ECLI:NL:RBOVE:2024:6497

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
10867608 \ CV EXPL 24-73
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vergoeding van kosten voor gas en elektriciteit door netbeheerder Enexis afgewezen wegens gebrek aan bewijs van gebruik door gedaagde

In deze zaak vorderde Enexis Netbeheer B.V. een vergoeding van kosten voor gas en elektriciteit die volgens hen door gedaagde zijn verbruikt zonder dat er een contract met een energieleverancier bestond. Enexis stelde dat gedaagde in de periode van 15 december 2022 tot 15 januari 2023 gebruik had gemaakt van gas en elektriciteit op zijn nieuwe woonadres, terwijl hij geen contract had afgesloten. Gedaagde betwistte echter dat hij in die periode in de woning woonde en dus ook geen energie had verbruikt.

De kantonrechter van de Rechtbank Overijssel oordeelde dat Enexis niet voldoende bewijs had geleverd dat gedaagde de woning in gebruik had en dat hij daadwerkelijk energie had verbruikt. De rechter wees de vordering van Enexis af, omdat de door hen aangevoerde data en verklaringen niet voldoende waren om aan te tonen dat gedaagde ongerechtvaardigd was verrijkt door het gebruik van energie. De kantonrechter concludeerde dat er geen sprake was van een ongevraagde levering van energie, zoals bedoeld in artikel 7:7 BW, en dat de vordering op basis van ongerechtvaardigde verrijking niet kon worden toegewezen.

Daarnaast werd het beroep van gedaagde op de schending van de waarheids- en volledigheidsplicht door Enexis afgewezen, omdat deze schending niet tot niet-ontvankelijkheid leidde. De kantonrechter veroordeelde Enexis in de proceskosten van gedaagde, die op € 202,50 werden vastgesteld, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis werd uitgesproken op 3 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10867608 \ CV EXPL 24-73
Vonnis van 3 december 2024
in de zaak van
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te ‘s Hertogenbosch,
eisende partij,
hierna te noemen: Enexis,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende in de gemeente [gemeente] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: [gemachtigde] B.V..

1.Inleiding en samenvatting

1.1.
Enexis beheert in de hoedanigheid van netbeheerder het openbare gas en elektriciteitsnet. Enexis stelt dat [gedaagde] in een bepaalde periode geen contract had bij een gas- en elektriciteitleverancier op het nieuwe woonadres van [gedaagde] (hierna: afleveradres). [gedaagde] zou in die periode wel gebruik hebben gemaakt van elektriciteit en gas en de kosten hiervan zijn ten laste gekomen van Enexis. Enexis vordert een vergoeding van deze kosten. [gedaagde] betwist dat hij gas en elektriciteit heeft gebruikt omdat hij in toen nog niet in de woning woonde. De vordering van Enexis wordt afgewezen omdat niet is vast komen te staan dat [gedaagde] de woning aan het afleveradres in de betreffende periode in gebruik had en daardoor energie heeft gebruikt.
1.2.
Dit verkort weergegeven oordeel wordt hierna gemotiveerd.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 4,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 5,
- de conclusie van repliek met de (later toegezonden) producties 5 en 6,
- de reactie van [gedaagde] op de nagezonden producties 5 en 6.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Enexis beheert het openbare gas- en elektriciteitsnet in onder meer Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. Zij is verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit over het elektriciteitsnet en het aansluiten van afnemers op het openbare gas- en elektriciteitsnet. Enexis stelt daarnaast aan energie-afnemers een elektriciteits- of gasmeter ter beschikking om de hoeveelheid afgenomen energie te kunnen meten.
3.2.
Op grond van de Elektriciteits- en gaswet 1998 mag Enexis niet optreden als energieleverancier van elektriciteit en gas. In de energiesector stelt de energieleverancier de netbeheerder op de hoogte van het eindigen en het afsluiten van een energiecontract met een afnemer. Deze informatiestromen lopen via het systeem: Energie Data Services Nederland (hierna: EDSN).
3.3.
[gedaagde] had voor de woning op het afleveradres vanaf 1 januari 2023 een contract met Green Choice voor de levering van gas. Vanaf 15 januari 2023 had [gedaagde] een contract met een elektriciteitsleverancier.
3.4.
Enexis heeft een bedrag van € 821,89 bij [gedaagde] in rekening gebracht in verband met elektriciteit- en gasverbruik op het afleveradres over de periode van 15 december 2022 tot 15 januari 2023. Dit bedrag bestaat uit een bedrag voor gas over de periode van 15 december 2022 tot 1 januari 2023 en een bedrag voor elektriciteit van 15 december 2022 tot 15 januari 2023.

4.Het geschil

4.1.
Enexis vordert in deze procedure betaling van het verbruik van elektriciteit en gas in de woning aan het afleveradres over de periodes van 15 december 2022 tot 1 januari 2023 (voor gas) en 15 december tot 15 januari 2023 (voor elektriciteit). Het totale bedrag is € 962,06, vermeerderd met rente en kosten. Enexis stelt dat [gedaagde] voor de betreffende woning elektriciteit en gas heeft afgenomen zonder dat er een contract met een energieleverancier bestond. Enexis heeft dat afgeleid uit het systeem EDSN. Daarnaast heeft [gedaagde] gebruik gemaakt van de meetinstallatie van Enexis. Deze zonder contractuele grondslag gebruikte energie komt ten laste van Enexis. [gedaagde] is hierdoor ongerechtvaardigd verrijkt. Van een ongevraagde levering van energie in de zin van artikel 7:7 BW is geen sprake, nu de energieleverancier en niet [gedaagde] de (oorspronkelijke) overeenkomst heeft beëindigd en [gedaagde] inmiddels een nieuw contract heeft gesloten met een energieleverancier, aldus Enexis.
4.2.
[gedaagde] betwist dat hij in de periode 15 december 2022 tot 15 januari 2023 gebruik heeft gemaakt van elektra en gas in de woning. Van een verrijking is daarom geen sprake. [gedaagde] concludeert daarom tot niet-ontvankelijkheid van Enexis, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Enexis, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Enexis in de kosten van deze procedure. [gedaagde] voert daarnaast als verweer dat Enexis heeft gehandeld in strijd met de waarheids- en volledigheidsplicht uit artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (hierna: Rv). Dit handelen zou tot niet-ontvankelijkheid dan wel afwijzing van de vordering van Enexis moeten leiden, aldus [gedaagde] .
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Enexis heeft haar vordering gebaseerd op de ongerechtvaardigde verrijking uit artikel 6:212 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De kantonrechter zal eerst dit standpunt beoordelen.
Geen ongerechtvaardigde verrijking [gedaagde]
5.2.
In artikel 6:212 lid 1 BW is bepaald dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking als de één zonder redelijke grond is verrijkt ten koste van een ander. Omdat Enexis zich beroept op de rechtsgevolgen van dit artikel, is het aan haar om te stellen en zo nodig te bewijzen dat er sprake is geweest van de in de wet benoemde verarming en verrijking.
5.3.
Vast staat dat Enexis gas en elektriciteit heeft geleverd zonder dat daarvoor betaald is. Enexis is daardoor verarmd.
5.4.
Naast de verarming van Enexis moet sprake zijn van een verrijking van [gedaagde] . Hij zou verrijkt moeten zijn door de levering van energie in de periode van 15 december 2022 tot 15 januari 2023 zonder dat hij daarvoor heeft betaald. Van verrijking is in dit geval sprake als vast komt te staan dat [gedaagde] in de betreffende periode de woning in gebruik had en energie heeft gebruikt. Door Enexis is aangevoerd dat [gedaagde] sinds 7 januari 2023 in de gemeentelijke basisregistratie personen (BRP) stond ingeschreven op het afleveradres in [plaats]. Daarnaast stelt Enexis dat zij contact heeft gehad met de verhurend makelaar van de woning en deze zou hebben gezegd dat [gedaagde] sinds 15 november 2022 huurder was van de woning.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat Enexis onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat [gedaagde] is verrijkt in de gevorderde periode van 15 december 2022 tot 15 januari 2023. De door Enexis ter onderbouwing benoemde data van 7 januari 2023 en 15 november 2022 zijn niet alleen tegenstrijdig maar komen ook niet overeen met de periode waarop de vordering is gebaseerd. Deze data bieden daarnaast een dusdanige ruime termijn dat hieruit niet afgeleid kan worden dat [gedaagde] in de gevorderde periode is verrijkt. Dat [gedaagde] per 7 januari 2023 stond ingeschreven in de BRP op het afleveradres verklaart niet dat hij sinds 15 december 2022 zou zijn verrijkt door de levering van energie op dit adres. Daarnaast is de door Enexis aangehaalde telefonische verklaring van de makelaar – die weer uitgaat van een andere datum – niet toegelicht. Niet bekend is bijvoorbeeld hoe de makelaar aan deze informatie komt en of hij daarover direct contact heeft gehad met [gedaagde] .
5.6.
Nu de vordering op de grondslag van de ongerechtvaardigde verrijking wordt afgewezen komt de kantonrechter niet toe aan de stelling van Enexis dat geen sprake is van een ongevraagde levering van energie, zoals wordt bepaald in artikel 7:7 BW.
Geen gevolg schending waarheids- en volledigheidsplicht
5.7.
Door [gedaagde] is een beroep gedaan op de waarheids- en volledigheidsplicht van artikel 21 Rv. [gedaagde] onderbouwt dat door te stellen dat Enexis in de dagvaarding heeft gesteld dat [gedaagde] de factuur en de sommaties zonder protest heeft behouden en geen inhoudelijk verweer tegen de vordering heeft gevoerd. Uit de door [gedaagde] overgelegde producties blijkt inderdaad dat dit onjuist is omdat Enexis in een mail van haar afdeling debiteurenbeheer heeft gereageerd op het standpunt van [gedaagde] . Deze mail is van 4 september 2023 en daarmee van ruim voor de datum van dagvaarden. Enexis was daarom op het moment van dagvaarden bekend met de inhoudelijke betwisting van de vordering door [gedaagde] .
5.8.
Het had op grond van artikel 21 en artikel 111 lid 3 Rv op de weg van Enexis gelegen om deze betwisting van [gedaagde] in de dagvaarding te vermelden.
5.9.
[gedaagde] vraagt de kantonrechter om Enexis niet-ontvankelijk te verklaren dan wel haar vordering af te wijzen vanwege de gestelde schending van artikel 21 Rv. De kantonrechter is van oordeel dat deze schending in dit geval niet tot een (procedureel) gevolg hoeft te leiden omdat [gedaagde] door de schending niet in zijn belangen is geschaad. De vordering van Enexis wordt immers afgewezen. Daarnaast is de schending naar zijn aard en gelet op de feiten en omstandigheden van dit geval niet dusdanig ernstig dat dit tot niet-ontvankelijkheid van Enexis moet leiden.
Afwijzing vordering werkelijke proceskostenveroordeling
5.10.
Enexis wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van de procedure. [gedaagde] heeft de kantonrechter gevraagd om een veroordeling van Enexis in de werkelijke proceskosten.
5.11.
Op grond van de rechtspraak van de Hoge Raad is een volledige vergoedingsplicht van proceskosten alleen denkbaar in ‘buitengewone omstandigheden’. Hierbij moet volgens de Hoge Raad gedacht worden aan misbruik van procesrecht en onrechtmatige daad. De Hoge Raad wijst erop dat bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen terughoudendheid past. De kantonrechter is van oordeel dat er in deze zaak geen sprake is van buitengewone omstandigheden op grond waarvan een volledige proceskostenveroordeling gerechtvaardigd is. Het enkele feit dat Enexis een summiere dagvaarding uit heeft laten gaan en heeft nagelaten daarin de standpunten van [gedaagde] op te nemen, is daarvoor onvoldoende.
5.12.
Wel zal Enexis worden veroordeeld in de kosten deze procedure overeenkomstig het liquidatietarief. De proceskosten worden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 135,00, waarbij de conclusie van antwoord van [gedaagde] wordt gewaardeerd op 1 punt en de mail van [gedaagde] aan de rechtbank van 7 oktober 2024 als een akte ter rolle zonder bijzondere inhoud en gewaardeerd wordt op 0 punten. Dat brengt de totale proceskosten op 1 punt maal € 135,00, te vermeerderen met de nakosten van € 67,50; in totaal dus € 202,50.
5.13.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van Enexis af,
6.2.
veroordeelt Enexis in de proceskosten van [gedaagde] van € 202,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de volledige betaling,
6.3.
verklaart de veroordeling in de proceskosten in 6.2 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.K. ten Cate en in het openbaar uitgesproken op
3 december 2024.