Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties van 16 augustus 2024,
- het e-mailbericht van 2 september 2024 met bijlage van mr. [naam 1] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiseres, een verhuurbedrijf, betaling van € 1.407,88 van gedaagde, die twee busjes heeft gehuurd. Eiseres stelt dat gedaagde tekort is geschoten in de betaling van de huurprijs en dat één van de busjes in slechte staat is teruggegeven. Gedaagde voert verweer en stelt dat zij onder bewind is gesteld, waardoor eiseres niet-ontvankelijk zou moeten zijn in haar vordering. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat gedaagde inderdaad onder bewind staat, en dat eiseres bekend had moeten zijn met dit bewind, aangezien het in het Centraal Curatele en Bewindsregister (CCBR) is gepubliceerd. De kantonrechter oordeelt dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat de bewindvoerder de formele procespartij is en eiseres niet de juiste partij heeft gedagvaard. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 306,00, en moet wettelijke rente betalen over deze kosten indien deze niet tijdig worden voldaan.