ECLI:NL:RBOVE:2024:6806

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
11419943 \ CV EXPL 24-4210
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van bedrijfsruimte en betaling van huurtermijnen in kort geding

In deze zaak vordert eiseres, een besloten vennootschap, in kort geding ontruiming van een bedrijfsruimte die wordt gehuurd door DB Horeca B.V. De reden voor de vordering is dat DB Horeca de huur niet meer betaalt. De kantonrechter heeft op 17 december 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij DB Horeca niet is verschenen en verstek is verleend. Eiseres heeft de dagvaarding op 4 december 2024 uitgebracht en de mondelinge behandeling vond plaats op 17 december 2024. Tijdens deze behandeling was de gemachtigde van eiseres, mr. R.C.J. Jacobs, aanwezig. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiseres grotendeels toewijsbaar zijn, omdat deze spoedeisend zijn en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. De kantonrechter heeft DB Horeca veroordeeld tot ontruiming van het pand binnen veertien dagen na betekening van het vonnis en tot betaling van achterstallige huurtermijnen, contractuele boetes, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De gevorderde machtiging om de ontruiming met behulp van de sterke arm van justitie uit te voeren is afgewezen, omdat dit overbodig is. De kantonrechter heeft ook de proceskosten van eiseres begroot en toegewezen, aangezien DB Horeca grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11419943 \ CV EXPL 24-4210
Vonnis in kort geding van 17 december 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: mr. R.C.J. Jacobs,
tegen
de besloten vennootschap
DB HORECA B.V.,
gevestigd te Olst,
gedaagde partij,
hierna te noemen: DB Horeca,
niet verschenen.

1.De zaak in het kort

DB Horeca huurt een bedrijfsruimte van [eiseres]. In dit kort geding vordert [eiseres] onder meer ontruiming van de bedrijfsruimte, omdat DB Horeca de huur niet meer betaald. De kantonrechter zal de gevorderde ontruiming en nevenvorderingen toewijzen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, uitgebracht op 4 december 2024,
- de nadere productie van [eiseres],
- de mondelinge behandeling van 17 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.Tijdens de mondelinge is [naam] verschenen namens [eiseres], bijgestaan door zijn gemachtigde mr. R.C.J. Jacobs. Namens DB Horeca is niemand verschenen. Tegen haar is verstek verleend.
2.2.
Het vonnis is bepaald op vandaag.

3.Het geschil

[eiseres] vordert – kort samengevat – ontruiming van het pand aan [adres], veroordeling van DB Horeca tot betaling van achterstallige en toekomstige huurtermijnen, contractuele boetes, buitengerechtelijke incassokosten, en met veroordeling van DB Horeca in de proceskosten.

4.De beoordeling

Verstek
4.1.
Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen zodat tegen DB Horeca verstek zal worden verleend.
4.2.
De kantonrechter zal de vorderingen van [eiseres] voor een belangrijk deel toewijzen, nu deze grotendeels naar hun aard spoedeisend zijn en deze niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Verder heeft nog het volgende te gelden.
De termijn voor ontruiming
4.3.
De kantonrechter zal de termijn voor ontruiming stellen op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
De gevorderde machtiging van de sterke arm
4.4.
De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge artikel 556 lid 1 en artikel 557 Rv overbodig is.
De contractuele boetes
4.5.
De gevorderde contractuele (verbeurde of eventueel nog te verbeuren) boetes wijst de kantonrechter af. Niet gesteld of gebleken is dat [eiseres] bij toewijzing daarvan een spoedeisend belang heeft. De subsidiair gevorderde wettelijke rente over de verschuldigde huurtermijnen zal, als op de wet gegrond, wel worden toegewezen.
De proceskosten
4.6.
DB Horeca is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.317,22
4.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding
5.1.
veroordeelt DB Horeca om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het pand aan [adres] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van [eiseres] zijn, en de sleutels af te geven aan [eiseres],
5.2.
veroordeelt DB Horeca tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 4.510,29, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vervaldatum van iedere huurtermijn tot aan de dag der algehele voldoening,
5.3.
veroordeelt DB Horeca tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 1.503,43 inclusief btw vanaf 1 december 2024 tot aan de dag van de ontruiming van het gehuurde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag der opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt DB Horeca om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 576,03 aan buitengerechtelijke kosten,
5.5.
veroordeelt DB Horeca in de proceskosten van € 1.317,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als DB Horeca niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
veroordeelt DB Horeca tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2024. (wv)