ECLI:NL:RBOVE:2024:4641

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
30 augustus 2024
Zaaknummer
10910217 \ CV EXPL 24-417
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 27 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Wonen Boven Winkels Vastgoedfonds Stedendriehoek B.V. en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder had een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd van tien maanden, met een totaalbedrag van € 13.815,54 tot en met juni 2024. Ondanks de erkenning van de huurachterstand door de gedaagde, voerde hij aan dat hij per augustus 2024 weer in staat zou zijn om de huur te betalen, omdat hij een nieuwe baan had. De kantonrechter oordeelde echter dat de betalingsachterstand van zodanige omvang was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter weegt daarbij de belangen van de gedaagde, waaronder het co-ouderschap van zijn twee minderjarige kinderen, maar concludeert dat er geen sprake is van dreigende dakloosheid voor de kinderen. De rechter heeft de vorderingen van Wonen Boven Winkels toegewezen, inclusief de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10910217 \ CV EXPL 24-417
Vonnis van 27 augustus 2024
in de zaak van
WONEN BOVEN WINKELS VASTGOEDFONDS STEDENDRIEHOEK B.V.,
te Deventer,
eisende partij,
hierna te noemen: Wonen Boven Winkels,
gemachtigde: M.F.M. Bunnik, werkzaam bij BJK Gerechtsdeurwaarders Incassospecialisten,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gemachtigde: mr. J.F.R. Eisenberger,
gedaagde partij,
hierna samen te noemen: [gedaagde].
Samenvatting
[gedaagde] huurt van Wonen Boven Winkels een woning. [gedaagde] heeft een forse achterstand in de betaling van de huur opgelopen. [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de door Wonen Boven Winkels gevorderde ontbinding en ontruiming wordt toegewezen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie
- de akte overleggen producties tevens houdende akte vermeerdering van eis in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 11 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Tijdens de zitting heeft [gedaagde] de eis in reconventie ingetrokken.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[gedaagde] huurt van Wonen Boven Winkels een woning aan de [adres] (hierna: de woning) tegen een maandelijkse huurprijs van € 1.535,06.
2.2.
[gedaagde] heeft een achterstand in de betaling van de huurprijs opgelopen. Wonen Boven Winkels heeft [gedaagde] meerdere keren aangemaand om de achterstallige huur te voldoen.

3.Het geschil

3.1.
Wonen Boven Winkels vordert - samengevat en na vermeerdering van eis - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- De huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en om [gedaagde] te veroordelen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis met de zijnen en het zijne de woning te verlaten en te ontruimen en met afgifte aan Wonen Boven Winkels;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 12.911,71, vermeerderd met de wettelijke rente over de (resterende) hoofdsom vanaf 29 januari 2024;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.535,06 per maand voor iedere maand of een gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebruik heeft of mocht hebben op of na 1 juli 2024;
- [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
Wonen Boven Winkels heeft aan de vorderingen ten grondslag gelegd dat [gedaagde] toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, door over meerdere maanden geen huur te betalen. Per juli 2024 bedroeg de huurachterstand tien maanden. De tekortkoming is volgens Wonen Boven Winkels zodanig dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Wonen Boven Winkels. [gedaagde] betwist niet dat hij een huurachterstand heeft, maar voert aan dat hij per augustus weer werk heeft waardoor hij vanaf dan de huur weer kan betalen. Daarnaast stelt hij zwaarwegende belangen te hebben bij voorzetting van de huurovereenkomst, onder andere omdat zijn twee minderjarige kinderen regelmatig bij hem in het gehuurde verblijven. [gedaagde] verzoekt ten slotte om een term de grâce.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De huurachterstand.
4.1.
Partijen zijn het erover eens dat dat er een achterstand bestaat in de huurbetalingen die die tot en met juni 2024 berekend € 13.815,54 bedroeg.
4.2.
Omdat [gedaagde] erkent dat hij de huurachterstand van € 13.815,54 moet betalen, zal dit deel van de vordering worden toegewezen.
De ontbinding en ontruiming.
4.3.
De kantonrechter overweegt dat een tekortkoming van voldoende gewicht de andere partij het recht geeft op ontbinding van de overeenkomst. [1] Bij de beantwoording van de vraag of ontbinding van deze huurovereenkomst gerechtvaardigd is, zijn alle omstandigheden van het geval van belang. De betalingsachterstand van [gedaagde] is van zodanige omvang, dat deze afgezet tegen het woonbelang van [gedaagde] de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
4.4.
De ter zitting aangedragen omstandigheid dat [gedaagde] vanaf 5 augustus 2024 een baan heeft waarbij hij maandelijks € 5.784,00 verdient, maakt dit niet anders. Mocht [gedaagde] inderdaad dit salaris gaan ontvangen, dan zou daarmee weliswaar de lopende huur voldaan moeten kunnen worden, maar mr. Eisenberger heeft ter zitting namens de niet ter zitting verschenen [gedaagde] geen inzicht kunnen geven in 1. of [gedaagde] nog andere schulden heeft en 2. hoe [gedaagde] in dat geval de fors opgelopen betalingsachterstand aan Wonen Boven Winkels gaat inlopen.
4.5.
Ook de door [gedaagde] aangevoerde omstandigheid dat hij co-ouderschap heeft over zijn twee minderjarige kinderen is geen aanleiding om hier af te zien van de gevorderde ontbinding en ontruiming, omdat hier geen sprake is van een dreigende dakloosheid voor de kinderen van [gedaagde]. Mr. Eisenberger heeft ter zitting namelijk verklaard dat de kinderen wel eens bij [gedaagde] verblijven, maar dat ze hun hoofdverblijf bij de ex-partner van [gedaagde] hebben.
4.6.
Ten slotte heeft [gedaagde] geen omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om hem een terme de grâce als bedoeld in artikel 7:280 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te verlenen. Gelet op het voorgaande betekent dit dat de gevorderde ontbinding en ontruiming zullen worden toegewezen.
4.7.
Wonen Boven Winkels vordert betaling van de achterstallige huurtermijnen tot de datum van de ontbinding en daarnaast betaling van een vergoeding gelijk aan de huurprijs over de periode gelegen tussen de datum van de ontbinding en de ontruiming. Nu op dit punt geen verweer is gevoerd, zal ook die vordering worden toegewezen.
De bijkomende kosten.
4.8.
De gevorderde wettelijke rente (€ 69,19) zal, nu daartegen geen uitdrukkelijk verweer is gevoerd, worden toegewezen.
4.9.
[gedaagde] heeft een bedrag van € 526,98 inclusief BTW aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Verhuurder heeft aan huurder een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.10.
[gedaagde] heeft een bedrag van € 1.500,00 voldaan aan de gemachtigde van Wonen Boven Winkels. Dit bedrag strekt op grond van artikel 6:44 BW eerst in mindering op de kosten en de verschenen rente en vervolgens op de hoofdsom. Het toe te wijzen bedrag is daarmee:
- hoofdsom t/m juni 2024 € 13.815,54
- wettelijke rente € 69,19
- voldaan aan gemachtigde -
€ 1.500,00
Totaal € 12.911,71
De proceskosten.
4.11.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Wonen Boven Winkels worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,47
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
1.357,50
(2,50 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.153,97

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagde] om de woning aan de [adres] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis met de zijnen en het zijne te verlaten en te ontruimen met afgifte van de sleutels aan Wonen Boven Winkels,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om tegen kwijting aan Wonen Boven Winkels het bedrag van
€ 12.911,71 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over de (resterende) hoofdsom vanaf 29 januari 2024 tot aan de dag van algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 1.535,06 per maand voor iedere maand of een gedeelte daarvan dat [gedaagde] het gehuurde in gebruik heeft of mocht hebben op of na
1 juli 2024,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.153,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op
27 augustus 2024

Voetnoten

1.Vgl. art. 6:265 BW en o.m. ECLI:NL:HR:2018:1810.