Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 1.500,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 27 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Wonen Boven Winkels Vastgoedfonds Stedendriehoek B.V. en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder had een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd van tien maanden, met een totaalbedrag van € 13.815,54 tot en met juni 2024. Ondanks de erkenning van de huurachterstand door de gedaagde, voerde hij aan dat hij per augustus 2024 weer in staat zou zijn om de huur te betalen, omdat hij een nieuwe baan had. De kantonrechter oordeelde echter dat de betalingsachterstand van zodanige omvang was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter weegt daarbij de belangen van de gedaagde, waaronder het co-ouderschap van zijn twee minderjarige kinderen, maar concludeert dat er geen sprake is van dreigende dakloosheid voor de kinderen. De rechter heeft de vorderingen van Wonen Boven Winkels toegewezen, inclusief de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.