Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
2.
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
3.
ASR N.V.,
4.
LIBERTY MUTUAL INSURANCE EUROPE S.E.,
5.
RSA LUXEMBOURG S.A.,
hierna samen te noemen: Verzekeraars,
HOCKEY CLUB ROTTERDAM,
1.De zaak in het kort
- de conclusie van antwoord met 4 producties;
- de mondelinge behandeling van 11 september 2024, ter gelegenheid waarvan partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd en door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
3.De feiten
4.Garantie
4.Het geschil
5.De beoordeling
.
Alle verliezen van en materiële schaden aan de verzekerde goederen (…) door: 1. (…) of storm, (…).” Poly-Ned en HCR zijn dus, zoals Poly-Ned terecht naar voren brengt, een verdeling van risico’s overeengekomen, waarbij HCR het (door middel van een verzekering afgedekte) risico draagt van schade ten gevolge van storm die onder natuurgeweld valt. Indien de storm Eunice aan te merken is als natuurgeweld leidt het begeven van de luchthal tijdens die storm er dus niet toe dat de luchthal niet aan de koopovereenkomst tussen HCR en Poly-Ned beantwoordt.
ditniet in de weg aan eventuele gehoudenheid van Poly-Ned om een deel van de thans door Verzekeraars gestelde stormschade te vergoeden. Tussen partijen staat immers vast dat de halhuid tijdens de storm opengescheurd is, terwijl één van de garanties van artikel 4.2. van het Service & Onderhoudscontract betrekking heeft op de halhuid. Poly-Ned heeft overigens zelf in haar conclusie van antwoord opgenomen dat het doel van het Service-en Onderhoudscontract is het uitvoeren van preventief onderhoud om de levensduur van de
luchthalte verlengen. Zoals hiervoor overwogen, slaagt echter het beroep van Poly-Ned op de uitsluiting van aansprakelijkheid zoals opgenomen in artikel 4.1 van het Service & Onderhoudscontract.