ECLI:NL:RBOVE:2024:5144

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
11099240 \ CV EXPL 24-1097
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van oneerlijke prijswijzigingsbedingen in huurcontracten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, heeft de kantonrechter op 24 september 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Energiewacht B.V. en een gedaagde die niet is verschenen. Energiewacht, een bedrijf dat huurcontracten voor cv-ketels beheert, had een prijswijzigingsbeding in haar algemene voorwaarden opgenomen. De gedaagde had verzet aangetekend tegen de prijsverhoging die Energiewacht had doorgevoerd. De kantonrechter heeft in zijn vonnis vastgesteld dat het prijswijzigingsbeding in de algemene voorwaarden van Energiewacht oneerlijk is. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 6 lid 5 van de algemene voorwaarden, waarin Energiewacht zichzelf de mogelijkheid geeft om een tariefverhoging vast te stellen die hoger is dan de index. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat dit beding niet alleen onduidelijk is, maar ook in strijd met de belangen van de consument. Hierdoor is het gehele prijswijzigingsbeding vernietigd, wat betekent dat alleen de oorspronkelijk overeengekomen prijs toewijsbaar is. De kantonrechter heeft de hoofdsom van € 28,38 toegewezen, maar de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 303,54. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 11099240 \ CV EXPL 24-1097
Vonnis van 24 september 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap
ENERGIEWACHT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
eisende partij, hierna te noemen Energiewacht,
gemachtigde: Groothuis Ligtermoet & Nijhuis,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
niet verschenen, tegen [gedaagde] is verstek verleend.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 juli 2024
- de akte uitlating van Energiewacht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij het tussenvonnis is Energiewacht in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het prijswijzigingsbeding.
2.2.
Energiewacht heeft in haar akte gesteld dat het prijswijzigingsbeding niet oneerlijk is. Zij heeft uiteengezet wanneer de prijs wijzigt en conform welke index. Verder heeft zij gesteld dat in de gevallen waarin zij van de index afwijkt, dit uitsluitend in het voordeel van de consument is. Ze heeft vervolgens gesteld dat zij niet van te voren kan inzien hoe de prijs zal wijzigen, omdat dit afhankelijk is van de index. Tot slot heeft Energiewacht gesteld dat [gedaagde] de mogelijkheid heeft om de overeenkomst op te zeggen, indien hij de prijswijziging niet zou accepteren.
2.3.
De kantonrechter blijft bij zijn oordeel dat het prijswijzigingsbeding oneerlijk is. Dit is met name door artikel 6 lid 5 van de algemene voorwaarden, waarin Energiewacht zichzelf de ruimte geeft om een tariefverhoging vast te stellen die hoger is dan de index. In het tussenvonnis heeft de kantonrechter dit reeds uitvoerig overwogen. Energiewacht heeft zich niet over dit lid in het bijzonder uitgelaten. Energiewacht heeft gesteld dat als zij afwijkt van de index, dit uitsluitend in het voordeel van de klant zou zijn. Maar dat volgt niet uit het hiervoor genoemde lid.
2.4.
Omdat de kantonrechter alvorens het prijswijzigingsbeding te toetsen, het prijswijzigingsbeding niet heeft gesplitst in een eerlijk en oneerlijk deel en hem niet is toegestaan dit alsnog te doen, zal het gehele prijswijzigingsbeding worden vernietigd. Dit betekent dat slechts de overeengekomen prijs toewijsbaar is
2.5.
De hoofdsom van € 28,38 zal worden toegewezen.
2.6.
De gevorderde wettelijke rente is berekend over een te hoge hoofdsom en zal daarom worden afgewezen. Omdat het niet aan de kantonrechter is om een renteberekening te maken en Energiewacht geen renteberekening heeft overgelegd, zal de rente pas vanaf de dag van de dagvaarding worden toegewezen.
2.7.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten komen evenmin voor toewijzing in aanmerking. In lid 4 en 5 van artikel 7 van de algemene voorwaarden staat het volgende vermeld:
“4. Betaalt u niet op tijd? Dan zal Servicepartner herinneringen/aanmaningen versturen. Op de tweede herinnering/aanmaning worden administratiekosten in rekening gebracht
5. Kosten die door Servicepartner worden gemaakt om voor u nog openstaande facturen te incasseren zijn altijd voor uw rekening. Betaalt u ook na de aanmaningen niet en raakt u in verzuim? Dan heeft Servicepartner recht op de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag. Ook worden dan extra kosten in rekening gebracht volgens de Wet Incasso Kosten (WIK).”
2.8.
Op grond van dit artikel mag Energiewacht een hogere vergoeding in rekening brengen bij niet betaling van de factuur, dan wettelijk is toegestaan. Zij heeft namelijk bedongen dat zij naast de wettelijke buitengerechtelijke incassokosten, administratiekosten in rekening mag brengen waarvan geheel onduidelijk is hoe hoog deze kosten zullen zijn of op welke wijze deze worden berekend. Daarnaast staat in de eerste zin van lid 5 dat de door Energiewacht gemaakte incassokosten altijd voor rekening van de consument komen. Dat is ook een afwijking van de wet, omdat de wet verschuldigdheid van deze kosten beperkt tot de op een juiste wijze aangezegde incassokosten. Dit beding is daarom een afwijking van de wet die in het nadeel is van de consument. De kantonrechter is van oordeel dat dit beding daarom oneerlijk is en zal dit beding vernietigen.
2.9.
Uit vaste jurisprudentie [1] volgt dat de inhoud van het beding kan niet worden herzien. Evenmin kan door afstand van de rechten die uit het beding zouden voortvloeien c.q. aanpassing van de vordering aan het aanvullend recht dat zonder de bedingen van toepassing zou zijn geweest, worden bewerkstelligd dat de vordering ten dele toewijsbaar is.
2.10.
Dit zou anders kunnen zijn als de nietigheid van het beding de kantonrechter verplicht om de overeenkomst in haar geheel te vernietigen [2] , maar dat doet zich hier niet voor. Energiewacht heeft dus geen recht op de incassokosten.
Proceskosten.
2.11.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De informatiekosten worden (gedeeltelijk) afgewezen, nu de vordering op dit punt niet in overeenstemming is met de landelijk gehanteerde kosten op basis van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders, hetzij van het Reglement Digitaal Beslagregister voor Gerechtsdeurwaarders. De kosten aan de zijde van Energiewacht worden begroot op:
- dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 40,00 (1 punt x tarief € 40,00)
- nakosten
€ 20,00
Totaal € 303,54.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] tegen bewijs van kwijting aan Energiewacht te betalen een bedrag van € 28,38, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2024 tot de dag van algehele voldoening,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 303,54 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2024. (SK)

Voetnoten

1.bijvoorbeeld HvJEU 26 januari 2017, C421/14, ECLI:EU: C:2017:60 (Banco Primus); HvJEU 27 januari 2021, C-229/19, ECLI:EU:C:2021:68 (Dexia)
2.HvJEU 21 januari 2015, C-482/13, C-484/13, C-485/13, C-487/13, ECLI:EU:C:2015:21 (Unicaja Banco)