11.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
poging tot doodslag;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Molenstraat 50 in Enschede, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie agressieregulatie of cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- zich ambulant laat behandelen bij Transfore of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze – direct en/of indirect – contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2] 1971, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 8.205,-- (bestaande uit € 705,-- materiële schade en € 7.500,-- immateriële schade);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 8.205,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 22 juli 2023;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het primair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 8.205,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 22 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 76 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08.222729.21
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo van
4 november 2021 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. Ellenbroek, voorzitter, mr. E. Venekatte, en
mr. V. Boelhouwers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2024.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2023337498. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 23 juli 2023, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben op 22 juli 2023 naar de Fazantstraat gereden in Enschede. Ik ben uitgestapt. Uit de auto stapten twee personen, een daarvan herkende ik als [verdachte]. Ik voelde opeens een harde klap op mijn achterhoofd. Ik ben op de grond gevallen. Ik heb het volgende letsel overgehouden aan deze mishandeling:
- Bloeduitstorting in mijn hersenen;
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] van 24 juli 2023 onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 24 juli 2023 bekeek ik de beelden afkomstig van een beveiligingscamera met kenmerk [bestandsnaam 2]. Mij is ambtshalve bekend dat de voertuigen, de zwarte en witte voertuigen bovenin beeld, toebehoren aan het slachtoffer en de verdachten in deze zaak. Het zwarte voertuig is het voertuig waarin het slachtoffer zich bevindt. De bestuurder van het witte voertuig betreft verdachte [verdachte].
Op het moment dat de beveiligingscamera 20:07:25 uur aangaf zag ik bovenin beeld dat twee voertuigen naar elkaar toereden. Dit betroffen de hierboven genoemde voertuigen. Ik zag dat beide voertuigen ruim voor elkaar stopten. Ik zag dat het slachtoffer daarna wegliep en dat verdachte 1 achter het slachtoffer aanliep.
Op het moment dat de beveiligingscamera 20:08:00 uur aangaf zag ik dat verdachte 1 het slachtoffer een klap gaf waardoor het slachtoffer op de grond viel. Ik zag dat verdachte 1, nadat het slachtoffer op de grond lag, na enkele seconden een schoppende beweging in het richting van het slachtoffer maakte. Ik zag dat verdachte door zijn trap uit balans raakte.
3.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 januari 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat de man terugliep en ik achter hem aanging. Ik heb hem een klap gegeven met mijn vuist op zijn kaak. Hij viel meteen op de grond met zijn achterhoofd op het asfalt. Ik heb de man toen een schop gegeven en ik raakte hem bij zijn hoofd.
U vraagt mij of ik weet wat dat voor gevolgen kan hebben. Ik antwoord: dat hij overlijdt. Dat wist ik van tevoren.
4.
De bijlage bij de vordering tot schadevergoeding van [slachtoffer], zijnde het behandelverslag van [slachtoffer] van het Medisch Spectrum Twente, inhoudende: