij te zien en te horen is dat [slachtoffer 2] zijn codes ( [nummer 1] en [nummer 2] ) afgeeft.
  • Op de in beslag genomen telefoon van [medeverdachte 6] is een (snap)chat aangetroffen tussen [medeverdachte 6] en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [medeverdachte 6] of [naam 4] (vriendin [medeverdachte 6] ) waarin [medeverdachte 6] de betreffende codes op 22 maart 2023 naar het genoemde telefoonnummer heeft gestuurd.
  • In de telefoon van [medeverdachte 6] werd de iCloud van [slachtoffer 2] vermeld, maar dan met een ander wachtwoord dan [slachtoffer 2] had genoemd. Uit onderzoek is gebleken dat het aangetroffen wachtwoord in de telefoon van [medeverdachte 6] toegang gaf tot de iCloud van [slachtoffer 2] en dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [medeverdachte 6] of [naam 4] aan die iCloud was gekoppeld. De rechtbank leidt hieruit af het wachtwoord van [slachtoffer 2] is gewijzigd, nadat [slachtoffer 2] zijn gegevens had verstrekt.
  • Ook werden er op de telefoon van [medeverdachte 6] WhatsApp gesprekken aangetroffen waarin de verzender zich, een week na de gijzeling van [slachtoffer 2] , voorstelt als ‘ [alias 7] ’, ‘ [alias 8] ’, een andere dealer die zegt de beste ‘Peruaanse sosa’ te verkopen. De verzender noemt ‘ [alias 6] ’ een ‘Hoerenzoon’, met ‘troep spulle’, een oplichter en een rat. De politie duidt de gesprekken aldus dat [medeverdachte 6] de klantenkring van [slachtoffer 2] benadert voor het verkopen van drugs en dat [medeverdachte 6] een poging doet zijn ‘klantenkring’ over te nemen.
Tussenconclusie
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] betrokken zijn bij de gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 2] . Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 6] en [verdachte] geen aannemelijke verklaringen hebben voor de feiten en omstandigheden die uit de bewijsmiddelen naar voren komen en die de redengevendheid van die feiten en omstandigheden voor het bewijs ontzenuwt. De rechtbank acht dan ook bewezen dat [medeverdachte 6] zich samen met [medeverdachte 1] en [verdachte] schuldig heeft gemaakt aan een gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 2] .
Medeplegen
De rechtbank overweegt omtrent het medeplegen nog het volgende.
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 6] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking bij het gijzelen en de diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 2] . Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van verdachte van voldoende gewicht is. Een gezamenlijke uitvoering van het strafbare feit leidt in beginsel tot de kwalificatie 'medeplegen'.
De vraag wanneer samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken, laat zich volgens de Hoge Raad niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval.
Aan het bewijs van medeplegen hoeft het niet zelfstandig verrichten van een uitvoeringshandeling niet zonder meer in de weg te staan. Ook hoeft iedere medepleger niet exact op de hoogte te zijn van de bijdragen van de andere medepleger. Wel moet sprake zijn van dubbel opzet dat bestaat in een wilsgerichtheid op de totstandkoming van het strafbare feit en op de samenwerking. Voorwaardelijk opzet kan daarbij voldoende zijn.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken. [medeverdachte 6] heeft zich naar de woning van [medeverdachte 5] begeven en [medeverdachte 5] heeft op het verzoek van [medeverdachte 6] [slachtoffer 2] gebeld om hem naar de woning te lokken. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de ontvoering het plan was van de grote jongens. Een aantal dagen voor de gijzeling werd [medeverdachte 1] verteld wat ze gingen doen en een dag van tevoren werd gezegd dat het ging gebeuren. [medeverdachte 1] had vanaf 19 maart 2023 veel telefonische contacten met [medeverdachte 6] . [medeverdachte 5] heeft [slachtoffer 2] gebeld en heeft dat direct telefonisch doorgegeven aan [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] heeft op zijn beurt [medeverdachte 1] gebeld. Ook heeft [medeverdachte 6] [medeverdachte 1] geappt dat de Cartier bril voor hem ( [medeverdachte 6] ) was. [medeverdachte 1] heeft daarna [verdachte] gebeld. Enkele minuten later verschenen [medeverdachte 1] en [verdachte] bij de woning van [medeverdachte 5] , waar zij zich verschuilden tot de komst van [slachtoffer 2] . Toen [slachtoffer 2] in de woning arriveerde werd hij zoals eerder beschreven vastgehouden, bedreigd met een wapen en werden met geweld spullen van hem afgenomen. [slachtoffer 2] werd vervolgens tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] in uit de woning van [medeverdachte 5] weggevoerd, met een trui over zijn hoofd vervoerd en in de kelder opgesloten in de woning van [verdachte] aan de [adres 1] . [medeverdachte 6] ging meerdere keren naar de woning aan de [adres 1] . Gedurende een periode waarin zijn enkelband daar aanstraalde werd [slachtoffer 2] naakt gefilmd en gevraagd om zijn codes af te geven voor zijn telefoon. Ook is een filmpje gemaakt van [slachtoffer 2] waarin hij zijn vader oproept te betalen omdat ze hem anders zullen vermoorden. [medeverdachte 1] heeft € 10.000,-- losgeld opgehaald. [verdachte] is in de woning gebleven om op [slachtoffer 2] te letten. Het geld is vervolgens verdeeld onder [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 6] . Tot slot gaf de telefoon van [medeverdachte 6] , na wijziging van het door [slachtoffer 2] aan zijn ondervragers verstrekte wachtwoord, toegang gaf tot de iCloud van [slachtoffer 2] met een wachtwoord dat op de telefoon van [medeverdachte 6] is aangetroffen en benaderde [medeverdachte 6] als ‘ [alias 7] ’ klanten en leek daarmee doende de drugslijn van [slachtoffer 2] over te nemen.
Hoewel kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 6] niet daadwerkelijk aanwezig was bij de ontvoering / gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 2] in de woning van [medeverdachte 5] , is de rechtbank op grond van het vorenstaande van oordeel dat er sprake is van een taakverdeling en gezamenlijke uitvoering. Dat verdachte niet iedere ten laste gelegde gedraging heeft uitgevoerd, staat aan een bewezenverklaring van medeplegen aan alle in de tenlastelegging genoemde gedragingen niet in de weg. Van belang is dat [medeverdachte 6] , [medeverdachte 1] en [verdachte] samen het plan hebben gehad om [slachtoffer 2] te gijzelen en spullen van hem af te nemen, losgeld te eisen en dat geld onderling te verdelen.
[medeverdachte 6] motieven waren kennelijk (mede) ingegeven door concurrentieoverwegingen in de drugshandel, zo blijkt ook uit zijn inspanningen om de klantenkring van [slachtoffer 2] over te nemen met behulp van de buitgemaakte wachtwoorden. [medeverdachte 1] en [verdachte] zijn in dit verband te beschouwen als door hem ingehuurde uitvoerders.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 6] gelet op de feiten en omstandigheden in hun onderling verband en samenhang bezien, nauw en bewust met elkaar samengewerkt, waarbij door ieder van de verdachten een intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht is geleverd dat sprake is van medeplegen. De samenwerking was gericht op het gijzelen van [slachtoffer 2] en de diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 2] .
De rechtbank is van oordeel, mede gelet op de verklaring van [medeverdachte 1] , dat de gijzeling is geregeld en georganiseerd door een grote jongen. De rechtbank concludeert dat het [medeverdachte 6] was die de gijzeling en diefstal met geweld van [slachtoffer 2] heeft geïnitieerd.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het vorenstaande dan ook van oordeel dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde, het medeplegen van gijzeling en diefstal met geweld en bedreiging met geweld, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Ten aanzien van parketnummer 08/089682-23
1.
hij in de periode van 30 tot en met 31 maart 2023 te Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door die [slachtoffer 1] naar een woning aan de [adres 1] te (laten) brengen en hem te beletten die woning te verlaten en die [slachtoffer 1] aldaar te bedreigen door dreigende taal tegen hem te uiten en te zeggen dat hij (of zijn familie) 4.000 euro, moest betalen om vrij te komen en hem daarover telefonisch contact met [slachtoffer 3] op te laten nemen en [slachtoffer 1] naar een kelderruimte van die woning te brengen en hem in die kelderruimte op te sluiten en diens telefoons af te nemen, met het oogmerk een ander, te weten [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten het betalen/overhandigen van 4000 euro;
2.
hij in de periode van 30 tot en met 31 maart 2023 te Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van 4000 euro, die aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] toebehoorde(n), [slachtoffer 1] naar een woning aan de [adres 1] heeft gebracht/laten brengen, waarna verdachte en/of verdachtes mededaders hem hebben belet die woning aan de [adres 1] te verlaten en die [slachtoffer 1] aldaar hebben bedreigd door dreigende taal tegen hem te uiten en te zeggen dat hij (of zijn familie) 4000 euro, moest betalen om vrij te komen en hem daarover telefonisch contact met [slachtoffer 3] hebben laten opnemen en [slachtoffer 1] naar een kelderruimte van die woning hebben gebracht en hem in die kelderruimte hebben opgesloten en zijn telefoons hebben afgenomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 08/145305-23
1.
hij op 22 maart 2023 en 23 maart 2023 te Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
- die [slachtoffer 2] telefonisch te (laten) benaderen en naar een woning gelegen aan [adres 3] , te laten komen/lokken en die [slachtoffer 2] in voornoemde woning binnen te laten en op te wachten en
- naar die woning te gaan waar die [slachtoffer 2] naar toe zou komen en aanwezig was (geweest) en
- die [slachtoffer 2] te slaan en te stompen op/tegen het lichaam en krachtig vast te grijpen en vast te houden en
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te richten en te houden en hem, [slachtoffer 2] , met het wapen te slaan en
- kogels aan die [slachtoffer 2] te laten zien en
- de telefoons en sleutels en (Cartier)bril af te nemen van die [slachtoffer 2] en
- die [slachtoffer 2] vast te houden en hem, [slachtoffer 2] , naar buiten te brengen
en
- die [slachtoffer 2] in zijn eigen auto te zetten en daarbij zijn, [slachtoffer 2] 's, trui over zijn hoofd te doen en- die [slachtoffer 2] te vervoeren naar de woning gelegen aan de [adres 1] en hem, [slachtoffer 2] , daar (tegen zijn wil) op die locatie in de kelder op te sluiten en
- die [slachtoffer 2] zijn kleding uit te laten doen en hem, [slachtoffer 2] te filmen en
- die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en [slachtoffer 2] , te dwingen wachtwoorden en adressen te geven en
- die [slachtoffer 2] vast te binden en
- een geldbedrag te eisen van familieleden van die [slachtoffer 2] dat binnen 24 uur betaald moest zijn om die [slachtoffer 2] vrij te krijgen en
- te facetimen en/of te bellen en/of contact te zoeken met de ouders van die [slachtoffer 2] en waarbij die [slachtoffer 2] zei: ‘Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt', en
- een vest over het hoofd van die [slachtoffer 2] te doen en die [slachtoffer 2] vast te houden en naar een voertuig te brengen en die [slachtoffer 2] te vervoeren en hem, [slachtoffer 2] , vervolgens uit het voertuig te zetten,
- met het oogmerk een ander, te weten de vader en/of andere familieleden van voornoemde [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten het betalen van een geldbedrag;
2.
hij op 22 maart 2023 en 23 maart 2023 te Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met anderen, telefoons en sleutels en een zonnebril, die aan [slachtoffer 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 2] te slaan en te stompen op/tegen het lichaam en
- die [slachtoffer 2] krachtig vast te grijpen en vast te houden en
- een wapen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te richten en te houden en hem, [slachtoffer 2] , met het wapen te slaan en
- kogels aan die [slachtoffer 2] te laten zien en
- die [slachtoffer 2] vast te houden en hem, [slachtoffer 2] , naar buiten te brengen en
- die [slachtoffer 2] te zeggen dat hij mee moest werken en dan niet geslagen zou worden en [slachtoffer 2] , te dwingen wachtwoorden en adressen te geven en
- die [slachtoffer 2] tegen zijn wil vast te houden, waardoor die [slachtoffer 2] werd belet/belemmerd die woningen gelegen aan [adres 3] en de [adres 1] te verlaten
- die [slachtoffer 2] vast te binden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/089682-23 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/145305-23 onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47, 282a, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08/089682-23 onder 1 en 2
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van gijzeling
en
poging tot afpersing, door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 08/145305-23 onder 1en 2
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van gijzeling
en
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte voor het onder parketnummer 08/089682-23 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/145305-23 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijfeneenhalf jaar, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan verdachte een gevangenisstraf met een duur van tweeëneenhalf à drieëneenhalf jaar op te leggen voor het onder parketnummer 08/145305-23 onder 1 en 2 tenlastegelegde. Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen in het onder parketnummer 08/089682-23 onder 1 en 2 tenlastegelegde dan voert de raadsman aan dat er in strafverminderende zin rekening mee moet worden gehouden dat verdachte een bijrol heeft vervuld. Het was niet zijn idee en hij heeft zich slechts marginaal met de uitvoering bemoeid.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij– in chronologische volgorde bezien – in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten in de periode van 22 maart 2023 tot en met 23 maart 2023 schuldig gemaakt aan gijzeling van [slachtoffer 2] en diefstal met geweld en bedreiging met geweld van [slachtoffer 2] . Hoewel [medeverdachte 6] niet fysiek aanwezig was op moment van de gijzeling ziet de rechtbank hem als initiator van de gijzeling van [slachtoffer 2] en [medeverdachte 1] en [verdachte] als uitvoerders van de gijzeling.
[slachtoffer 2] is in opdracht van [medeverdachte 6] telefonisch naar een woning gelokt, alwaar hij is opgewacht door [medeverdachte 1] en [verdachte] . In de woning is [slachtoffer 2] meermalen geslagen, vastgehouden en is er een wapen op hem gericht. [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben [slachtoffer 2] gefouilleerd en zijn telefoons en sleutels, en later ook zijn Cartierbril, afgepakt. Zij hebben [slachtoffer 2] vastgehouden en hij is onder dwang in zijn auto geplaatst, waarna [slachtoffer 2] een trui over zijn hoofd kreeg. [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben [slachtoffer 2] vervoerd naar de woning aan de [adres 1] waar zij hem in de kelder hebben opgesloten, alwaar hij onder mensonterende omstandigheden is vastgehouden.
[slachtoffer 2] is meer dan twaalf uur van zijn vrijheid beroofd en beroofd gehouden. In de kelder heeft [slachtoffer 2] zich van zijn kleding moeten ontdoen en werden zijn handen en voeten vastgebonden met tape. Het moet voor het slachtoffer een zeer beangstigende en bedreigende situatie zijn geweest, zeker nu het gebruik van geweld niet werd geschuwd. [medeverdachte 1] en [verdachte] hebben [slachtoffer 2] naakt gefilmd waarbij hij werd gedwongen wachtwoorden en adressen te geven. Ook werd via videobellen contact gezocht met de ouders van [slachtoffer 2] waarbij [slachtoffer 2] , die naakt in beeld is, vastgebonden is en zichtbaar letsel in zijn gezicht heeft, zegt: “Papa, betaal gewoon anders gaan zij mij vermoorden”. Het moet ook voor de ouders een zeer beangstigende situatie zijn geweest. Door verdachte en zijn medeverdachten werd losgeld van € 10.000,-- geëist. Nadat het losgeld door de vader van [slachtoffer 2] is betaald, werd [slachtoffer 2] op een afgelegen plek in vrijheid gesteld.
Ruim een week later, van 30 maart 2023 tot en met 31 maart 2023, heeft verdachte zich samen met anderen opnieuw schuldig gemaakt aan gijzeling en een poging tot afpersing. Dit keer was het slachtoffer [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] is onder valse voorwendselen naar de woning aan de [adres 1] meegelokt door [medeverdachte 2] . In de woning werd [slachtoffer 1] door verdachte en zijn medeverdachten bedreigd en werd hij of zijn familie gedwongen € 4.000,-- te betalen om hem vrij te krijgen. Zijn telefoons en ID-kaart werden afgepakt en [slachtoffer 1] werd opgesloten in de kelder. [slachtoffer 1] is meer dan 18 uur van zijn vrijheid beroofd en beroofd gehouden. In de kelder heeft [slachtoffer 1] zich van zijn kleding moeten ontdoen, zodat verdachte en zijn medeverdachten konden bekijken of hij waardevolle spullen bij zich had. Op 31 maart 2023 rond 19.00 uur is [slachtoffer 1] door het arrestatieteam bevrijd uit de donkere kelder.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben met hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en op fundamentele mensenrechten, te weten de persoonlijke vrijheid en lichamelijke integriteit van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] . Het is niet moeilijk voor te stellen dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] doodsangsten hebben uitgestaan. Hoe groot de impact van de feiten op hen is, is treffend verwoord in de namens hen ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen. Feiten als deze geweldsdelicten veroorzaken gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. Een willekeurige omstander is bovendien getuige geweest van de vrijheidsberoving van [slachtoffer 2] , die midden op de dag plaatsvond.
Persoon van de verdachte
Verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
22 april 2024 in het verleden vele malen eerder veroordeeld, waarvan meermalen voor straatroven en diefstal met geweld. Recent is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor vuurwapenbezit.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 15 juni 2023. Verdachte werd op 30 september 2022 voorwaardelijk in vrijheid gesteld onder parketnummer 89/000012-35. Aanvankelijk stelde verdachte zich gemotiveerd op, hij kwam afspraken na in het kader van zijn bijzondere voorwaarden en toonde een proactieve houding om verandering te bewerkstelligen. Na een klein half jaar onder toezicht te hebben gestaan leek deze houding in negatieve zin te veranderen. Afspraken werden minder goed nagekomen, waardoor er onvoldoende zicht was op verdachte. Nadat hij hierop aangesproken werd leek hij zich even te herpakken, maar vervolgens verzaakte hij toch weer meerdere afspraken in maart 2023. Verdachte heeft een licht verstandelijke beperking, wat er aan bijdraagt dat hij situaties niet overziet en minder belastbaar is. Zijn psychosociale problematiek lijkt dan ook in grote mate een risicofactor te vormen. Net zoals het negatieve sociale netwerk waar verdachte zich in lijkt te bevinden. Verdachte is gemotiveerd voor gedragsverandering en staat open voor hulpverlening. Hij heeft dit ook enige tijd laten zien binnen het reclasseringstoezicht. Om deze verandering te bewerkstelligen en vast te houden zal verdachte, met de nodige begeleiding om zich heen, een lange weg hebben af te leggen.
Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Gelet op het verloop van het recente reclasseringstoezicht, is de reclassering terughoudend over het welslagen van een reclasseringstoezicht en het reduceren van het recidiverisico, maar gezien het hoge risico en de beperkte vaardigheden van verdachte meent de reclassering dat interventies noodzakelijk zijn.
De op te leggen straf
De rechtbank is van oordeel dat voor de onderhavige feiten slechts een langdurige, onvoorwaardelijke gevangenisstraf als een passende bestraffing kan gelden. De rechtbank hanteert als uitganspunt een gevangenisstraf van drie jaren per gijzeling. De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de planmatigheid waarmee verdachte en zijn medeverdachten te werk zijn gegaan, de ernst van de feiten, de impact op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , de frequentie, twee gijzelingen binnen 10 dagen, en de duur van de gijzelingen, 12 en 18 uren. De rechtbank zal er bij de bepaling van de hoogte van de straf ook rekening mee houden dat verdachte geweld heeft gebruikt tegen [slachtoffer 2] en dat beide gijzelingen conflicten betreffen in het criminele milieu, waarbij alle grenzen worden overschreden en de documentatie van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes en een half jaren passend en geboden is, waarbij de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis in mindering zal worden gebracht. De rechtbank wijkt daarmee af van de eis van de officier van justitie. De rechtbank is van oordeel dat de eis van de officier van justitie onvoldoende recht doen aan de ernst van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank ziet in de door de raadsman naar voren gebrachte (persoonlijke) omstandigheden geen aanleiding om een gevangenisstraf van kortere duur op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.De schade van de benadeelden

8.1
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] is een vordering tot schadevergoeding tegen de verdachte ingediend van in totaal € 22.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade bestaat uit immateriële schade ten bedrage van € 12.000,00, verhoogd met een opslag van € 10.000,00, die de benadeelde partij niet toewijsbaar acht, in verband met mogelijke toekomstige schade en een eventueel hoger beroep.
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd om de vordering tot een bedrag van € 1.000,00 toe te wijzen. De benadeelde partij dient voor het meerdere niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering, omdat de behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft primair verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering, gelet op de bepleite vrijspraak in de zaak onder parketnummer 08/089698-23. Subsidiair wordt verzocht om € 1.000,00 als voorschot toe te wijzen en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De vordering tot vergoeding van immateriële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 5.000,00. Gelet op de aard en ernst van de normschending, liggen de nadelige gevolgen van het bewezenverklaarde zo voor de hand dat een aantasting van de persoon kan worden aangenomen. Bij het vaststellen van de hoogte van het toe te kennen bedrag heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, in het licht van de bedragen die in (min of meer) vergelijkbare gevallen aan smartengeld zijn toegekend. In het bijzonder is rekening gehouden met de omstandigheden, zoals aangevoerd door de benadeelde partij, dat hij ongeveer twintig uur lang is gegijzeld in een donkere kelder, waaruit hij uiteindelijk door de politie is bevrijd, en dat hij is bedreigd. De rechtbank stelt de immateriële schade naar billijkheid vast op het bedrag van € 5.000,00. Voor het overige wordt de vordering afgewezen.
Het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 31 maart 2023, tot aan de dag van volledige betaling.
De verdachte is met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is en dat voor zover één van zijn mededaders betaalt, ook de verdachte van zijn betalingsverplichting wordt bevrijd.
Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, zoals door de benadeelde partij verzocht en door de officieren van justitie gevorderd. Verdachte is naar burgerlijk recht tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling. Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
8.2
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] is een vordering tot schadevergoeding tegen de verdachte ingediend van in totaal € 46.220,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gestelde materiële schade bestaat uit afhandig gemaakte kleding en sierraden (€ 9.835,00) en kosten van behandeling door een psycholoog (€ 1.385,00). Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van
€ 25.000,00 gevorderd, verhoogd met een opslag van € 10.000,00, die de benadeelde partij niet toewijsbaar acht, in verband met mogelijke toekomstige schade en een eventueel hoger beroep.
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot vergoeding van de materiële schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.175,00 (voor afhandig gemaakte Louis Vuitton-sneakers van € 790,00 en de kosten van de psycholoog). De vordering tot vergoeding van immateriële schade is toewijsbaar tot een bedrag van € 15.000,00.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft ten aanzien van de vordering die ziet op afhandig gemaakte zaken primair verzocht om afwijzing wegens onvoldoende onderbouwing, en subsidiair om deze vordering alleen toe te kennen met betrekking tot de Louis Vuitton-sneakers en daarbij een afschrijving te hanteren. Ten aanzien van de gevorderde behandelkosten heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het toe te wijzen bedrag aan immateriële schadevergoeding moet gelet op vergelijkbare zaken flink worden gematigd.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De vordering tot vergoeding van materiële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 338,50 aan kosten van de psycholoog. De benadeelde partij heeft onweersproken gesteld dat hij zich als gevolg van de bewezen verklaarde feiten onder behandeling heeft laten stellen van een psycholoog. Daarbij heeft de benadeelde partij voldoende onderbouwd dat hij een eigen bijdrage van € 102,50 heeft betaald en daarnaast tweemaal € 118,00 heeft betaald voor psychologische sessies. Dat een tweede eigen bijdrage van € 102,50 is betaald, zoals de benadeelde partij stelt, blijkt niet uit de ingebrachte bewijsstukken. De gevorderde vergoeding voor acht toekomstige sessies is vooralsnog niet toewijsbaar, omdat nog niet zeker is dat die sessies daadwerkelijk zullen plaatsvinden.
De vordering tot vergoeding van afhandig gemaakte kleding en sieraden is in haar geheel onvoldoende onderbouwd. Voorts is niet is komen vast te staan dat verdachte en/of zijn mededaders de bewuste zaken hebben weggenomen. Het alsnog in de gelegenheid stellen de vordering nader te onderbouwen is een onevenredige belasting van het strafproces.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in het niet toegewezen gedeelte van zijn vordering tot vergoeding van materiële schade. De benadeelde partij kan dit deel van zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering tot vergoeding van immateriële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 7.500,00. Gelet op de aard en ernst van de normschending, liggen de nadelige gevolgen van het bewezenverklaarde zo voor de hand dat een aantasting van de persoon kan worden aangenomen. Bij het vaststellen van de hoogte van het toe te kennen bedrag heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, in het licht van de bedragen die in (min of meer) vergelijkbare gevallen aan smartengeld zijn toegekend. In het bijzonder is rekening gehouden met de omstandigheden, zoals aangevoerd door de benadeelde partij, dat hij ongeveer twaalf uur lang is gegijzeld in een kelder, waar hij is ontkleed en vastgebonden, dat in die hulpeloze toestand video-opnames van hem zijn gemaakt die nu nog steeds op het internet circuleren, en dat hij fors is mishandeld en is bedreigd met een vuurwapen. Daar komt bij dat de benadeelde partij is gediagnosticeerd met PTSS en dat hij tot ongeveer een maand na het voorval pijn in zijn been heeft gehad, waardoor hij moeite had met lopen. De rechtbank stelt de immateriële schade naar billijkheid vast op het bedrag van € 7.500. Voor het overige wordt de vordering tot vergoeding van immateriële schade afgewezen.
De toegewezen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 23 maart 2023, tot aan de dag van volledige betaling.
De verdachte is met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is en dat voor zover één van zijn mededaders betaalt, ook de verdachte van zijn betalingsverplichting wordt bevrijd.
Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, zoals door de benadeelde partij verzocht en door de officieren van justitie gevorderd. De verdachte is naar burgerlijk recht tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 74 dagen gijzeling. Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
8.3
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 4]
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 4] (de vader van [slachtoffer 2] ) is een vordering tot schadevergoeding tegen de verdachte ingediend van in totaal € 11.260,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gestelde materiële schade bestaat uit betaald losgeld (€ 10.000,00), inkomensderving (€ 135,20) en reiskosten (€ 125,40). Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.000,00 gevorderd.
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering volledig toewijsbaar is.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De vordering tot vergoeding van materiële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 10.125,40. Ten eerste staat niet ter discussie dat de benadeelde partij € 10.000,00 aan losgeld heeft betaald om [slachtoffer 2] vrij te krijgen. De betaling van het losgeld is een rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde gijzeling. Ten tweede zijn de gevorderde reiskosten van € 125,40 toewijsbaar. De benadeelde partij heeft onweersproken gesteld dat hij autoritten van in totaal 380 kilometer heeft gemaakt om het losgeld af te leveren, waarbij hij aanspraak maakt op een vergoeding van € 0,33 per kilometer conform de richtlijn van De Letselschade Raad.
In de vordering tot vergoeding van inkomensderving zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard. Dat de benadeelde partij als zzp-er op 23 maart 2023 een opdracht had die hij niet heeft kunnen uitvoeren, zoals hij stelt, kan niet worden afgeleid uit de door hem ingebrachte factuur die ziet op een in april 2024 uitgevoerde klus. Als de benadeelde partij in de gelegenheid gesteld zou worden om een nadere onderbouwing aan te leveren, zou dat een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering tot vergoeding van immateriële schade van € 1.000,00 zal worden toegewezen. Verdachte en zijn mededaders hebben psychisch leed aan de benadeelde partij toegebracht. Immers, de benadeelde partij is onder druk gezet en angst aangejaagd, onder meer doordat hem filmpjes zijn toegestuurd waarop zijn zoon [slachtoffer 2] ontkleed, vastgebonden en in paniek te zien is. De rechtbank stelt vast dat, zoals de benadeelde partij heeft aangevoerd, verdachte en zijn mededaders het oogmerk hadden om de benadeelde partij dit psychische leed toe te brengen, nu zij hem daarmee wilden bewegen om losgeld te betalen. De benadeelde partij heeft daarom op grond van artikel 6:101 lid 1 sub a BW recht op vergoeding van immateriële schade. Het gevorderde bedrag van € 1.000,00 komt de rechtbank billijk voor.
De toegewezen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 23 maart 2023, tot aan de dag van volledige betaling.
De verdachte is met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is en dat voor zover één van zijn mededaders betaalt, ook de verdachte van zijn betalingsverplichting wordt bevrijd.
Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, zoals door de benadeelde partij verzocht en door de officieren van justitie gevorderd. Verdachte is naar burgerlijk recht tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 90 dagen gijzeling. Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 55 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/089682-23 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/145305-23 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/089682-23 onder 1 en 2
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van gijzeling
en
poging tot afpersing, door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 08/145305-23 onder 1en 2
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van gijzeling
en
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/089682-23 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/145305-23 onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
zes (6) jaar en zes (6) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] (parketnummer 08/089698-23 onder 1 en 2)
- veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] een bedrag van
€ 5.000,00 te betalen als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Voor zover dit bedrag door een mededader wordt betaald, zal ook de verdachte van zijn betalingsverplichting zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in dit geding heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij nog moet maken in verband met de tenuitvoerlegging;
- wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige deel van
€ 17.000,00 af;
- legt de maatregel op dat de verdachte verplicht is om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag van € 5.000,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Als dit bedrag niet wordt betaald door verdachte of een mededader, kan gijzeling voor de duur van 60 dagen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
vordering benadeelde partij [slachtoffer 2] (parketnummer 08/145275-23 onder 1 en 2)
- veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag van
€ 7.838,50 te betalen, bestaand uit € 338,50 als vergoeding van materiële schade en
€ 7.500,00 als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Voor zover dit bedrag door een mededader wordt betaald, zal ook de verdachte van zijn betalingsverplichting zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in dit geding heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij nog moet maken in verband met de tenuitvoerlegging;
- verklaart de benadeelde partij in zijn vordering tot vergoeding van materiële schade voor het overige deel van € 10.881,50 niet-ontvankelijk;
- wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige deel van
€ 27.500,00 af;
- legt de maatregel op dat de verdachte verplicht is om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag van € 7.838,50 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Als dit bedrag niet wordt betaald door verdachte of een mededader, kan gijzeling voor de duur van 74 dagen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
vordering benadeelde partij [slachtoffer 4] (parketnummer 08/145275-23 onder 1 en 2)
- veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] een bedrag van
€ 11.125,40 te betalen, bestaand uit € 10.125,40 als vergoeding van materiële schade en
€ 1.000,00 als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Voor zover dit bedrag door een mededader wordt betaald, zal ook de verdachte van zijn betalingsverplichting zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in dit geding heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij nog moet maken in verband met de tenuitvoerlegging;
- verklaart de benadeelde partij in zijn vordering tot vergoeding van materiële schade voor het overige deel van € 135,20 niet-ontvankelijk;
- legt de maatregel op dat de verdachte verplicht is om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag van € 11.125,40 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Als dit bedrag niet wordt betaald door verdachte of een mededader, kan gijzeling voor de duur van 90 dagen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. H.J. Berends, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van parketnummer 08/089682-23
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R023027 onderzoek Cipres23. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] van 1 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 49 – 54:
Op 30 maart 2023 berichtte [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) mij. Hij zei: “Kom naar [adres 4] , [locatie 2] ”. Toen ik daar kwam ging [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) net weg. [medeverdachte 2] vroeg of ik meekwam. Hij had een taxi gebeld. We reden op de [adres 1] . [medeverdachte 2] zei tegen mij dat ik mee moest lopen naar de woning aan de [adres 1] . Toen ik binnen kwam waren die [alias 1] en [medeverdachte 2] er. Nog geen 30 seconden later kwamen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en die [alias 2] binnen. Die langere en de anderen bedreigde mij. De [alias 2] zei dat er betaald moest worden, 4000 euro. Ze bedreigden mij met de dood. Als ik vrij wilde komen moest er geld betaald worden. Iedereen zei dat ik 4000 euro moest betalen. lk mocht een persoon bellen, ik belde mijn broer op. Het geld moest neer worden gelegd bij de brandtrap aan de [adres 2] toen dat niet gebeurde moest ik naar de kelder. Die [alias 1] zei dat ik mee moest lopen. Ik moest de kelder in. Ik moest mijn telefooncode afgeven. Toen ik op de bank zat hebben ze mijn Gucci tas afgedaan. Alles wat ik bij mij had hebben ze me afgepakt ID kaart en telefoons. Die [alias 1] heeft alles afgepakt. Ze deden allemaal mee. Ze bedreigden mij allemaal. Ik had het echt het gevoel dat het mijn einde was. Zij ontnamen mij mijn vrijheid. Ik heb een hele tijd in de kelder gezeten. Er was geen licht niks. Toen de DSI kwam kon ik uit de kelder. Er waren vijf personen bij betrokken en ze waren duidelijk, ze wilden losgeld.
2. Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] van 6 april 2023 met bijlagen, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 57 – 66:
[alias 1] , de [alias 2] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] hebben allemaal
tegen mij gezegd dat ik € 4.000,- moest betalen. Ze hebben ook allemaal gezegd dat ik de klos zou zijn als ik niet zou betalen en dat ik moest bellen. Toen heb ik mijn broer gebeld. Ik heb gezegd er moet 4000 euro betaald worden want anders doen ze mij wat aan en ik heb gezegd dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] en anderen er bij betrokken waren. Ik had de telefoon vast, de [alias 1] pakte hem uit mijn hand en voerde het gesprek met mijn broer. [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] , de lange en [alias 2] waren hierbij. [alias 1] bracht mij naar de kelder, alle andere jongens stonden er omheen. Ik herken ‘ [alias 1] ’ op de foto van [verdachte] die als bijlage 1 aan het proces-verbaal is gehecht.
3. Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] van 2 juni 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina 72:
Op basis van een eerder getoonde foto weet ik dat ‘de [alias 2] ’ [medeverdachte 3] is.
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] van 31 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 108 - 112:
Op 30 maart 2023 om 23:01 uur werd ik gebeld door mijn broertje. Ik hoorde dat hij zei: “ [slachtoffer 3] je moet betalen. De jongens willen geld. De [naam 3] zijn hier”. Ik hoorde een man met een Antilliaans accent zeggen: “Breng die geld, breng die geld, [adres 2] bij het trappenhuis, binnen een half uur”. Vervolgens werd er na een paar minuten weer gebeld en door dezelfde Antilliaanse stem gezegd: “Serieus we willen het geld hebben, 4000 euro, ga het regelen nu”. “Je weet niet met wie je te maken hebt, we deinzen nergens voor terug, niks te verliezen”.
5. Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] van 6 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 119 - 121:
Toen mijn broertje zei: “de [naam 3] zijn hier”, bedoelde hij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] .
6. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 31 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 115 – 116:
Op 31 maart 2023 ontving de politie een telefonische melding van [slachtoffer 3] . Hij vertelde dat zijn broer, [slachtoffer 1] , was ontvoerd. [slachtoffer 3] heeft zich daarop naar het politiebureau begeven. [slachtoffer 3] in het bijzijn van de politie gebeld door de ontvoerders van zijn broertje [slachtoffer 1] . Als [slachtoffer 3] niet zou opschieten zou het bedrag € 10.000,-- worden.
[slachtoffer 3] werd opnieuw gebeld door de ontvoerders en er werd hem meegedeeld dat hij zijn broer vandaag niet meer te zien zou krijgen. De gesprekken werden gevoerd door een man met een Antilliaanse stem.
7. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 1 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 133 - 136:
Op 30 maart 2023 krijgt [slachtoffer 3] om 23.01 uur een inkomend telefoontje en hij ziet op zijn display [naam 5] staan. Er volgt een gesprek waarin [slachtoffer 3] zijn broertje hoort zeggen: “ [slachtoffer 3] , uh, je moet betalen. De jongens willen geld. De [naam 3] zijn hier.” Dan hoort hij een man met Antilliaans accent zeggen: “breng die geld, breng die geld, [adres 2] bij het trappenhuis, binnen half uur, wij staan in ons recht.”
Op 30 maart 2023 om 23:02 uur is dezelfde Antilliaanse stem te horen die zegt: “Serieus we willen het geld hebben, 4000 euro, ga het regelen nu.” “We staan in ons recht, we zijn van de straten, je weet niet met wie je te maken hebt. We deinzen nergens voor terug, niks te verliezen.”
Op 31 maart 2023 om 1.00 uur wordt [slachtoffer 3] opnieuw gebeld door de ontvoerders. Als
[slachtoffer 3] over een half uurtje niet komt wordt de prijs 10 koppen (10.000 euro).
Op 31 maart 2023 om 1:21 uur wordt [slachtoffer 3] opnieuw gebeld door de ontvoerders die zeggen dat hij zijn broer vandaag niet meer te zien krijgt.
Op 31 maart 2023 om 15:55 wordt [slachtoffer 3] gebeld door [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zegt dat die mensen van gisteren gewoon in hun recht stonden. Ook zegt hij dat [slachtoffer 3] naar de politie moet gaan om de aangifte in te trekken dan is zijn broertje voor 17:30 weer bij hem.
8. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 6 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina 357:
Op 31 maart 2023, werd een TGO opgestart naar aanleiding van een melding dat [slachtoffer 1]
, wonende te [plaats 1] , ontvoerd was. [slachtoffer 3] was vlak voor zijn melding bij de politie, door zijn broer [slachtoffer 1] gebeld met de mededeling dat hij ontvoerd was en dat er binnen een half uur geld gebracht moest worden in het portiek [adres 2] . De melder moest 4.000 euro betalen. lk hoorde op deze opnames [slachtoffer 3] en een andere man. lk herkende de stem van de tweede man als de stem van verdachte [verdachte] . Ik herken de stem aan het Antilliaanse accent, de woordkeus, de intonaties die de verdachte gebruikt en de woordvolgorde van de zinnen die hij uitspreekt. Daarnaast herken ik in de stem de klank van de stem en de wijze waarop hij woorden met de letters “s & w” uitspreekt.
9. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 7 maart 2023 (rechtbank begrijpt: 7 april 2023), zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 175 en 176:
Op 31 maart 2023 ben ik binnengetreden in de woning aan de [adres 1] . In de keuken zag ik een deur. Tegen deze deur zag ik een fiets staan. Ik zette
de fiets aan de kant en opende de deur met de klink. lk zag een trap naar de kelder. Via de keldertrap daalde ik af naar beneden. Ik zag een manspersoon gelijkend op de foto van het slachtoffer [slachtoffer 1] . Ik zag dat er geen klink aan de binnenzijde van de deur zat.
10. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 1 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 177 en 178:
Op 31 maart 2023 werd in het pand aan de [adres 1] [slachtoffer 1] aangetroffen. In het pand waren aanwezig [verdachte] en [medeverdachte 1] , zij zijn aangehouden.
11. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 1 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 311 – 323:
Ik woon aan de [adres 1] . Op 30 maart 2023 kwamen [medeverdachte 4] , een Turkse jongen, een Syrische jongen, een Antilliaanse jongen en [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) bij mij. De sfeer sloeg om. Het bleek dat die Syrische jongen een schuld had bij die jongens. Die Syrische jongen zei dat hij het geld met zijn broer zou regelen.
12. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 19 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 324 – 349:
[medeverdachte 2] herken ik op een foto als ‘ [medeverdachte 4] ’, [medeverdachte 4] herken ik op een foto als ‘de Turkse jongen’, [slachtoffer 1] herken ik op een foto als ‘de Syrische jongen’. De persoon op de mij getoonde foto van [medeverdachte 3] komt wel overeen met de ‘Antilliaanse jongen’, maar ik durf het niet met zekerheid te zeggen, hij had een capuchon op en ik heb zijn gezicht minder gezien.
De Syrische jongen mocht niet weg van de jongens want er moest eerst geld betaald worden. Die jongen heeft zijn broer gebeld. Hij moest het geld regelen. Ik heb de gesprekken op 31 maart 2023 om 1.00 en 1.20 uur met [slachtoffer 3] gevoerd. Ik wilde hem een beetje onder druk zetten. De jongens waren er allemaal bij toen die gesprekken plaatsvonden. De jongen moest toen naar de kelder. Alle jongens waren daarbij, behalve de kleine Turkse jongen ( [medeverdachte 4] ) en daarna zijn ze tegelijk weggegaan.
13. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 1 juni 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 350 – 356:
De jongens wilden dat dat bedrag die dag gemaakt werd. Ik heb die jongen gezegd die in mijn huis was dat hij beter kan betalen als hij schulden had bij die jongens. Hij zei toen dat hij dit niet kon betalen en toen gingen ze die broer bellen. Iedereen heeft met die broer gebeld, ik niet alleen. Iedereen die daar aanwezig was wist dat die jongen de kelder in moest. Het was het idee van [medeverdachte 1] , beide [naam 3] , van iedereen eigenlijk! En van mij ook natuurlijk.
14. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] van 6 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 358 - 362:
Bij de verdachte [verdachte] werd een Apple IPhone X in beslag genomen met telefoonnummer
+ [telefoonnummer 4] ( [alias 9] ). Het WhatsApp account met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] dat in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 2] stond in de mobiele telefoon van verdachte [verdachte] opgeslagen als [alias 3] .
[alias 9] 31-3-2023 03:09:09(UTC+2) Niks gehoord
[alias 3] 31-3-2023 03:09:15(UTC+2) Nee niks man
[alias 9] 31-3-2023 15:50:12(UTC+2) Anders laat ik die boy laten gaan dus bel me terug
[alias 3] 31-3-2023 15:52:38(UTC+2) We gaan die broertje laten gaan maar nu nog niet
[alias 9] [telefoonnummer 4] @s.whatsapp.net [alias 9] ( [verdachte] ) heeft het volgende bericht gestuurd aan [alias 10] [telefoonnummer 6] @s.whatsapp.net [alias 10] ( [medeverdachte 1] )
[afbeelding]
[afbeelding]
Ik, verbalisant [verbalisant 7] , zag dat tussen 27 maart en 1 april 2023 de telefoonnummers [telefoonnummer 5] opgeslagen onder de naam [alias 3] , [telefoonnummer 6] opgeslagen onder de naam [alias 10] ( [medeverdachte 1] ) en het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van [alias 9] ( [verdachte] ) tientallen malen telefonisch contact leggen of proberen te leggen met elkaar.
15. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 6 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 233 - 243:
Op 30 maart 2023 was ik al aan de [adres 4] en ik vroeg aan [slachtoffer 1] of hij tijd had om daar te komen. Ik had een taxi gebeld. [slachtoffer 1] moest mee naar de woning aan de [adres 1] om te chillen, althans dat heb ik [slachtoffer 1] verteld. Ik heb 6.500 euro schulden bij [medeverdachte 4] . Ik wist dat [medeverdachte 4] daar zou zijn en nog een Antiliaan. [alias 1] ( [verdachte] ) en de andere Antilliaan waren al in de woning aan de [adres 1] . [medeverdachte 1] was er ook. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] aan het bellen is met zijn broer en ik hoorde dat er gesproken werd over 4.000 euro. Op 31 maart 2023 heb ik de telefoons van [slachtoffer 1] in de magnetron in de tuin gelegd. Ik wist toen dat het misse boel was, maar ik moest mij eigen hachje redden.
16. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 30 mei 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 244- 252:
[medeverdachte 1] moest op verzoek van [alias 2] ( [medeverdachte 3] ) zijn nummer verwijderen uit de telefoon van [slachtoffer 1] moest verwijderen.
Ik moest de telefoons van [slachtoffer 1] op verzoek van [medeverdachte 3] in de magnetron leggen, zodat [slachtoffer 1] geen contact kon opnemen.
17. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 13 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 295- 300:
Bij de verdachte [medeverdachte 1] werd een Apple IPhone 11 pro in beslag genomen met telefoonnummer + [telefoonnummer 6] . Het WhatsApp account met telefoonnummer + [telefoonnummer 5] dat in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 2] stond in de mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 1] opgeslagen als Aksel.
[afbeelding]
Contactmomenten tussen + [telefoonnummer 6] [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en + [telefoonnummer 4] [alias 11] ( [verdachte]
)
[afbeelding]
18. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 26 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 271 - 293:
Op 30 maart 2023 was ik samen met [medeverdachte 2] bij [locatie 2] in [plaats 1] . [slachtoffer 1] kwam op verzoek van [medeverdachte 2] naar [locatie 2] . We wilden de schuldeiser en [medeverdachte 2] en [slachtoffer 1]
bij elkaar zetten. Daarvoor had [medeverdachte 2] de plek de [adres 1] uitgekozen. Dit is de woning van [verdachte] . [medeverdachte 2] is met [slachtoffer 1] in de taxi naar de [adres 1] gegaan. Ik heb op verzoek van [medeverdachte 2] de ‘ [alias 2] ’ ( [medeverdachte 3] ) opgehaald en meegenomen naar de [adres 1] . [medeverdachte 4] kwam ongeveer tegelijk met mij bij de woning aan de [adres 1] . [slachtoffer 1] moest één van de jongens € 4.000 betalen. Op een gegeven moment werd ik boos op [slachtoffer 1] . [verdachte] vroeg [slachtoffer 1] hoe hij dit ging betalen. [slachtoffer 1] zou zijn broer bellen. Er is gezegd dat er geld moest komen omdat hij anders niet naar huis mocht. [slachtoffer 1] moest zijn telefoons afgeven. Ik was bij twee of drie gesprekken die [verdachte] met [slachtoffer 3] voerde aanwezig. Ik herken het gesprek van 23.02 uur. Bij de eerste gesprekken was [medeverdachte 4] er wel bij. De lange zat voor [slachtoffer 1] en heeft de tas van hem afgepakt.
[verdachte] heeft later nog een keer gebeld met [slachtoffer 3] waar wij bij waren, [medeverdachte 4] was toen al weg. Daarna zijn [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en ik vertrokken naar de [adres 5] . Ik heb de hele tijd contact gehad met [medeverdachte 2] en wist dat [slachtoffer 1] nog in de kelder zat.
19. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 20 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 439 - 445:
Bij de verdachte [medeverdachte 3] is een Samsung Galaxy S7 Edge, model SM-G935F in beslag genomen.
Om 23:24:11 uur is onderstaande "images" registratie opgeslagen. Opgeslagen gebruikersaccounts [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] .
[afbeelding]
Aan deze "image" registratie is een afbeelding van de identiteitskaart van het slachtoffer [slachtoffer 1] gekoppeld. Op 30 maart 2023 om 23:24:39 uur is onderstaande "image" geregistreerd in de data van het toestel. In de metadata is te zien dat de geregistreerd is dat de afbeelding is gemaakt met een camera van een Samsung SM-G935F. De eerder gemaakte afbeelding van de identiteitskaart van [slachtoffer 1] wordt als bijlage vanaf het
emailadres [e-mailadres 1] verstuurd naar het emailadres [e-mailadres 2] .
20. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 9] van 20 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 437 - 438:
Bij verdachte [medeverdachte 1] is een Apple Iphone 11 Pro in beslag genomen. Ook zag ik, verbalisant, in deze gegevensdrager meerdere gps-coördinaten staan. Onder andere in de periode 30 maart 2023 om 22:38 uur t/m 22:47 uur.
[afbeelding]
Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 3] verblijft aan de [adres 5]
. [slachtoffer 1] is op 31 maart 2023 aangetroffen aan de [adres 1] .
Ten aanzien van parketnummer 08/145305-23
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R022037 onderzoek Haver23. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 23 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 80 - 88:
Ik werd op 22 maart 2023 rond 15.45 uur gebeld door ' [alias 4] '. Hij woont aan [adres 3] op één hoog. Hij zei dat we moeten praten. Ik kwam rond 16.00 uur aan. Nadat [alias 4] me binnen had gelaten kwamen er twee mannen uit de slaapkamer rennen. Signalement, man 1: donker getint ('neger'), droeg zwart Nike-pak, kort zwart kapsel, onverzorgde snor en sikje en half Antilliaans (zei bv 'Swa'). Signalement man 2: Turks, baardje, kort kapsel, zwarte muts en zwart vest met capuchon en zwarte Adidas-broek.
Ik kreeg gelijk klappen, [alias 4] keek mee en zei er niks van. Ik moest mijn twee telefoons inleveren, die heeft de Turk in zijn zak gedaan. Ik wilde niet mee, kreeg harde tikken op mijn hoofd en neus. De Turk sloeg en de neger hield mij vast. Toen ik niet meewerkte kreeg ik een revolver op mijn hoofd gezet, ze lieten de kogels zien die in magazijn zaten, daarna besloot ik mee te gaan. De neger gaf mij klap op achterhoofd met kolf van de revolver. De Turk vroeg om mijn autosleutels. Ook het wachtwoord van mijn iCloud heb ik aan hem gegeven.
Ik werd door beide mannen vastgehouden en naar buiten geleid. Ik moest achterin mijn eigen auto plaatsnemen. De Turk zat naast mij en de neger reed. Ik moest mijn trui uit doen en over mijn hoofd doen. Na ongeveer vijf minuten rijden, zijn we ergens naar binnen gegaan, waar ik een trap moest aflopen. In de kelder lag een matras en stond een stoel. Er was geen verlichting. Ik werd gelijk vastgebonden met witte tape aan de stoel. Ik moest al mijn kleren uitdoen. Ik werd door de Turk gefilmd. De neger zei dat ik mee moest werken, ze zeiden dat ik dan niet geslagen zou worden. De Turk vroeg om mijn wachtwoorden en telefooncodes. Hij wilde mijn locatie uitzetten. Toen ik niet meewerkte kreeg ik een harde klap op mijn hoofd van de Turk, toen kwam de neger met de revolver en toen heb ik de codes gegeven: [nummer 1] van iPhone 7 en [nummer 2] van iPhone X. Ook mijn huissleutels zijn afgepakt. Daarna onder bedreiging met geweld iCloud wachtwoord gegeven. Ik mocht daarna kleren aandoen.
Ik moest € 50.000,-- betalen en dan mocht ik gaan. Later is het bedrag verlaagd naar
€ 25.000,--. Ik moest mijn kleren weer uitdoen en mijn vader werd via videobellen met mijn eigen telefoon gebeld. De neger filmde, de Turk zei tegen mijn vader dat als hij mij wilde terugzien hij € 25.000,-- moest betalen. Mijn vader belde een half uur later terug en zei dat € 25.000,-- te veel was. Mijn moeder vroeg om mij te zien. Nadat ik weer kleren aan had werd mijn moeder gebeld. Mijn moeder zei toen dat de politie is gebeld, de Turk verbrak toen de verbinding en gaf mij klappen en dreigde mij levend te begraven. Na een hele tijd kwamen ze allebei terug de kelder in, de Turk zei dat ik mocht gaan omdat mijn vader
€ 10.000,-- had betaald. Ik mocht de kelder uit met een vest over mijn hoofd. De Turk hield mij vast terwijl ik naar de auto liep. Hij ging weer naast mij zitten in de auto. Ik ben uit de auto gezet op de parkeerplaats van de tennisvereniging aan de Hengelose Es. Ik kon de bestuurder niet zien. De afzetlocatie is met mijn vader gedeeld. Ze reden weg in mijn auto, achter een zwarte auto aan (Sedan). Ik rende weg en zag de twee auto's weer richting de parkeerplaats rijden, ik ben naar het politiebureau gelopen.
2. Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 13 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 98- 105:
De kelder die te zien is op bijlage 4 is 100% de kelder. (Dit betreft de kelder van de woning aan de [adres 1] ).
3. Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] van 21 juni 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 106 - 112:
Mijn bijnaam is [alias 12] . Mijn zonnebril lag in het vakje in de deur van mijn Opel. Die hebben ze ook van mij afgepakt. Het was een Cartier zonnebril.
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] van 27 november 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende:
U vraagt mij wie ik bedoelde met die neger. Daarmee bedoelde ik [verdachte] . U vraagt mij hoe ik [verdachte] identificeer als de persoon die zowel in de woning van [medeverdachte 5] aanwezig was als later in de kelder. Hij had steeds dezelfde kleren aan, ik herkende hem aan zijn broek. Ik heb zowel in de woning als in de kelder de stem van [verdachte] gehoord en ik herken hem ook aan zijn stem.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 10] van 11 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 207 - 218:
Op de in beslag genomen telefoons van verdachte [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn filmpjes aangetroffen waar slachtoffer [slachtoffer 2] op te zien is.
Filmpje 1 (duurt 44 seconden) Created: 22-03-2023 17.57.53 afkomstig telefoon [medeverdachte 1] :
[afbeelding]
Ik hoor een mannenstem, hierna te noemen [alias 13] , tegen het slachtoffer praten.
[alias 13] : Zeg mij die codes nu.
[alias 14] : ik heb al gezegd tegen .. onverstaanbaar
[alias 13] : onverstaanbaar.. vergeten die dinges, zeg nog een keer die codes.
[alias 14] : Uh, eentje is [nummer 1]
[alias 13] : [nummer 1]
[alias 14] : En die andere is [nummer 2]
[alias 13] : Is goed, wat zijn die adressen van [plaats 2] ? En waar woon jij zelf? Van [adres 7] ?
[alias 14] : [adres 7] woon ik zelf, maar dat is begeleid wonen, is met camera's en alles.
Filmpje 2 (duur 27 seconden) Created: 22-03-2023 18.33.21 afkomstig telefoon [medeverdachte 1] :
Ik hoor op het filmpje dat er mannenstem met een Antilliaans accent, hierna te noemen [alias 15] , tegen het slachtoffer praat.
[alias 15] : Begin te praten broer, dit is voor jouw vader, dit is voor jouw vader, dat je veilig thuis gaat komen en verder niks meer gaat gebeuren vriend
[alias 14] : Papa, betaal gewoon alsjeblieft, want ik wil weg hier, ze hebben mij al een tijdje vast en anders gaan ze mij vermoorden als er niet betaald wordt.
Filmpje 5 (duur 9 seconden) Created: 22-03-2023 19.25.19 afkomstig telefoon [verdachte] :
Ik zie dat het slachtoffer in dezelfde ruimte zit, in dezelfde omstandigheden als beschreven in filmpje 1. Ik hoor dezelfde stem, met Antilliaans accent, als in filmpje 2.
[alias 15] : zeggen... dat er iemand komen, ..onverstaanbaar.. meewerken. Zeg zeg zeg bro!
[alias 14] : Ik wil weg hier, asjeblieft, betaal gewoon zodat ik weg kan.
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 25 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 524 - 549:
Op 21 maart 2023 werd ik benaderd door twee grote jongens. Ik heb een locatie geregeld, [adres 1] . Dat is de woning van [verdachte] .
Op 22 maart 2023 ben ik samen met mijn mededader naar de woning van [medeverdachte 5] gereden aan [adres 3] . Wij hebben gewacht in een andere kamer totdat [alias 12] binnen was, zijn toen naar hem toegerend en ik heb met de gebalde vuist op zijn gezicht geslagen. Hij viel toen in de stoel. De mededader richtte een pistool op [alias 12] omdat hij niet wilde meewerken. Hij heeft vervolgens nog meerdere klappen van ons gehad totdat hij wilde meewerken. We hebben hem tussen ons in naar zijn auto gebracht. Ik zat achterin bij [alias 12] en de mededader zat achter het stuur. [alias 12] moest van de mededader een trui over zijn hoofd trekken. Ik zei dat we hem in de kelder moesten zetten. Hij moest van de mededader al zijn kleren uitdoen en werd door mededader vastgezet met duct tape aan stoel. De mededader heeft toen gebeld met de twee grote jongens. De mededader heeft de telefoons van aangever weggebracht naar de grote jongens. Eén telefoon is achtergebleven om contact op te nemen met zijn ouders, we moesten een filmpje maken. Ik en mijn mededader zijn toen naar beneden gegaan om met [alias 12] te praten. We hebben hem gevraagd hoe we aan geld konden komen. We hebben de vader van het slachtoffer gebeld met beeld. De mededader zei dat we € 25.000,-- wilden hebben. De mededader werd boos toen zijn moeder zei dat ze de politie had ingelicht. Zijn vader belde later dat hij maar € 10.000,-- had. Ik heb toen een van de grote jongens gebeld. Ik heb zelf er nog iemand bij geregeld om bij mij op de uitkijk te staan omdat het geld opgehaald moest worden. Heb uiteindelijk met de grotere jongens besproken dat ze maar € 10.000,-- zouden krijgen. Had eerst met de vader afgesproken dat hij het geld bij brandtrap van de [adres 2] zou neerleggen. De vader is rond 03:00 uur bij die flat aangekomen. Ik heb de vader gebeld met de telefoon van aangever, hij heeft het geld bij de brandtrap van de flat neergelegd, in totaal € 10.000,--. Ik heb het geld geteld bij de [adres 1] . [verdachte] bleef alleen achter toen wij het geld gingen halen. Ik heb aangever na het tellen van het geld afgezet bij de tennisbaan in de Hengelose Es. Ik kwam er daarna achter dat ik zijn huissleutels nog had, ik heb toen de vader gebeld met de telefoon van aangever om af te spreken in buurt van Dennenbosweg, ik heb daar de sleutels overhandigd. De telefoon heb ik de volgende dag moeten afstaan aan de grote jongen. Ik ben degene op filmpje 1. Het filmpje is met mijn telefoon gemaakt om 17.57 uur. Ik moest dit filmpje sturen aan een van de grote jongens. Ik moest de sleutel van de Dennenbosweg afgeven aan een van de grote jongens. € 500,-- was voor mij, € 500,-- voor [verdachte] , € 250,-- voor de jonge jongen en € 250,-- voor mijn vriend. De rest € 8.500,-- moest ik de volgende dag afstaan aan de grote jongen bij de skatebaan aan de Hengelose Es.
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 5] van 4 mei 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 504 - 510:
Op 22 maart 2023 belde [medeverdachte 6] , die ik als [alias 5] ken. [alias 5] wilde langskomen. Toen hij er was vertelde hij dat ze [alias 6] moesten hebben. [alias 5] vroeg of ik [alias 6] wilde bellen. Ik zou dan 20 euro voor coke krijgen. Ik zei dat ik geen circus in mijn huis wilde, hij zei dat dit ook niet zou gebeuren. [alias 5] zei dat hij mij zou bellen als ik [alias 6] moest bellen. Ik heb [alias 5] rond 16:30 uur gebeld. Hij zei toen bel hem maar met 10 minuten op dan zorg ik dat wij in de buurt zijn. Ik heb aan [alias 5] doorgegeven dat [alias 6] er over een kwartier aan kwam. Toen na een minuut of 7 of 8 kwamen er 2 jongens aan de deur. Een neger en een andere buitenlandse jongen. Ze zeiden: “Wij moeten van [alias 6] hier wachten”. Ik liep naar de deur en liet [alias 6] erin. Ik zag dat één van de jongens [alias 6] vast had bij het hoofd en hem op de stoel gedrukt hield. De andere jongen gaf [alias 6] een paar klappen op het lichaam. Ze voelden beiden in zijn zakken. [alias 6] schreeuwde. Toen [alias 6] weer begon te schreeuwen heb ik geschreeuwd dat ze eruit moesten. [alias 6] liep tussen de mannen in naar buiten. Beide mannen hadden hem vast.
8. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 6] van 7 juni 2023 van de raadkamer, zakelijk weergegeven, inhoudende:
Ik was op de afgesproken tijd op de skatebaan, daarvoor ben ik bij [medeverdachte 1] thuis
geweest.
9. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] van 20 april 2023 in combinatie met het proces verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 12] van 22 juni 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 193 - 206:
Bij verdachte [medeverdachte 1] is een Apple Iphone 11 Pro in beslag genomen. Het telefoonnummer [telefoonnummer 6] is in gebruik bij [medeverdachte 1] . Het telefoonnummer [telefoonnummer 4] is in gebruik bij [verdachte] .
Op 21 maart 2023 te 02:17:14 stuurt [verdachte] naar [medeverdachte 1] : “Bro regel die Tories (straattaal voor
overval) voor morgen. Op 22 maart 2023 om 13:57 stuurt [medeverdachte 1] naar [verdachte] : “Die torie is nu zo bro”.
In de chat tussen [telefoonnummer 6] in gebruik bij [medeverdachte 1] en [telefoonnummer 1] in gebruik bij “ [alias 16] ” ( [medeverdachte 6] )
22 maart 2023 om 15:05 uur [medeverdachte 1] stuurt naar [medeverdachte 6] : “Hij zegt 15 min ik bel hem met 10 nog n x bel ik jou”
22 maart 2023 om 15:08 uur [medeverdachte 6] stuurt naar [medeverdachte 1] : “Daarna moeten we snel reageren”
22 maart 2023 om 15:08 uur [medeverdachte 6] stuurt naar [medeverdachte 1] (vertaald): “Anders krijgt die jongen achterdocht”
22 maart 2023 om 15:08 uur [medeverdachte 1] stuurt naar [medeverdachte 6] : “'Jaa bro gelijk haal ik hem op”
22 maart 2023 om 16:00 uur [medeverdachte 6] stuurt naar [medeverdachte 1] (vertaald): “Die Cartier bril is van mij hoor”
10. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 13] van 26 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 386 - 400:
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] in gebruik bij [verdachte] blijkt dat [verdachte] op 22 maart 2023 in de middag en avond is gekoppeld aan de mast waar zowel de [adres 1] als [adres 3] onder vallen.
Op 22 maart 2023 te 16.28 uur werd met het telefoonnummer van [medeverdachte 1] gedurende 38 seconden naar het telefoonnummer van [verdachte] gebeld.
11. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 11] van 19 april 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 188 - 192:
Bij verdachte [verdachte] is een Apple IPhone X in beslag genomen. Het telefoonnummer [telefoonnummer 4] in gebruik bij [verdachte] stuurt op 22 maart 2023 om 16:28:22 “Ik ga ff op pad’.
12. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 13] van 30 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 240 - 246:
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik bij [medeverdachte 5] blijkt dat [medeverdachte 5] op 22 maart 2023 om 16.26.51 uur naar het telefoonnummer [telefoonnummer 7] van [slachtoffer 2] belt. Om 16.27.16 uur belt [medeverdachte 5] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van [medeverdachte 6] / [alias 5] Privé.
Op 22 maart 2023 heeft [medeverdachte 5] onder andere om 14:37 uur, 14:55 uur 15:10 uur, 16:25, 16:27, 16:47 en 17:13 contact met [medeverdachte 6] .
13. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 13] van 30 maart 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 273- 337:
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij [medeverdachte 6] blijkt dat er voor het eerst contact is met [medeverdachte 1] op 16 februari 2023. Het eerst volgende gesprek is op 7 maart 2023. Vanaf 19 maart 2023 tot en met 23 maart hebben er vervolgens 46 contacten plaats dit betroffen telefoongesprekken en sms berichten, terwijl er daarvoor nauwelijks contact was.
14. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 14] van 23 mei 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 421 – 436:
Uit de politiesystemen blijkt dat [medeverdachte 6] ten tijde van het strafbare feit op 22 en 23 maart 2023 een enkelband droeg. In het onderstaande worden achtereenvolgens de locatiegegevens van de enkelband op 22 maart 2023 weergegeven.
Tussen 14:42 en 14:56 uur is de enkelband ter hoogte van het appartement aan [adres 3] . Uit de politiesystemen blijkt dat [medeverdachte 5] , geboren op
6 maart 1948 te [plaats 3] , op het appartement aan [adres 3] staat ingeschreven.
Tussen 15:02 en 15:17 uur is de enkelband in (de directe omgeving van) de woning aan de [adres 1] . Uit de politiesystemen blijkt dat onder andere [verdachte] op het adres aan de [adres 1] stond ingeschreven. Daarna verplaatst de enkelband wederom in de richting van [adres 3] , alwaar het om 15:22 en 15:23 uur uitpeilt in de omgeving van voornoemde appartement aan [adres 3] .
De enkelband verplaatst zich wederom naar de [adres 1] , alwaar het tussen 17:53
en 18:08 uur in (de directe omgeving van) de woning aan de [adres 1] uitpeilt. De enkelband verplaatst zich wederom naar de [adres 1] , alwaar het tussen 18:27 en 18:46 uur verblijft.
Op 23 maart 2023 verplaatst de enkelband naar de parkeerplaats bij Sporthal Weusthag, gevestigd aan de Uitslagweg 102 te Hengelo, alwaar het tussen 12:50 en 12:53 uur verblijft.
15. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 12] van 11 juli 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 437 – 438:
Opvallend is dat het telefoontoestel van aangever [slachtoffer 2] , de Apple lphone X met
telefoonnummer 06-45831795 op 22 maart 2023 om 19:45 uur, om 20:24 uur en om 20:40 uur actief is en dan aanstraalt op de mast [adres 6] . Op het moment van activiteit van zijn telefoon zit aangever [slachtoffer 2] in de kelder van de woning aan de [adres 1] . Deze woning valt niet in het dekkingsgebied van
de mast [adres 6] . Van verdachte [medeverdachte 6] blijkt uit locatiegegevens van zijn enkelband dat hij op 22 maart 2023 van 19:51 tot 20:54 uur aan de Goudstraat 3 te Hengelo is geweest. Dit betreft de McDonalds aldaar. De McDonalds aan de Goudstraat 3 te Hengelo valt in het dekkingsgebied van de mast [adres 6] .
De telefoons van [medeverdachte 1] en [verdachte] stralen aan op de mast [adres 8] , deze geeft dekking op het adres [adres 1] .
16. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 15] van 26 juli 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 219 – 228:
Bij verdachte [medeverdachte 6] is een Apple Iphone 14 Pro Max in beslag genomen. In de data trof ik een chatgesprek aan op Snapchat die gevoerd werd tussen de gebruikers [gebruikersnaam 1] (owner) en [gebruikersnaam 2] . Het gaat om de volgende twee berichten die verstuurd werden:
[nummer 2] verstuurd op 22-3-2023 17:56:31(UTC+0)
[nummer 1] verstuurd op 22-3-2023 19:10:45(UTC+0)
Voorgenoemde verstuurde berichten betreffen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de toegangscodes van beide telefoons van aangever [slachtoffer 2] , te weten [nummer 1] en [nummer 2] .
Daarnaast trof ik uit hetzelfde chatgesprek nog een andere passage aan. Het gaat om de volgende twee verstuurde berichten:
[e-mailadres 3] op 23-3-2023 07:35:06(UTC+0)
[gebruikersnaam 3] op 23-3-2023 07:35:18(UTC+0)
De hiervoor uitgaande berichten betreffen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de inloggegevens van de iCloud van aangever [slachtoffer 2]
Ik heb vervolgens de hiervoor genoemde inloggegevens, te weten [e-mailadres 4] en het daarbij behorende wachtwoord “ [gebruikersnaam 3] ” gebruikt. Ik zag hierop dat ik (beperkte) toegang kreeg tot de iCloud. Voor volledige toegang was een zogenoemde twee factor verificatie gebruikt. Telefoonnummer [telefoonnummer 3] bleek het juiste
telefoonnummer te zijn dat inmiddels aan de ICloud gekoppeld was. Dit nummer is in gebruik bij [medeverdachte 6] of [naam 4] .
17. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 15] van 26 juli 2023, zakelijk weergegeven, inhoudende op pagina’s 233 – 239:
Bij verdachte [medeverdachte 6] is een Apple Iphone XS in beslag genomen. Er zijn op de telefoon verschillende gesprekken aangetroffen waarin [medeverdachte 6] zich op 31 maart 2023, 1 april 2023 en 17 april 2023 voorstelt als de ‘ [alias 8] ’, ‘ [alias 7] ’, ‘met de beste peruaanse pesosa’ De verzender noemt ‘ [alias 6] ’ een ‘Hoerenzoon’, met ‘troep spulle’, een oplichter en een rat.
Uit het onderzoek is gebleken dat aangever [slachtoffer 2] ook wel bekend stond, of zich vaak voordeed, als ‘ [alias 6] ’. Gezien het grote aantal berichten lijkt het er sterk op dat de gebruiker van deze telefoon contactpersonen van aangever [slachtoffer 2] benaderd voor het verkopen van verdovende middelen en zodoende een poging doet om de "klantenkring" van [alias 6] , aangever [slachtoffer 2] , over te nemen.