ECLI:NL:RBOVE:2024:5154
Rechtbank Overijssel
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Consumentenkrediet en ambtshalve toetsing bij Stadsbank Oost Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen het openbaar lichaam Stadsbank Oost Nederland en een gedaagde partij die niet is verschenen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 30 april 2024, waarin de kantonrechter Stadsbank de gelegenheid gaf om zich uit te laten over de vraag of er sprake was van consumentenkrediet en of zij voldeed aan de wettelijke informatieplichten. Stadsbank heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een ESIC-formulier, waaruit bleek dat zij aan de kredietwaardigheidstoets had voldaan. Echter, de kantonrechter oordeelde dat Stadsbank niet had voldaan aan de informatieplicht van artikel 7:61 BW, omdat niet alle wettelijk verplichte informatie in de kredietovereenkomst was opgenomen. De kantonrechter besloot de sanctionering achterwege te laten, omdat de kredietovereenkomst nog doorliep en de gedaagde nog steeds maandelijkse termijnen moest voldoen. De vordering van Stadsbank werd afgewezen, omdat de vervroegde opeising niet had plaatsgevonden. Stadsbank werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot.