Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[partij A1] ,
2.
[partij A2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 13 december 2023,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald van 13 december 2023,
- de conclusie van antwoord in reconventie van 24 januari 2024,
- de akte houdende vermeerdering van eis en houdende overlegging producties van [partij A] c.s.,
- de mondelinge behandeling van 24 april 2024, waarbij verschenen zijn de heer en mevrouw [partij A] , bijgestaan door mr. Westendorp-de Boer. Namens [partij B] zijn de heren [naam 1] en [naam 2] verschenen, bijgestaan door mr. De Rooij. De advocaten hebben spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen. De griffier heeft ook aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
2.De zaak en de beslissing samengevat
3.De feiten in conventie en in reconventie
€ 24.500,00.
[partij A] c.s. verzocht om de werkzaamheden voor eind mei 2021 uit te voeren, zodat zij over kunnen gaan tot betaling van het restant van het bedrag. [partij B] heeft bij e-mail van
30 april 2021 geantwoord dat ze alles zo goed mogelijk wil oplossen.
‘(…)
Uit uw opstelling komt naar voren dat u de ingebrekestelling naast u neer heeft gelegd en kennelijk niet meer kunt of wilt doen. In ieder geval is er geen basis meer om samen ver te gaan.(…)
Uw passiviteit na de ingebrekestelling heeft er toe geleid dat de familie [partij A] nu besloten heeft -straks na kennisneming van de uitkomst van het deskundigenonderzoek- een derde in te schakelen om de gebreken te herstellen en het werk af te maken.Wij stellen ons voor om dus eerst een deskundige het werk te laten beoordelen en de kosten van herstel en afbouw vast te stellen. Bij de inspectie door de deskundige kunt u aanwezig zijn. De uitkomst van het deskundigenonderzoek kan eventueel de basis vormen om tot onderlinge afrekening te komen.(…)’.
(hierna: [naam 3] ) onderzoek gedaan naar de werkzaamheden van [partij B] . Zowel [partij A] c.s. als [partij B] waren aanwezig. De bevindingen en herstelmogelijkheden zijn vastgelegd in het deskundigenrapport van 5 mei 2022 (hierna: eerste deskundigenrapport). De herstelkosten zijn begroot op € 7.325,66 inclusief btw. De achterpui is nog niet meegenomen in de berekening, omdat het daadwerkelijk toe te passen type kozijn nog niet bekend is.
15 september en ontvangen op 16 september 2022. Over het herstelplan en de uit te voeren herstelwerkzaamheden is tussen de gemachtigden van partijen meerdere keren gecorrespondeerd.
‘(…)
Wat betreft de achter-pui geldt dat uw cliënten inderdaad de keuze hebben tussen tuindeuren en een schuifpui. Er zal tijdens de herstelwerkzaamheden in week 45 een plan van aanpak moeten worden besproken, wat betreft de pui/tuindeuren. Cliënte kan uw cliënten dan tijdens het inmeten adviseren over de mogelijkheden. Cliënte zal de fabrikant dan vervolgens kunnen verzoeken om tekeningen te maken. Dat zijn algemene tekeningen/schetsen van hoe de pui of de tuindeuren er zelf uit zullen zien.(…)’.
‘(…)
De vervangende schuifpui heeft dezelfde grootte als de huidige tuindeuren. Uw cliënten menen echter, gebaseerd op een door hen zelf getekende tekening, recht te hebben op een veel grotere schuifpui(…)
De tekening is niet gemaakt door cliënte en het is ook niet kosteloos aangeboden. Uw cliënten kunnen kiezen voor een grotere schuifpui tegen een meerprijs van € 4.998,- incl. btw. Het is niet meer dan redelijk dat uw cliënten betalen voor deze optie.(…)’.
‘(…)
Aangezien [partij B] de door cliënten geconstateerde gebreken op 31 maart jl. heeft kunnen bekijken en beoordelen, stel ik [partij B] hierbij in deallerlaatste gelegenheidom over te gaan tot deugdelijk herstel van de gebreken die zijn vastgesteld door [bedrijf] in het Eerste Deskundigenrapport van 5 mei 2022 en onvoldoende en ondeugdelijk zijn hersteld op 7 en 8 november 2022 alsmede de gebreken die zijn besproken tijdens de rondgang op 31 maart jl.(…)’.
Verder zijn er bijkomende kosten begroot (loshalen kozijnen en plaatsen rubbers, aanbrengen deugdelijke waterkering en verwijderen erosievlekken), waardoor de herstelkosten in totaal € 9.769,03 inclusief btw zijn. De door [partij B] geboden oplossing voor de achterpui is ook als onvoldoende beoordeeld om de geconstateerde gebreken aan de achtergevel te herstellen. De deskundige acht het, door een gemaakte meetfout van [partij B] , noodzakelijk om de gehele achterpui op de begane grond te vervangen. De kosten voor het verwijderen en aanpassen van de achterpui, maar ook het afvoeren van het geheel en het leveren en plaatsen van nieuwe kozijnen is begroot op € 9.830,00 inclusief btw.
4.Het geschil
13 december 2023 tot de dag van volledige betaling. Tevens vordert [partij B] veroordeling van [partij A] c.s. in de kosten van de procedure.
€ 4.900,00. Het beroep van [partij A] c.s. op opschorting is onterecht, omdat [partij A] c.s. in schuldeisersverzuim verkeren.
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
Van [partij B] als professioneel handelende partij had meer verwacht mogen worden. Dat [partij A] c.s. na ontvangst van het tweede deskundigenrapport over zijn gegaan tot een omzettingsverklaring, kan de rechtbank wel begrijpen en maakt niet dat daarom gezegd kan worden dat zij in verzuim zijn geraakt. Daarvoor is er te veel gebeurd en hebben
[partij A] c.s. genoeg kansen tot herstel geboden.
productie 41. [partij A] c.s. vinden dat zij recht hebben op vergoeding van de waarde van de uitgebleven en ondeugdelijk verrichte prestatie. [partij B] betwist dat [partij A] c.s. recht hebben op het gevorderde bedrag aan vervangende schadevergoeding. Het is een verdubbeling van het door de eigen deskundige van [partij A] c.s. vastgestelde schadebedrag en ziet bovendien op vervanging van alle kozijnen in de woning, zonder dat de noodzaak daartoe ooit is vastgesteld.
Eco Control. Dat Eco Control heeft laten weten enkel bereid te zijn het werk uit te voeren als alle kozijnen kunnen worden vervangen, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Met [partij B] is de rechtbank namelijk van oordeel dat die noodzaak nooit is vastgesteld, ook niet door de deskundige, de heer [naam 3] van [bedrijf] . Ook ziet het vervangen van alle kozijnen niet op de prestatie die [partij B] anders nog had moeten verrichten. Waar de rechtbank wél aansluiting bij zoekt om de hoogte van de vervangende schadevergoeding vast te stellen, is het tweede deskundigenrapport zoals overgelegd achter productie 28. Er worden twee schadeposten onderscheiden: enerzijds de discussie over de achterpui en anderzijds de discussie over de werkzaamheden die verder nog moeten worden uitgevoerd.
€ 4.998,00 (welk bedrag door [partij A] c.s. niet is betwist), gaat hier van af. Dit betekent dat [partij A] c.s. daarom nog recht hebben op een bedrag van € 4.802,00 voor wat betreft de achterpui.
€ 9.769,03) toe aan vervangende schadevergoeding. De gevorderde wettelijke rente hierover is niet weersproken en zal worden toegewezen als na te melden.
5.21.3.
Stookkosten[partij A] c.s. vorderen € 894,00 aan stookkosten. Ter onderbouwing verwijzen zij naar een (zelf gemaakte) berekening achter productie 34. [partij B] meent dat de juistheid op geen enkele wijze is te verifiëren. Bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing bestrijdt [partij B] deze stookkosten.
De gevorderde rente hierover is niet weersproken en zal worden toegewezen als na te melden.
[partij A] c.s. zijn namelijk verzekerd voor rechtsbijstand. [partij B] verwijst ter onderbouwing van dat standpunt naar productie 35 bij dagvaarding, waaruit volgt dat de kosten in rekening zijn gebracht bij de rechtsbijstandverzekering van [partij A] c.s. Ten slotte vindt [partij B] dat de kosten nodeloos zijn gemaakt en ook om die reden niet voor vergoeding in aanmerking komen.
- € 9.462,67 vermeerderd met de wettelijke rente toegewezen krijgen als vervangende schadevergoeding
- € 4.508,48 vermeerderd met de wettelijke rente toegewezen krijgen als gevolgschade
- € 965,77 vermeerderd met de wettelijke rente toegewezen krijgen aan buitengerechtelijke incassokosten.
- griffierecht € 1.301,00
- salaris advocaat € 2.149,00 (3,5 punten x € 614)
- nakosten
€ 263,00(plus de verhoging zoals vermeld
in de beslissing)
6.De beslissing
6:119 BW vanaf 26 september 2023 tot de dag van volledige betaling;