Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De huurachterstand
135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert de verhuurder, MEB VASTGOED B.V., ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de huurster wegens een huurachterstand van € 5.724,40. De huurster heeft de huurachterstand erkend en verklaard dat deze is ontstaan door persoonlijke omstandigheden, waaronder een scheiding en loonbeslag. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 oktober 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De verhuurder heeft aangegeven dat zij niet de intentie heeft om de huurster uit de woning te zetten, mits de huur tijdig wordt betaald en er concrete afspraken worden gemaakt over de achterstand.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand van voldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen, maar heeft ook rekening gehouden met de belangen van de minderjarige zoon van de huurster. De rechter heeft besloten om de ontbinding en ontruiming toe te wijzen, maar met een ontruimingstermijn van drie maanden, zodat de huurster de kans krijgt om haar situatie te verbeteren. De huurster is verplicht om de achterstallige huur van € 5.130,75 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten van € 1.475,59. Het vonnis is uitgesproken op 5 november 2024.