ECLI:NL:RBOVE:2024:5156

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
10975598 \ CV EXPL 24-882
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot vervroegde opeising in een huurkoopovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Energiewacht B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Energiewacht, vertegenwoordigd door de gemachtigde Groothuis Ligtermoet & Nijhuis, vorderde een vervroegde opeising van termijnen op basis van een huurkoopovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat artikel 9 van de algemene voorwaarden van Energiewacht in overeenstemming is met artikel 7A:1576c BW, dat de voorwaarden voor vervroegde opeising regelt. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Energiewacht terecht was, omdat de achterstand op het moment van de vervroegde opeising hoger was dan het wettelijk vereiste minimum. De kantonrechter heeft ook de hoogte van de afkoopsom beoordeeld en de bijkomende kosten, waaronder de proceskosten, toegewezen aan Energiewacht. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.F. van Aalst.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 10975598 \ CV EXPL 24-882
Vonnis van 1 oktober 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap
ENERGIEWACHT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
eisende partij, hierna te noemen Energiewacht,
gemachtigde: Groothuis Ligtermoet & Nijhuis,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen, tegen [gedaagde] is verstek verleend.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 juli 2024
- de akte van Energiewacht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis Energiewacht in de gelegenheid gesteld om zich nader uit te laten over artikel 7A:1576 lid 2 BW, de vervroegde opeising, in het bijzonder over de vraag of Energiewacht conform artikel 9 van de algemene voorwaarden de termijnen vervroegd heeft opgeëist en de hoogte van de afkoopsom.
2.2.
Energiewacht heeft in een akte hierop gereageerd, zoals hierna vermeld.
Artikel 7A:1576 lid 2 BW.
2.3.
Energiewacht heeft gesteld dat het arrest van de Hoge Raad [1] waarnaar in het tussenvonnis wordt verwezen dateert van 12 februari 2016, terwijl de tussen partijen gesloten overeenkomst dateert van 17 januari 2014. Daarom kon Energiewacht bij de contractsluiting nog geen rekening houden met de door de Hoge Raad gestelde eisen, zoals het opnemen van de toestelprijs in de overeenkomst. Energieacht heeft wel gecontracteerd conform het hiervoor genoemde artikel, omdat de prijs wel was bepaald. De maandtermijnen waren namelijk mede hierop gebaseerd. [gedaagde] was overigens wel op de hoogte van de toestelprijs, omdat de tarieven op de achterkant van de overeenkomst stonden vermeld.
2.4.
De kantonrechter volgt Energiewacht in haar betoog en is van oordeel dat de kredietovereenkomst rechtsgeldig is.
De vervroegde opeising.
2.5.
Energiewacht heeft – kortgezegd - gesteld dat ze conform dit artikel vervroegd heeft opgeëist. Volgens haar was de achterstand voldoende hoog en heeft ze hiervoor diverse malen een ingebrekestelling verstuurd, die zij heeft overgelegd.
2.6.
De kantonrechter is van oordeel dat Energiewacht mocht overgaan tot vervroegde opeising van de termijnen. De afkoopdatum was 31 maart 2023. Volgens Energiewacht zag de achterstand op dat moment op een bedrag van € 335,25.
2.7.
Volgens artikel 9 van de algemene voorwaarden, die in overeenstemming is met artikel 7A:1576c BW, mag pas worden overgegaan tot vervroegde opeising bij een achterstand van a) ten aanzien van één termijn ten minste één tiende of b) ten aanzien van meerdere termijnen gezamenlijk ten minste één twintigste deel van de hele koopprijs.
2.8.
Met de gehele koopprijs wordt bedoeld alle betalingen waartoe koper bij regelmatige nakoming van de koopprijs gehouden is. In dit geval is de gehele koopsom
€ 6.129,00 (€ 34,05 x 12 maanden x 15 jaar). Omdat de achterstand ziet op meerdere termijnen, moet de achterstand tezamen één twintigste zijn van de gehele koopsom en dat ziet op € 306,45. De achterstand was op het moment van de vervroegde opeising hoger dan dit bedrag. De kantonrechter is dus van oordeel dat Energiewacht de koopsom rechtmatig vervroegd heeft opgeëist.
2.9.
Energiewacht heeft de ingebrekestellingen voorafgaand aan de vervroegde opeising overgelegd.
De hoogte van de afkoopsom.
2.10.
Energiewacht heeft nader uiteengezet hoe zij tot de hoogte van de afkoopsom is gekomen. Verder heeft zij haar vordering verminderd met € 75,00 aan administratiekosten. De kantonrechter is van oordeel dat zij dit deel van de vordering voldoende nader heeft onderbouwd.
De bijkomende kosten.
2.11.
De gewijzigde gevorderde rente van € 20,45, berekend tot 20 februari 2024 en de verdere rente vanaf 20 februari 2024 tot de dag van betaling zullen worden toegewezen.
2.12.
De buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. De overeenkomst is te kenmerken als een kredietovereenkomst. Op het moment van contractsluiting was de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) van toepassing. In afdeling 3 van hoofdstuk IV WCK is dwingend voorgeschreven dat geen andere of hogere kosten in rekening mogen worden gebracht dan die zijn toegestaan op grond van de bepalingen van die afdeling.
2.13.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij ook in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Energiewacht worden begroot op:
- dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 328,00
- salaris gemachtigde € 135,00 (1 punt x tarief € 135,00)
- nakosten €
67,50
Totaal € 644,40.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Energiewacht te betalen het bedrag van
€ 535,11, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over
€ 514,66 vanaf 20 februari 2024 tot de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 644,40, te betalen binnen veertien dagen na dit vonnis, te vermeerderen met de kosten van betekening, indien [gedaagde] niet binnen genoemde termijn betaalt en vervolgens betekening van het vonnis plaatsvindt;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2024. (SK)