Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende in [woonplaats],
gevestigd en kantoorhoudende in Deventer,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 20,00(½ punt x tarief € 40,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft een huurder, hierna te noemen [eiser], de stichting Woningstichting Rentree, de verhuurder van zijn woning, aangeklaagd wegens geluidsoverlast die zijn buren veroorzaken. De overlast, die sinds de zomer van 2023 aanhoudt, betreft geluid van een speaker die door de zoon van de buurvrouw is aangeschaft. Ondanks eerdere pogingen tot overleg en het geven van termijnen aan Rentree om de overlast aan te pakken, heeft [eiser] geen bevredigende oplossing ervaren. Hij heeft Rentree op 11 januari 2024 een brief gestuurd waarin hij hen 30 dagen de tijd gaf om de overlast te verhelpen, gevolgd door een officiële waarschuwing op 5 februari 2024. Rentree heeft echter aangegeven dat zij de situatie nog aan het onderzoeken is en heeft buurtbemiddeling voorgesteld, waar [eiser] niet op in is gegaan.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [eiser] Rentree onvoldoende tijd heeft gegeven om de overlast te onderzoeken en maatregelen te nemen. De rechter benadrukt dat een verhuurder de verplichting heeft om op te treden bij overlast van huurders, maar dat dit ook tijd en ruimte vereist om de situatie te evalueren. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van [eiser] niet kunnen worden toegewezen, omdat niet is komen vast te staan dat Rentree in de gegeven tijd niet adequaat heeft gehandeld. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van Rentree, die zijn begroot op € 100,00.