In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres en MRON B.V. Eiseres had MRON B.V. aangeklaagd wegens schadevergoeding als gevolg van toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van contractuele verplichtingen. De rechtbank had eerder op 18 mei 2022 al geoordeeld dat MRON B.V. aansprakelijk was voor de schade die eiseres had geleden door het niet nakomen van haar verplichtingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schadevergoeding op € 43.975,00 is vastgesteld, waarbij de schade is berekend op basis van de hypothetische en feitelijke vermogenspositie van eiseres. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres niet langer dan twee maanden aan MRON B.V. verbonden zou zijn geweest, zijnde de duur van de proeftijd. De rechtbank heeft ook de kosten ter vaststelling van de schade toegewezen aan eiseres, evenals de wettelijke rente over de schadevergoeding vanaf 1 januari 2020. MRON B.V. is veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 8.363,00 zijn vastgesteld. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verzoek van MRON B.V. om dit niet te doen.