Uitspraak
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
1.Inleiding en samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 20 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Inbev Nederland N.V. en twee gedaagden, die een bedrijfsruimte huren van Inbev. De eisende partij, Inbev, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van achterstallige huur van € 61.618,88, vermeerderd met een contractuele boete. De gedaagden erkenden de huurachterstand, maar voerden aan dat de huurprijs te hoog was en dat zij in gesprek waren met Inbev over een oplossing. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden tekortgeschoten waren in hun verplichtingen uit de huurovereenkomst, aangezien de huur niet was betaald. De rechter wees de vorderingen van Inbev grotendeels toe, inclusief de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de bedrijfsruimte. Daarnaast werd een schadevergoeding en gebruiksvergoeding toegewezen, evenals de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.