ECLI:NL:RBOVE:2024:4646

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
30 augustus 2024
Zaaknummer
10972590 \ CV EXPL 24-926
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot beëindiging van geluidsoverlast door buren en huurprijsvermindering

In deze zaak heeft een huurder, hierna te noemen [eiser], de stichting Woningstichting Rentree, de verhuurder van zijn woning, aangeklaagd wegens geluidsoverlast die zijn buren veroorzaken. De overlast, die sinds de zomer van 2023 aanhoudt, betreft geluid van een speaker die door de zoon van de buurvrouw is aangeschaft. Ondanks eerdere pogingen tot overleg en het geven van termijnen aan Rentree om de overlast aan te pakken, heeft [eiser] geen bevredigende oplossing ervaren. Hij heeft Rentree op 11 januari 2024 een brief gestuurd waarin hij hen 30 dagen de tijd gaf om de overlast te verhelpen, gevolgd door een officiële waarschuwing op 5 februari 2024. Rentree heeft echter aangegeven dat zij de situatie nog aan het onderzoeken is en heeft buurtbemiddeling voorgesteld, waar [eiser] niet op in is gegaan.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [eiser] Rentree onvoldoende tijd heeft gegeven om de overlast te onderzoeken en maatregelen te nemen. De rechter benadrukt dat een verhuurder de verplichting heeft om op te treden bij overlast van huurders, maar dat dit ook tijd en ruimte vereist om de situatie te evalueren. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van [eiser] niet kunnen worden toegewezen, omdat niet is komen vast te staan dat Rentree in de gegeven tijd niet adequaat heeft gehandeld. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van Rentree, die zijn begroot op € 100,00.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10972590 \ CV EXPL 24-926
Vonnis van 27 augustus 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats],
eisende partij, hierna te noemen [eiser],
procederend in persoon,
tegen
de stichting
WONINGSTICHTING RENTREE,
gevestigd en kantoorhoudende in Deventer,
gedaagde partij, hierna te noemen Rentree,
gemachtigde: mr. M.J. Jeths.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 februari 2024;
- de e-mail met aanvullende producties van 11 maart 2024 van de zijde van [eiser];
- de brief met aanvullende producties van 2 april 2024 van de zijde van [eiser];
- de conclusie van antwoord;
- de aanvullende productie van 13 juni 2024 van de zijde van [eiser];
- de akte met aanvullende producties van 14 juni 2024 van de zijde van Rentree;
- de mondelinge behandeling van 27 juni 2024, waar [eiser] een aanvullende productie en spreekaantekeningen met een wijziging van eis heeft overgelegd en waar de griffier aantekeningen heeft gemaakt van wat er is besproken;
- de brief van 17 juli 2024 van de zijde van [eiser].
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
[eiser] huurt sinds 2019 een woning aan de [adres 1] van Rentree. Zijn buurvrouw, mevrouw [naam], huurt sinds 2010 de woning aan de [adres 2] van Rentree.
2.2.
Sinds de zomer van 2023 ervaart [eiser] overlast van zijn buren. De overlast bestaat uit geluidsoverlast van een speaker die de zoon van [naam] heeft aangeschaft.
In de eerste maanden was enig overleg tussen partijen mogelijk. [naam] zorgde er dan voor dat de speaker zachter werd gezet wanneer [eiser] dat vroeg. Sinds eind december 2023 is de situatie veranderd. Mevrouw [naam] zorgde er niet meer voor dat het volume van de speaker omlaag ging als [eiser] dat vroeg.
2.3.
Nadat [eiser] eerst met Rentree heeft gebeld, heeft hij Rentree op 11 januari 2024 een brief gestuurd, waarin hij Rentree meedeelt dat zijn woongenot door de overlast ernstig wordt geschaad en dat hij Rentree 30 dagen de tijd geeft om dit gebrek aan het gehuurde op te lossen.
2.4.
Rentree heeft [eiser] buurtbemiddeling aanbevolen. Daar heeft [eiser] niet aan meegewerkt. Vervolgens heeft [eiser] Rentree op 5 februari 2024 nog eens 14 dagen de tijd gegeven om tegen dit gebrek op te treden door middel van een officiële waarschuwing of een gedragsaanwijzing.
2.5.
[eiser] ervaart nog steeds geluidsoverlast.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – na wijziging van eis – dat de kantonrechter Rentree bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zal veroordelen om:
I. te zorgen dat de overlast stopt krachtens de wettelijke verplichting die Rentree heeft;
II. [eiser] een huurprijsvermindering toe te kennen zolang de overlast niet is gestopt;
III. een bedrag van € 120,13 aan [eiser] te betalen voor de kosten van usb-sticks, geluidsmeter en portikosten;
IV. de proceskosten en de nakosten te betalen;
V. een schadevergoeding te betalen.
3.2.
Rentree voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten en de nakosten, uitvoerbaar bij voorraad.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] heeft gesteld dat de overlast ernstig en structureel is. Hij heeft geluidsmetingen verricht waaruit blijkt dat het volume van de muziek bij de buren vaak rond de 75 à 80 decibel ligt en het heeft ook eens bijna 100 decibel bereikt. Daarmee wordt hem, zijn vrouw en kinderen gehoorschade toegebracht. Daarnaast kunnen zij niet de rust nemen die ze nodig hebben en kan zijn zoontje zijn huiswerk niet maken. Als [eiser] vraagt of de muziek zachter mag, wordt het soms nog harder gezet, aldus [eiser].
4.2.
Rentree heeft aangevoerd dat zij de overlast nog aan het onderzoeken is. [eiser] is de enige die over de overlast door mevrouw [naam] klaagt. Daarnaast wil [eiser] zelf niet meewerken aan buurtbemiddeling.
4.3.
De kantonrechter stelt voorop dat een huurder, die van een andere huurder overlast ervaart, hun gezamenlijke verhuurder kan aanspreken om de overlast door die huurder te beëindigen. Als de verhuurder nalaat om tegen de overlastgevende huurder op te treden, levert dat een gebrek aan het gehuurde op (artikel 7:204 BW). De verhuurder heeft dus een verplichting om op te treden. De verhuurder moet naar aanleiding van de klachten een eigen onderzoek instellen om zich een eigen oordeel te vormen omtrent de ernst van de overlast en moet daarop eventuele verdere maatregelen baseren.
4.4.
Duidelijk is dat [eiser] en zijn familie ernstige overlast ervaren en dat zij daar veel last van hebben. Om te kunnen verlangen dat Rentree overlast tegengaat, moet echter sprake zijn van onrechtmatig gedrag door de buurvrouw. Dat betekent dat sprake moet zijn van ernstige en structurele overlast. Daarover overweegt de kantonrechter dat in dit geval geen sprake is van ‘normale’ leefgeluiden, maar – zeer waarschijnlijk – van geluid uit een speaker. Als daarmee inderdaad structureel de geluidswaarden worden gehaald die [eiser] heeft gemeten, zal spoedig sprake zijn van onrechtmatig gedrag.
4.5.
De kantonrechter is echter van oordeel dat [eiser] Rentree onvoldoende de tijd heeft gegeven om onderzoek te doen naar de aard, de ernst en de frequentie van de overlast. Rentree heeft, zoals [eiser] terecht stelt, de verplichting om zich een eigen oordeel te vormen over de ernst van de overlast, door bijvoorbeeld geluidsmetingen te verrichten en zo de waarden die [eiser] heeft gemeten te kunnen bevestigen (of weerleggen). Daartoe moet Rentree wel de gelegenheid krijgen. [eiser] heeft, naast verschillende telefoontjes met Rentree, in januari 2024 schriftelijk aan Rentree laten weten dat hij wil dat zij iets aan de overlast doet. Daartoe heeft hij Rentree een termijn van een maand gegeven en daarna nog een termijn van twee weken. De dagvaarding is uitgebracht op 29 februari 2024. Daarmee heeft Rentree onvoldoende tijd gehad om nu te kunnen concluderen dat zij niets aan de overlast doet. Rentree heeft immers wel buurtbemiddeling voorgesteld. Daar werkt [eiser] niet aan mee, terwijl hij wel wil dat de overlast stopt. Dat kan, maar dat betekent niet dat Rentree niets doet. Rentree heeft ook aangegeven dat zij de aard en ernst van de overlast nog onderzoekt. Daarvoor moet Rentree naar het oordeel van de kantonrechter meer tijd worden gegeven.
4.6.
De kantonrechter concludeert dat niet is komen vast te staan dat de overlast die [eiser] ervaart, zodanig ernstig en structureel is dat Rentree in de tijd die zij heeft gehad, al meer hadden moeten doen om de overlast tegen te gaan. Rentree zal daarom in deze procedure nog niet worden veroordeeld om op te treden tegen de overlast, zodat zij de gelegenheid heeft om zelf geluidsmetingen te kunnen doen. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen.
4.7.
[eiser] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld. Hij moet daarom de proceskosten en de nakosten van Rentree betalen. Deze worden begroot op:
salaris gemachtigde € 80,00 (2 punten x tarief € 40,00)
nakosten
€ 20,00(½ punt x tarief € 40,00)
totaal € 100,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van Rentree, begroot op € 100,00;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2024. (SB)