In deze zaak heeft eiser, een verhuurder, gedaagde aangeklaagd wegens huurachterstand. Gedaagde heeft sinds het begin van de huurovereenkomst regelmatig te laat en/of niet volledig de huur betaald. Eiser heeft gedaagde meerdere keren verzocht om de huur te voldoen, maar na het inhalen van een eerdere huurschuld is er opnieuw een achterstand ontstaan. De kantonrechter heeft op 6 februari 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een dagvaarding en conclusies van antwoord en repliek. Gedaagde heeft niet gereageerd op de laatste gelegenheid om zijn verweer te onderbouwen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde een huurachterstand heeft laten ontstaan van € 732,73, na inachtneming van eerdere betalingen. Eiser vorderde ook wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft de vordering van eiser gedeeltelijk toegewezen, waarbij de wettelijke rente over de huurachterstand werd toegewezen vanaf 5 oktober 2023. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.