ECLI:NL:RBOVE:2024:5516

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
C/08/308544 / HA ZA 24-21
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van Poly-Nederland Handelmaatschappij B.V. voor schade door storm Eunice aan luchthal verkocht aan Hockey Club Rotterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzekeraars en Poly-Nederland Handelmaatschappij B.V. over de aansprakelijkheid voor schade aan een luchthal die door storm Eunice op 18 februari 2022 is verwoest. Poly-Ned had in 2020 een luchthal verkocht aan Hockey Club Rotterdam (HCR), die door de storm vrijwel geheel teniet is gegaan. De verzekeraars, die de schade aan HCR hebben vergoed, vorderden op basis van non-conformiteit en garanties die Poly-Ned had verstrekt, schadevergoeding van Poly-Ned. Poly-Ned betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de schade het gevolg was van natuurgeweld, waarvoor geen garantie gold.

De rechtbank oordeelde dat Poly-Ned niet tekortgeschoten was in haar verplichtingen uit de koopovereenkomst en het Service & Onderhoudscontract. De rechtbank concludeerde dat de storm Eunice als natuurgeweld moet worden gekwalificeerd, waardoor de uitsluiting van garanties van toepassing was. De rechtbank wees alle vorderingen van de verzekeraars af en veroordeelde hen in de proceskosten van Poly-Ned, die op € 12.919,00 werden begroot. Dit vonnis bevestigt de noodzaak voor duidelijke afspraken over aansprakelijkheid en garanties in contracten, vooral in situaties met onvoorspelbare natuurrampen.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/308544 / HA ZA 24-21
Vonnis van 23 oktober 2024
in de zaak van

1.NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,

te Den Haag,
2.
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
te Apeldoorn,
3.
ASR N.V.,
te Utrecht,
4.
LIBERTY MUTUAL INSURANCE EUROPE S.E.,
te Luxemburg,
5.
RSA LUXEMBOURG S.A.,
te Luxemburg,
hierna samen te noemen: Verzekeraars,
6.
HOCKEY CLUB ROTTERDAM,
te Rotterdam,
hierna te noemen: HCR,
eisende partijen,
procesadvocaat: mr. V.R. Pool,
tegen
POLY-NEDERLAND HANDELSMAATSCHAPPIJ B.V.,
te Oldebroek,
hierna te noemen: Poly-Ned,
gedaagde partij,
advocaten: mrs. W.A.M. Rupert en L. Boor.

1.De zaak in het kort

1.1.
In 2020 heeft Poly-Ned aan HCR een luchthal verkocht en geleverd die op 18 februari 2022 door storm Eunice vrijwel geheel teniet is gegaan. Verzekeraars hebben de schade aan HCR vergoed. Met een beroep op non-conformiteit en de door Poly-Ned aan HCR verstrekte garanties willen Verzekeraars de uitgekeerde schade op Poly-Ned verhalen. Poly-Ned is het daar niet mee eens en meent dat sprake was van natuurgeweld waartegen de hal niet bestand behoefde te zijn en waarop de uitsluiting van de garanties van toepassing is. De rechtbank is van oordeel dat Poly-Ned gelijk heeft en wijst alle vorderingen van Verzekeraars af.
2. De procedure
2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 28 november 2023;
- de akte houdende overlegging producties (V1 t/m V9) van Verzekeraars;
- de conclusie van antwoord met 4 producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het B16-formulier met productie 4b van Poly-Ned;
- de akte wijziging eis tevens akte in het geding brengen van producties (V10 en V11) van Verzekeraars;
- de akte overlegging productie (5) van Poly-Ned;
- de mondelinge behandeling van 11 september 2024, ter gelegenheid waarvan partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd en door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Poly-Ned is ontwerper en producent van luchthallen en overkappingen.
3.2.
In 2020 heeft Poly-Ned aan HCR verkocht, die van Poly-Ned heeft gekocht, een luchthal tegen een koopprijs van € 385.129,00 exclusief btw (€ 466.006,09 inclusief btw). De luchthal met een oppervlakte van circa 6.000 m2 (60 x 100 meter) is bedoeld om in de wintermaanden, bij slechtere weersomstandigheden, zaalhockey te kunnen spelen. In oktober wordt de hal opgebouwd en rond mei van het jaar daarop weer afgebroken. In de opdrachtbevestiging/koopovereenkomst staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
HAL
* Lichtgewicht PVC gecoat weefsel. (…).
* Isolatiefolie. (…).
* Beschermfolie. (…).
* Staalkabelnet. Dit garandeert een lange levensduur met blijvende stabiliteit. Ook bij storm.
* Incl. stalen verrolbare stalen transportpallet.
(…).

4.Garantie

Na oplevering verlenen wij de volgende garanties:
* 12 maanden op alle PVC weefsel onderdelen, alle onderdelen van staal en aluminium en op de ventilatorunit en elektrische onderdelen.
Wanneer u gebruik maakt van ons Service & Onderhoud contract dan heeft u recht op verlengde garanties.
(…)
3.3.
Op 12 oktober 2020 heeft Poly-Ned met HCR een (Premium) Service & Onderhoudscontract gesloten. HCR heeft met dit contract gebruik gemaakt van de door Poly-Ned geboden mogelijkheid om de garantie in de koopovereenkomst te verlengen c.q. uit te breiden. In dit contract staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
4. Voorwaarden
4.1
Schade en verlies door natuurgeweld, vandalisme, vuurwerk en terreur is uitgesloten van het service & onderhoudscontract. Hiertoe kan Opdrachtgever een verzekering afsluiten.
4.2
Het service & onderhoudscontract geeft Opdrachtgever recht op uitgebreide garanties. Deze zijn:
* 24 maanden 100% garantie op halhuid (exclusief beschermfolie), daarna een aflopende fabrieksgarantie gedurende 10 jaar conform bijgevoegde tabel:
Jaar 1
100%
Jaar 2
100%
Jaar 3
60%
Jaar 4
40%
Jaar 5
20%
Jaar 6
15%
Jaar 7
15%
Jaar 8
10%
Jaar 9
10%
Jaar 10
5%
* 36 maanden garantie op correcte werking van deuren en sluizen;
* 24 maanden garantie op ventilatiesysteem, verwarmingssysteem en elektrische onderdelen;
* 60 maanden garantie op RVS staalkabelnet op breuk en oxidatie.
Garantietermijnen gaan in op moment van oplevering.
(…).
4.7
Garantie betreft onderdelen, arbeidsloon en voorrijdkosten. De fabrieksgarantie op de halhuid betreft alleen het materiaal.”
3.4.
Op zowel de koopovereenkomst als het Service & Onderhoudscontract zijn de algemene voorwaarden van Poly-Ned van toepassing verklaard.
3.5.
HCR heeft via haar verzekeringsmakelaar ( [bedrijf] B.V. te [vestigingsplaats] ) ter dekking van, onder andere, schade door storm aan de luchthal een transport/verblijfsverzekering bij Verzekeraars afgesloten met polisnummer: [nummer] . Verzekeraars dragen gezamenlijk het verzekerde risico met de volgende onderlinge verdeling: Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. 35%, Achmea Schadeverzekeringen N.V. 25%, ASR N.V. 20%, Liberty Mutual Insurance Europe S.E. 15%, RSA Luxembourg S.A. 5%.
3.6.
Naar aanleiding van mededelingen van het KNMI heeft Poly-Ned bij e-mail van 17 februari 2022 een Windprotocol aan haar klanten, waaronder HCR, toegezonden met het verzoek om dit door te lezen en eventueel actie te ondernemen.
3.7.
Op 18 februari 2022 is storm Eunice over Nederland getrokken. De luchthal van HCR is toen ernstig beschadigd geraakt.
3.8.
Op 19 februari 2022 heeft DEKRA Experts op verzoek van de verzekeringsmakelaar van HCR de schadelocatie bezocht. In haar rapport van 29 augustus 2022 heeft DEKRA Experts op basis van de reparatiekosten de schade begroot op een totaalbedrag van € 768.100,61 inclusief btw. Herstel van de halhuid en de kunststof sportvloer was niet meer mogelijk.
3.9.
Verzekeraars hebben ieder voor hun aandeel de schade aan HCR vergoed (onder aftrek van het eigen risico van € 2.500,00) waardoor zij ieder voor hun aandeel krachtens subrogatie in de rechten van HCR zijn getreden.
3.10.
Bij e-mail van 9 maart 2022 heeft de verzekeringsmakelaar van HCR Poly-Ned aansprakelijk gesteld voor de schade aan de luchthal.
3.11.
Medio 2022 heeft Poly-Ned het Weerprotocol 2022 opgesteld. In dit protocol is onder meer opgenomen dat de luchthal van Poly-Ned bestand is tegen storm en welke maatregelen getroffen moeten worden bij (zeer) zware storm en orkaan.
3.12.
Bij brief van 8 september 2023 heeft Poly-Ned iedere aansprakelijkheid afgewezen.

4.Het geschil

4.1.
Verzekeraars vorderen – na eiswijziging – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
(1) voor recht zal verklaren dat Poly-Ned aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het incident en jegens Verzekeraars gehouden is om de schade te vergoeden;
(2) Poly-Ned zal veroordelen tot betaling aan Verzekeraars van een bedrag van
€ 765.600,70, als volgt verdeeld:
Nationale Nederlanden 35% = € 267.960,21
Achmea 25% = € 191.400,15
ASR 20% = € 153.120,22
Liberty 15% = € 114.840,09
RSA Luxembourg 5% = € 38.280,03
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2022, althans vanaf de dag van de aansprakelijkstelling, althans vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
(3) Poly-Ned zal veroordelen tot voldoening van het bedrag van de buitengerechtelijke kosten ad € 5.615,50, als volgt verdeeld:
Nationale Nederlanden 35% = € 1.965,43
Achmea 25% = € 1.403,88
ASR 20% = € 1.123,10
Liberty 15% = € 842,33
RSA Luxembourg 5% = € 280,78
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van betaling;
(4) Poly-Ned zal veroordelen tot betaling aan Verzekeraars van een bedrag van € 3.811,50 aan expertisekosten, als volgt verdeeld:
Nationale Nederlanden 35% = € 1.334,03
Achmea 25% = € 952,88
ASR 20% = € 762,30
Liberty 15% = € 571,73
RSA Luxembourg 5% = € 190,58
te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
(5) Poly-Ned zal veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
Aan hun vorderingen leggen Verzekeraars, samengevat, ten grondslag dat Poly-Ned tegenover HCR toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst door een luchthal te leveren die niet aan de overeenkomst beantwoordde (art. 7:17 BW) omdat zij niet bestand was tegen storm. Dat laatste heeft Poly-Ned wel gegarandeerd. In de koopovereenkomst staat dat het staalkabelnet een lange levensduur met blijvende stabiliteit garandeert, ook bij storm. Verzekeraars menen bevestiging van het voorgaande te kunnen vinden in het geven van instructies door Poly-Ned aan HCR voorafgaand aan de storm Eunice, in het door Poly-Ned in 2022 opgestelde en aan (onder meer) HCR toegestuurde weerprotocol [1] en in de omstandigheid dat andere, door Poly-Ned geleverde luchthallen geen schade opgelopen hebben tijdens de storm Eunice. Daarnaast stellen Verzekeraars dat Poly-Ned niet haar garantieverplichtingen opgenomen in artikel 4 van de koopovereenkomst in samenhang met artikel 4.2 van het Service & Onderhoudscontract nakomt door de schade aan de luchthal niet te vergoeden.
4.3.
Poly-Ned voert als primair verweer dat Verzekeraars vanwege de Bedrijfsregeling Brandregres 2014 geen vorderingsrecht hebben. Daarnaast stelt Poly-Ned dat Verzekeraars geen belang hebben bij de verklaring voor recht, omdat zij ook betaling vorderen van een concreet schadebedrag. Voorts betoogt Poly-Ned dat zij niet is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en het Service & Onderhoudscontract. Geen sprake is van non-conformiteit. Dat valt niet af te leiden uit het feit dat de luchthal bezweken is tijdens de storm Eunice. De hal was wel degelijk geschikt voor normaal gebruik. Daarnaast voert Poly-Ned aan dat uit de vermelding “Ook bij storm” onder “HAL” in de koopovereenkomst niet af te leiden valt dat zij een garantie gegeven heeft dat de luchthal tegen (elke) storm bestand was. Poly-Ned wijst erop dat zij in het Service & Onderhoudscontract alleen garantie geeft voor onderdelen van de luchthal en dat in artikel 4.1 van dat contract schade en verlies door natuurgeweld, vandalisme, vuurwerk en terreur daarvan is uitgesloten. Als sprake is van een tekortkoming, dan stelt Poly-Ned dat de tekortkoming wegens overmacht niet aan haar kan worden toegerekend. Meer subsidiair stelt Poly-Ned dat sprake is van eigen schuld van HCR (artikel 6:101 BW) dan wel dat de aansprakelijkheid beperkt moet worden tot de verzekerde schade op grond van haar algemene voorwaarden. Tot slot betwist Poly-Ned de omvang van de schade en doet zij uiterst subsidiair een beroep op matiging tot de verzekerde schade (artikel 6:109 BW).
Poly-Ned concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Verzekeraars, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Verzekeraars, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Verzekeraars in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen en verweren van partijen zal de rechtbank hierna ingaan, voor zover dat nodig is voor de beoordeling van het geschil.

5.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
5.1.
Twee eiseressen zijn niet in Nederland gevestigde rechtspersonen. De rechtbank stelt vast dat zij op grond van artikel 4 van de Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) bevoegd is om van het geschil tussen die eiseressen en Poly-Ned kennis te nemen. Volgens artikel 15 van Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) bepaalt het recht dat op de verplichting van Verzekeraars om HCR te voldoen van toepassing is, of en in welke mate Verzekeraars jegens Poly-Ned de rechten kunnen uitoefenen die HCR jegens Poly-Ned had overeenkomstig het recht dat hun betrekkingen beheerst. De rechtbank leidt uit productie 11 van Verzekeraars, in het bijzonder uit de daarin opgenomen verwijzing naar de Nederlandse Beurs-goederenpolis 2006”, af dat de verzekeringsovereenkomst tussen Verzekeraars en HCR beheerst wordt door het Nederlands recht, zodat ook dat recht van toepassing is op het geschil tussen Verzekeraars en Poly-Ned
.
Ten aanzien van de vordering van HCR
5.2.
De rechtbank stelt vast dat HCR haar vordering tot betaling van het bedrag van € 2.500,00 (eigen risico) bij akte wijziging eis (tevens akte in het geding brengen van producties) heeft ingetrokken. De rechtbank zal op dit onderdeel van het petitum dus niet meer beslissen.
Bedrijfsregeling Brandregres 2014 (BBr 2014)
5.3.
Als meest verstrekkend verweer voert Poly-Ned dat Verzekeraars vanwege het BBr 2014 geen vorderingsrecht toekomen en daarom geen regres op haar kunnen nemen. Poly-Ned stelt dat deze regeling op de regresvordering van Verzekeraars van toepassing is. Volgens Poly-Ned hebben Verzekeraars niet gesteld dat de aansprakelijkheid van Poly-Ned verband houdt met onzorgvuldig handelen of nalaten, zoals in artikel 2.2 van de BBr 2014 als voorwaarde is gesteld. Alle vorderingen van Verzekeraars liggen reeds daarom voor directe afwijzing gereed, aldus Poly-Ned. Verzekeraars betwisten dat de BBr 2014 in dit geval van toepassing is.
5.4.
De rechtbank is van oordeel dat Verzekeraars terecht hebben aangevoerd dat de transport/verblijfsverzekering die HCR met Verzekeraars heeft afgesloten geen verzekering betreft die in de branche 'brand' is gesloten. Uit de toelichting op artikel 7 van de BBr 2014 volgt dat de definitie van brandverzekeraar benadrukt dat de verzekeraar moet handelen in de kwaliteit van brandverzekeraar en dat de verzekering daadwerkelijk een brandverzekering moet betreffen. Deze bedrijfsregeling ziet dus niet op verzekeraars die handelen in een hoedanigheid welke traditioneel tot een andere branche gerekend wordt. De regeling ziet evenmin op verzekeringen waar het brandrisico onderdeel van de dekking kan zijn, zoals in dit geval (zie productie V-11 van Verzekeraars), maar die traditioneel niet tot de brandverzekering gerekend worden. Gelet hierop, valt de hiervoor bedoelde transport / verblijfsverzekering niet onder de werking van de BBr 2014, omdat het geen brandverzekering als bedoeld in artikel 7.1 van de BBr 2014 is. Het verweer van Poly-Ned faalt dus.
Tekortkoming van Poly-Ned?
5.5.
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is de vraag of de luchthal door niet bestand te zijn tegen de storm Eunice niet aan de overeenkomst beantwoordde. De rechtbank beantwoordt die vraag negatief. Uit de vermelding in de koopovereenkomst dat een staalkabelnet deel was van de hal, waardoor een lange levensduur met blijvende stabiliteit van de hal, ook bij storm, gegarandeerd was valt niet af te leiden dat HCR mocht verwachten dat de hal tegen elke storm bestand was. Naar het oordeel van de rechtbank dient deze vermelding beschouwd te worden in samenhang met de in artikel 4.1 van het Service & Onderhoudscontract opgenomen uitsluiting bij natuurgeweld. Met het uitsluiten van aansprakelijkheid voor schade en verlies ten gevolge van een storm die als natuurgeweld aan te merken is valt niet te rijmen gehoudenheid om schade te vergoeden als de geleverde luchthal niet aan de overeenkomst beantwoordt doordat deze niet bestand was tegen dezelfde storm. In dit verband is ook van belang dat artikel 4.1. van het Service & Onderhoudscontract vermeldt dat HCR een verzekering kan afsluiten voor het uitgesloten risico en dat HCR ter dekking van dit risico een transport/verblijfsverzekering bij Verzekeraars afgesloten heeft. Uit de polis blijkt dat als één van de bijzondere voorwaarden de “BLT 508 Clausule van buiten komende onheilen” geldt: “
Alle verliezen van en materiële schaden aan de verzekerde goederen (…) door: 1. (…) of storm, (…).” Poly-Ned en HCR zijn dus, zoals Poly-Ned terecht naar voren brengt, een verdeling van risico’s overeengekomen, waarbij HCR het (door middel van een verzekering afgedekte) risico draagt van schade ten gevolge van storm die onder natuurgeweld valt. Indien de storm Eunice aan te merken is als natuurgeweld leidt het begeven van de luchthal tijdens die storm er dus niet toe dat de luchthal niet aan de koopovereenkomst tussen HCR en Poly-Ned beantwoordt.
5.6.
De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is de vraag of de storm Eunice aan te merken is als natuurgeweld. Die vraag beantwoordt de rechtbank positief. Op 18 februari 2022 raasde storm Eunice (en enkele dagen daarvoor de storm Dudley) over Nederland. Poly-Ned heeft onbetwist gesteld dat voorafgaand aan het incident sprake was van een zeer zware storm, die tot de top drie van de zwaarste stormen van de afgelopen vijftig jaar in Nederland behoort, en dat deze storm Eunice heeft geleid tot 'rode' weeralarmen voor het hele land en zelfs het stilleggen van het gehele treinverkeer in Nederland, € 500 miljoen aan schade en vijf dodelijke slachtoffers heeft geëist. Daarbij heeft Poly-Ned – eveneens onbetwist – gesteld dat er meerdere luchthallen door storm Eunice beschadigd zijn geraakt. Uit het rapport van DEKRA Experts en bijlagen B van de brief van Poly-Ned van 8 september 2023 volgt ook dat, naast de zeer zware windstoten, met name de duur en grootte van het stormveld van Eunice uitzonderlijk was. In het licht van deze (weers-)omstandigheden kan niet gezegd worden dat sprake was van een (zware) storm waarvoor de (uitgebreide) garanties onverminderd gelden maar moet storm Eunice als natuurgeweld worden gekwalificeerd waarop de uitsluiting van de garanties in het Service & Onderhoudscontract van toepassing is.
5.7.
De rechtbank verbindt aan het voorgaande in de eerste plaats de conclusie dat niet vast is komen te staan dat de door Poly-Ned aan HCR geleverde luchthal niet aan de door hen gesloten koopovereenkomst beantwoordde. De door Verzekeraars genoemde feiten en omstandigheden waarin zij bevestiging menen te vinden van hun stelling dat door het te begeven tijdens de storm Eunice de luchthal non-conform is, maken dit niet anders. Het door Poly-Ned niet betwiste geven van aanwijzingen in geval een storm nadert, al dan niet onder de toevoeging dat de luchthal bestand is tegen storm, is immers niet strijdig met wat de rechtbank hiervoor overweegt over een storm die onder natuurgeweld valt ter onderscheiding van een storm die daar niet onder valt. Met haar aanwijzingen onderschrijft Poly-Ned dan ook niet dat de door haar geleverde luchthal bestand moest zijn tegen een storm die als natuurgeweld aangemerkt kan worden en ook niet dat zij een garantie gegeven heeft ter zake van schade die ontstaan is ten gevolge van een dergelijke storm. Dat de andere luchthallen die Poly-Ned heeft geleverd zijn blijven staan tijdens Eunice betekent nog niet dat het bestand zijn tegen die storm een eigenschap is van de desbetreffende luchthallen die de kopers daarvan op grond van de door hen met Poly-Ned gesloten overeenkomsten mochten verwachten, nog daargelaten dat dit niet met zich meebrengt dat HCR die eigenschap mocht verwachten van de door haar gekochte hal. Poly-Ned betwist overigens dat die andere luchthallen beschadigd zijn tijdens de storm Eunice.
5.8.
Evenmin is vast komen te staan dat Poly-Ned een voor haar op grond van de tussen HCR en Poly-Ned gesloten koopovereenkomst en Service & Onderhoudscontract geldende garantieverplichting niet nagekomen is, omdat de luchthal niet aan de overeenkomst beantwoordde en Poly-Ned schade aan onderdelen van de luchthal niet vergoedt. Daarbij overweegt de rechtbank nog wel het volgende. Poly-Ned betoogt dat de garantiebepalingen uit het Service & Onderhoudscontract zien op afzonderlijke materialen/onderdelen en niet op de luchthal als geheel. Zij stelt, zo begrijpt de rechtbank, dat onderhoud aan de verschillende onderdelen van de hal samenhangt met de uitbreiding van de garanties voor die onderdelen. Om die reden al is zij niet gehouden op grond van het onderhoudscontract de stormschade aan de hal te vergoeden op grond van artikel 4.2 en/of 4.7 van het onderhoudscontract, aldus Poly-Ned. Naar het oordeel van de rechtbank staat
ditniet in de weg aan eventuele gehoudenheid van Poly-Ned om een deel van de thans door Verzekeraars gestelde stormschade te vergoeden. Tussen partijen staat immers vast dat de halhuid tijdens de storm opengescheurd is, terwijl één van de garanties van artikel 4.2. van het Service & Onderhoudscontract betrekking heeft op de halhuid. Poly-Ned heeft overigens zelf in haar conclusie van antwoord opgenomen dat het doel van het Service-en Onderhoudscontract is het uitvoeren van preventief onderhoud om de levensduur van de
luchthalte verlengen. Zoals hiervoor overwogen, slaagt echter het beroep van Poly-Ned op de uitsluiting van aansprakelijkheid zoals opgenomen in artikel 4.1 van het Service & Onderhoudscontract.
Conclusie
5.9.
De rechtbank komt tot de slotsom dat Poly-Ned niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit zowel de koopovereenkomst als het Service & Onderhoudscontract. De vorderingen van Verzekeraars moeten reeds daarom alle worden afgewezen. De overige verweren van Poly-Ned (geen toerekenbaarheid wegens overmacht, eigen schuld/beperking aansprakelijkheid tot het verzekerde bedrag, schadeomvang en matiging) behoeven geen bespreking meer.
Proceskosten
5.11.
Verzekeraars zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Poly-Ned worden begroot op:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
7.004,00
(2 punten × € 3.502,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
12.919,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van Verzekeraars af;
6.2.
veroordeelt Verzekeraars in de proceskosten van € 12.919,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Verzekeraars niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
6.3.
verklaart de beslissing onder 6.2 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024. (PS)

Voetnoten

1.Productie 4 bij akte d.d. 17 januari 2024 van Verzekeraars